In het kort: De mogelijkheden in de biotechnologie groeien ontzettend snel. Over het algemeen werkt wetenschap aan toepassingen die gebaseerd zijn op milieu en economische vooruitgangen. Kunst en ontwerp verkent de techniek, en experimenteert daar mee naar toepassingen en fantasierijke mogelijkheden voor de toekomst. Door de toegankelijkheid van de techniek en de mogelijkheden om met de wetenschap samen te werken ontstaan kansen voor de ontwerper.
In de biotechnologie wordt er ontworpen met biotechnische en synthetische technieken aan toepassingen die onze omgeving kan verbeteren. Vaak zijn dit toepassingen die gebaseerd zijn op economisch bevorderlijke aspecten en duurzame milieu gerichte verbeteringen. Micro-organismen vormen daarbij met hun intelligentie en diversiteit de belangrijkste basis in deze technieken en toepassingen. De wetenschap binnen de biotechnologie streeft naar een vorm waar leven van af de grond kan worden opgebouwd. Synthetische biologie is dan ook een van de belangrijkste technieken binnen de biotechnologie die continu aan het groeien is. Er mag gesproken worden over een nieuwe revolutie. Wel verkent de wetenschap deze nieuwe techniek ook, zoekt tevens naar toepassingen en manieren waar de intelligentie van de natuur mee kan helpen. Het creatieve aspect komt meer tot uiting in vormen waar bedrijfsmatige doelstellingen geen rol spelen. Doe het zelf biologen en iGEM competities zijn enkele voorbeelden waar dit naar voren komt, waarbij kunstenaars en ontwerpers ook bij betrokken raken.
De waarden en invloeden van een ontwerper zijn op diverse manieren te interpreteren. Er kan dan ook worden gesteld dat waarde in beiden terreinen anders zijn in te vullen. Waar de ontwerpende rol in de wetenschap doelgericht ontwerpt naar economische en milieu gerichte vooruitgangen, handelen sommige ontwerpers ook aan de hand van deze doelstelling maar dan op een experimenteler niveau. De waarde is voor iedereen anders in te vullen, omdat er diverse doelen en motieven zijn.
De waarden van de ontwerper uiten zich aan de hand van het onderzoek en de analyse in diverse eigenschappen en vormen. Waarbij de ontwerper en kunstenaar niet als aparte disciplines zijn benaderd. In dit stuk waren enkele projecten belicht die overkoepelende eigenschappen met zich mee droegen. De ontwerper zoekt naar nieuwe materialen op basis van de natuur en haar intelligentie. Weet vanuit een specifieke filosofie de juiste vragen te stellen. Reflecteert op de huidige techniek, en verkent daarbij de mogelijkheden binnen deze biotechniek. Waarbij de mogelijkheden zeer versassend kunnen zijn. Er ontstaan mogelijkheden die minder snel bij de wetenschap ontstaan omdat er niet altijd wordt gewerkt van uit een specifiek vraagstuk die bevorderlijk is voor een specifiek doel. De ontwerper denkt na over de toekomst en schetst daarbij toekomst scenario’s waarbij fantasie een grote rol speelt. Daarbij stelt de ontwerper vragen die ons na laten denken over de toekomst. De onverwachte benaderingen en perspectieven leiden zo tot vernieuwende oplossingen. De vorm waar in wordt ontworpen maakt het toegankelijker en begrijpelijker. Daarbij staat niet alleen het ontwerp centraal, maar ook de elementen die in bepaalde context worden geplaatst waardoor iets op een andere manier bekeken kan worden. De ontwerper gaat ook opzoek naar nieuwe materialen, die een verbetering kunnen zijn en tegelijk een verhaal vertellen. Oog voor schoonheid is nog steeds een invloedrijke eigenschap, wel vindt ik dat enkel het tonen van beelden meer in 'dienst' staan van de wetenschap. Dit is niet slecht, op deze manier kan het publiek ook kennis maken met elementen waar we niet over na denken. Als innovatie als waarde wordt gezien, komt 'Innovatief ontwerp' vooral in bio-design voor. Waar over het algemeen geen onderscheid gemaakt wordt tussen kunst, ontwerp en architectuur. Ook hier zijn ontwerpers betrokken met een biotechnische achtergrond aan universiteiten en wetenschaps-instellingen.
Beiden hebben te maken met de complexiteit van de levende natuur, de natuur zit bordenvol verrassingen en mogelijkheden die zorgt voor inspiratie. Pragmatisch denken staat in eerste instantie voor op bij de wetenschap maar gaat niet gepaard zonder een vorm van emotie. Beiden werken van uit een vorm van ratio waarbij emotie niet uitgesloten is. Natuurlijk moeten we samenwerken aan de hand van overeenkomsten maar ik denk dat het belangrijker is om van elkaar te leren. Zodat we langzaam de zelfde taal leren spreken.
De samenwerking wordt nu al op verschillende manieren benut, we zoeken elkaar op diverse plekken op. Maar ondanks dat we ontzettend aan het groeien zijn op samenwerkingsniveau, spreken momenteel beiden nog steeds een andere taal. Er is nog steeds een grote scheidingslijn. Wel zijn beiden creatief en opzoek naar mysteries die oplossingen kunnen bieden. De toepassingen komen soms overeen maar zijn meestal verschillend. Enkel de toepassingen die overeenkomen worden uitgevoerd in samenwerkingsverband met ontwerpers met een biotechnische achtergrond.
Wat ik denk en voel
Als ontwerper vind ik het belangrijk om mijn blik en referentie te verbreden en multidisciplinaire mogelijkheden af te tasten. Ik wil mij niet richten op een specifieke kwaliteit. Een ontwerper van de toekomst zie ik buiten zijn eigen kwaliteiten werken in een omgeving waarbij biotechnologische mogelijkheden worden verkend. ‘De verwachting van een ontwerper die in 2075 in een studio annex laboratorium werkt’ vind ik geen slecht plan. Er bevloog mij dan ook een lading van emotie en begrip toen ik het werk van ‘Design Fictions’ van de Zimbabwaanse Natsai-Audrey Chieza tegen kwam. Hij bracht onder woorden wat ik voelde maar niet durfde uit te spreken. Het idee dat toekomstige ontwerpers DNA kunnen programmeren, is beangstigend maar zou de toekomst kunnen zijn. Ontwerpers zouden kunnen werken aan een manier die dit op een prettige manier mogelijk maakt. Er moeten daarom nog veel vragen worden beantwoord en zaken worden uitgezocht, die in het begin of later door ontwerpers worden belicht.
Met de complexiteit van de natuur, verschillende kwaliteiten en de vragen die gesteld moeten worden zouden we nauwer tot elkaar moeten werken op een groter niveau. Waar in samenwerking geen samenwerking meer is maar het normaal is te werken aan een onderzoek.
De natuur zit vol ontworpen principes en systemen die we nog steeds niet kunnen relativeren op een graad waar we precies weten hoe alles is ontstaan. Door het ontwerpen van leven, genetische modificatie en gesynthetiseerde natuur op een niveau waar iets al ontworpen is, zouden we ons zelf de vraag kunnen stellen: zal de natuur altijd intelligenter blijven? Wie ontwerpt nou wie? We zouden ons kunnen afvragen wat de waarde is van een ontwerper op het moment dat we een ingreep doen in de natuur en de natuur zijn werk doet. Kan dan worden gesteld dat de natuur een beïnvloedende rol heeft dan de ontwerper zelf? En dat de natuur de grootse ontwerper is? Of blijft de mens de ontwerper van de wereld, waarbij we door blijven boorduren op de verbeteringen die we 'nu' zien als verbeteringen?