Hoeveel invloed beeld heeft op sociale regelgeving en wat is de positie van een beeldmaker? Om een mijzelf als beeldmaker en hiermee ook anderen een beter perspectief te bieden en om te kijken of er is als een neutraal of tijdloos beeld. Vrijheid bestaat ook binnen onvrijheid, die ervaring van vrijheid is bijna niet vast te houden. Ook niet in beeld. Ik heb via interviews en het analyseren van archief materiaal mezelf een breder beeld proberen te geven en nieuwe linken met bestaande theorie te leggen. Welke rol speelt beeld in het creëren van onvrijheid binnen vrijheid rondom de de positie van de vrouw in het werkveld? Je hebt verschillend beeld, met verschillende functies. Ik ben hoopvol dat vrijheid op vele manieren ervaren kan worden en dat er betere manieren zijn om dit te proberen vorm te geven. Een aantal vragen die ik nog heb zijn. In hoe verre beïnvloed dat terug kijken dan ook het kijken naar de toekomst? kunnen wij beeld maken wat daadwerkelijk tijdloos is, of losstaat van een sociale regelgeving? En kunnen we beeld maken wat ons verlost van sociale regel geving?
We kennen het zo goed dat we er niet eens meer echt naar kijken. We zien een vrouw met een rok tot over haar knie, een mantel pakje of een plooi rok, het kan beide. Haar wat altijd in model zit, onpraktische schoenen en vooral geplaatst in een setting van een huishouden herkennen we haar meteen. Zet je deze exact zelfde vrouw in een kantoor scene dat verandert dan beeld direct. Je kadert haar letterlijk en figuurlijk in. Het beeld van de huisvrouw.
Een fotoserie gepubliceerd in de Vogue, geïnspireerd op de klassieke jaren 50 huisvrouw en gebruikt om een nieuwe collectie te presenteren die over duidelijk gebaseerd is op die zelfde tijd. 1 Elegant, klassiek en overduidelijk vrouwelijk. Op de foto zien wij het wereldberoemde model Karlie Kloss, die natuurlijk alles behalve een normaal huisvrouw bestaan heeft. Maar deze outfit is zeker ook geschikt voor jou, de gewone (huis)vrouw, de lezer.
Het beroemde model is natuurlijk niet echt een huisvrouw, ze doet alsof. Ze is een nep huisvrouw met een nep huis en haar nep kind. Zelfs haar kleding is nep, al thans niet echt haar eigendom. Het is van een styliste die hoogstwaarschijnlijk uitgebreid aanwijzingen aan het roepen was terwijl deze foto werd gemaakt. Haar schoenen uit, wat laat zien dat ze thuis is, of zich thuis voelt. Ze is een moeder van een niet aanwezig kind. Uit het raam geen uitzicht, alleen wat wit licht. Schrijnende symboliek, de huisvrouw zonder uitzicht. Deze foto is ook wel een editorial genoemd. Een in scene gezette foto. Fictie. Maar blijft deze foto ook fictie in retrospect?
Als we terug kijken naar een tijdframe, in dit geval jaren zestig, wat zien we dan voor ons? een huisvrouw en een zakenman? Zijn deze rollen zo ver van ons verwijderd dat we het inmiddels ‘na kunnen doen’? Beeldvorming is niet alleen hoe het vroeger daadwerkelijk was maar ook hoe we het nu in stand houden, wat noemen we een ‘moeder’, wat noemen we een ‘werkende vrouw’ en wat noemen we een ‘werkende moeder’? Nu denk je misschien, wat doen die labels er nou toe? Werkend of niet werkend, moeder of geen moeder. Ze doen er toe want elk label draagt een beeld met zich mee, een maatstaf waar wij anderen mee beoordelen, en ook ons zelf. Niet dat het ergens staat, ‘een huisvrouw hoort er zo uit te zien’ maar als iemand zegt, ‘Dat is echt zo een huisvrouw’ weten we toch op welk beeld diegene doelt met die stelling.
Hier naast kijken wij naar een foto uit de serie ‘Motherworks’ van fotografe Fiona Freund. 2 Documentaire fotografie. Het is dynamisch, en er gebeurd veel. Dit keer is het kind aanwezig, geen plastic pop maar een springlevende jongen. Het speelgoed ligt over de gehele vloer verspreid. Uit de ramen zien we een volwaardig uitzicht, grauw en je kijkt op gebouwen. De moeder van het kind staat niet centraal op de foto en is niet net zo belicht als haar kind. Ze staat met werkdocument in hand maar kijkt daar niet naar. Zij is net als de kijker gericht op het dynamische kind. Je kan hem bijna horen schreeuwen als je naar de foto kijkt. De zelfde soort kleuren komen terug, de creme vloer, de outfit is ook roze maar een stuk minder glamoureus, ze heeft een trui en spijkerbroek aan, praktisch, weinig onderhoud. De foto’s hebben overeenkomsten maar ze bekijkt ze zo anders. Dit is een beeld wat veel vrouwen zich in kunnen herkennen, terwijl de foto uit Vogue een stuk verder van ons bed staat.
Voor mijn scriptie onderzoek ik sociale onvrijheid binnen vrijheid. Hierbij wil ik specifiek focussen op het beeld van de werkende vrouw. Door middel van beeld analyse probeer ik er achter te komen waar sociale onvrijheid ontstaat en wat de rol van de beeldmaker is in het creëeren van deze mogelijke onvrijheid. Zodra er beeld gecreëerd wordt ontstaat er ook beeldvorming. Deze beeldvorming kan na verloop van tijd een blauwdruk worden, die vervolgens als maatstaaf gebruikt wordt. Dit mechanisme zorgt er voor dat je als beeldmaker indirect een cruciale rol hebt is het inperken van sociale vrijheid. Mijn interesse voor de werkende vrouw ontstond na het lezen van The Problem With No Name van Betty Friedan. 3 Daarin omschrijft Friedan hoe ze de sociale regels in die tijd (1959) ervaart, als gevolg van haar keuze om te willen werken en studeren. Bij wet was het toen, eind jaren 50 in de Verenigde Staten, toegestaan om te werken en te studeren als vrouw. Maar in praktijk bleef het werken achterwege en stopten vrouwen met studeren zodra ze verloofd waren. Werken was voor arme mensen of vrouwen zonder man, oude vrijsters of weduwen. 4 Vrouwen eindigden op den duur ongelukkig thuis, met te weinig te doen. Hierdoor werden veel vrouwen onrustig en depressief. En het depressieve gevoel wat ontstond door nutteloosheid en het gebrek aan eigen ontwikkeling, werd volledig afgeschoven op seksuele frustratie. Toen de groep van depressieve vrouwen te groot werd om het af te schuiven op onzinnige reden kwam er erkenning en verandering. Waarom dit interessant is voor beeldvorming, is omdat er toen een verandering in gang werd gezet. Van algemene depressie naar algemene burn-out. 5 Hoe zijn wij van onvrijheid naar vrijheid gegaan en weer terug? Was er dan wel vrijheid en wie heeft die dan ervaren? De kracht van sociale druk, van grote groepen, heeft mij altijd al geïnteresseerd. Zeker sociale druk rondom vrouwenrechten. Vrouwen hebben inmiddels meerdere maatstaven waar aan ze moeten voldoen. Door de tijd heen lijkt het alleen maar op te stapelen. Uiteindelijk komt het er op neer dat vrouwen inplaats van te weinig nu te veel moeten doen. Wat niet eindigt in een depressie maar in een burn-out. De sociale regels rondom de werkende vrouw zijn nog altijd in beweging. en misschien met al de overwerkte vrouwen komt het langzaam op een punt waar er een nieuwe omslag gaat plaatsvinden, net zoals in 1959. Een terugslag van rechten waar vrouwen in het verleden hard voor hebben gevochten. Voor het eerst in een lange tijd en misschien wel voor het eerst ooit, is de vrouw verbonden aan een verplicht recht. Waar ooit het krijgen van rechten mogelijkheden gaf, zijn deze rechten veranderd in verplichtingen 7
Je zou kunnen zeggen dat er in deze tijd een sociale druk rondom het nakomen van activistische beloftes bestaat. 8
In de volgende afbeelding zien weer een huisvrouw, of misschien beter gezegd: vrouw des huizes. 6 Het verschil tussen de twee portretten is klein maar heeft grote impact. Wat zien we: een vrouw ook de grond, ze raapt speelgoed op. Dit doet ze in haar elegante duur uitziende kleding. Het glas wijn, niet leeg, heeft als doel een beeld te schetsen van rijkdom. Als je het kan veroorloven om witte wijn gedurende de dag te drinken, heb je daar kennelijk tijd, geld en ruimte voor. We zien witte bank zonder enige vlekken, een net huishouden. Dit keer is er een vaag uitzicht door de ramen zichtbaar, maar niet overduidelijk. Haar sieraden zijn groots, haar dure tas ligt tussen het kinderspeelgoed. Het contrast tussen het aller daags leven en haar luxe wereld is uitvergroot. Ze beeld hoogstwaarschijnlijk een moeder uit, maar we zien geen kind van wie het speelgoed zou zijn. Het speelgoed is in beide afbeeldingen teken genoeg om hier van uit te kunnen gaan. Ze kijkt star naar de andere kant van de kamer, en wij kijken naar hoe zij, de vrouw des huizes zich verlaagt tot huisvrouw. Vrij letterlijk, ze zakt letterlijk door haar knieën om het speelgoed op te rapen. Ze moet/wil mooi zijn maar het kan niet want haar kind laat speelgoed liggen.
De elegante kleding in contrast met haar tatoeages, duidelijk een hedendaagse insteek in vergelijking met de vorige foto. Haar functie als moeder zit haar in de weg. Dan ruim je gewoon op in je gala jurk en je vreselijk dure sieraden. Het één sluit het ander toch niet uit? In realiteit, weet iedereen dat kleine kinderen, energie, aandacht en geld kosten. Drie dingen die je niet dan ook nog in jouw uiterlijk en witte bank kan stoppen.
Hier naast een film still uit Day x Day x Day. 9 Een film over het in herhaling vallende leven van de huisvrouw. De minimale verschillen in de dagen. Het interieur, herkenbaar jaren 50 mede door meubels, de pastel kleuren, en de inmiddels gedateerde elektronische apparatuur. Verder is het ook zichtbaar door de over opgeruimde keuken, een huis waar bijna niet in geleefd wordt. Geen glamour, de vrouw in de film heeft geen ander doeleinde dan het zijn van een huisvrouw. ‘Het saaie kwellende leven’ zou je het bijna vanuit ons huidige perspectief noemen. Een stuk realistischer dan de eerder besproken foto’s en een stuk minder geromantiseerd. Want dat is vaak hoe wij nu terug kijken op de huisvrouw van de jaren 50, geromantiseerd en simplistisch.
Het pijnlijke is dat de versie van de huisvrouw waar vrouwen zich van hebben los gevochten in de jaren 60 terug komt in een ironisch en romantisch beeld in popcultuur. Nou kan je zeggen ironie is toch iets anders, maar ook ironisch beeld behoudt beeldtaal, sterker nog, ironisch beeld is vaak een karikatuur waar in bepaalde elementen zijn uit vergroot. In het geval van de huisvrouw uit de jaren zestig is dit vaak het huishoudelijk werk en de onpraktisch uitziende kleding.
Kort om de beeldvorming blijft circuleren. En inmiddels kan het zo zijn dat een generatie er zo ver vanaf staat dat die door de huidige beperkingen dit bijna als een ontspannen ideaal beeld begint te zien.
Zoals de Vogue van een elegante Karlie Kloss en een jonge en vrije Meghan Trainor die zich voordoet als huisvrouw. 10
Meghan Trainor is een popster die nooit dit leven zou leiden, ze leeft dit leven alleen in context van de video, en dit is na de opnames weer over. Haar wereld is namelijk veel groter en zelfstandiger dan dat van een subbourbon huisvrouw in 1960. De video draait dan ook om het feit dat ze dit nooit zou doen, maar het blijft een slechts lieflijke versie van een bestaan dat vele vrouwen tot waanzin dreef. 11
Het is wel interessant hoe een groep zichzelf regels op legt, die weer breekt, onbewust nieuwe regels creëert en hiermee weer restricties creëert. We kunnen niet zonder regels, het zit ingebakken vanaf het christendom tot aan de linkse anarchistische bubbel die sociale regels heeft om geen regels te maken.
De verandering in sociale regels is een kwestie van tijd, een tikkende tijdbom, tot de houdbaarheidsdatum van een sociaal construct is bereikt en er door een nieuwe generatie nieuwe regels worden geïntroduceerd. Hoe kan het dat een sociaal construct nooit hetzelfde blijft? hoe kan het dat het niet stabiel genoeg is om met kleine veranderingen vast te houden aan één normaal? Kunnen we leven zonder sociale regels? en zo niet, kunnen we een sociale norm rondom de werkende vrouw creëren die niemand beperkt?
De zoektocht naar vrijheid lijkt wel een van de grootste en belangrijkste persoonlijke levensdoelen van de mens. We zoeken vrijheid op vele manieren: in politiek, op economisch vlak of in de kunst. Maar het meeste zoeken we vrijheid door middel van de acceptatie of goedkeuring van anderen. Waar de anderen voorheen vooral mensen waren uit de fysieke directe omgeving, zijn anderen nu ook mensen uit de digitale directe omgeving. De zoektocht naar acceptatie zorgt er voor dat we ons automatisch aanpassen aan verwachtingen van onze directe omgeving. Het aanpassen aan andermans voorkeuren kan je zien als het aanpassen aan een sociale norm. Doordat meer mensen zich aan één specifieke norm aanpassen ontstaat er een ongeschreven regel, een sociale norm. Een voorbeeld hiervan is de lengte van de rok die acceptabel was. Dit veranderde van geen zichtbare enkel, naar zichtbare enkel, naar onder de knie naar boven de knie, en inmiddels is er de “not asking for it” beweging die er voor pleit dat elke lengte een goede lengte is. Hier kan je redenen aan vast plakken als religie of beleefdheid. Maar terugkijkend op dit geheel valt dit allemaal onder hetzelfde namelijk: de sociale norm rondom de lengte van de rok. Als genoeg mensen zich er aan aanpassen en elkaar er op aanspreken, vormt zich een sociaal construct. Opgebouwd uit een set van verschillende sociale regels die algemeen bekend zijn binnen jouw omgeving. Gemaakt door de massa, voor de massa. 12Deze regels zijn nooit universeel genoeg en dit zorgt ervoor dat sommige individuen zich er niet in kunnen vinden en zich vervolgens afsplitsen van de massa om hun eigen regels te vormen. Alleen kan je geen sociale regel creëren maar eens in de zoveel tijd is er zo veel onvrede binnen de bestaande regels dat een grote groep mensen zich aansluiten bij het eerder afgesplitste individu, zodat de massa zich langzaam verplaatst naar een nieuw sociaal construct. Er komt een doorbraak en tijdens die overloop van het oude naar het nieuwe construct is er vrijheid. Waarom? De massa is in beweging en daardoor er is geen vaste vorm. Als de massa zich vervolgens opnieuw heeft gevestigd is er een nieuw sociaal construct gevormd, zonder dat de massa zich daar bewust van is, want die heeft de overtuiging van vrijheid. Deze vorming van het construct gebeurt dus vanzelf omdat de massa stopt met bewegen. Het is net als bij watermoleculen: als de water moleculen stoppen met bewegen nemen ze weer een vaste vorm aan, ijs. Vrijheid zit hem niet altijd in de wettelijke mogelijkheden die een mens heeft. Op papier kunnen de mogelijkheden geaccepteerd zijn, maar als jouw keuzes niet sociaal geaccepteerd zijn is dat een rem op je keuze vrijheid. Het voorbeeld hiervan is wat ik eerder besprak over de wettelijke mogelijkheden tot stemrecht en studie voor vrouwen in de jaren 50. Je directe omgeving is de eerste drempel. Als die drempel te groot is, (hoe kleiner de sociale cirkel hoe groter de druk) of als er veel drempels zijn (wanneer je je totaal niet identificeert met ook maar een van de sociale regels) houdt dit mensen tegen in hun keuze vrijheid, en ervaren mensen meer onvrijheid.
Vrijheid wordt ook wel omschreven als onafhankelijkheid, dat je niet belemmerd wordt in je doen en laten. Sociale vrijheid is dat je niet beperkt wordt door je omgeving, je sociale cirkel. Maar als je binnen de sociale regels valt en dus geen beperking ervaart heb je dan ook vrijheid? Het is menselijk om abstracte constructen niet te ervaren als onvrijheid tot het moment dat die regels van dat construct jou niet meer passen. Dit is dan ook het grote probleem met discussies over bijvoorbeeld seksisme, racisme en homofobie. Zo ervaart bijvoorbeeld een witte man in een westerse samenleving amper beperkingen van de sociale regels in vergelijking met een donkere vrouw. Het verplaatsen in andermans ervaringen (empathie) is niet altijd even makkelijk voor de mens. Mensen willen zich vaak niet aanpassen aan onvrijheid die ze zelf niet hebben ervaren. Zolang je binnen de lijntjes blijft weet je niet eens dat er lijntjes zijn. Die zie je pas als je die lijnen overschrijdt of wilt overschrijden. Is de ervaring van (sociale) vrijheid altijd egocentrisch? Ja ik denk het wel, je meet vrijheid vooral aan je eigen ervaringen en die ervaringen worden vervolgens je referentie kader.
Als gevolg van de digitale revolutie, en met name de uitvinding van het internet, is de kracht van de directe omgeving afgenomen. in tegenstelling tot de jaren 60 zoeken mensen nu ook bevestiging en acceptatie online, met name via sociale media. Op die online platforms creëren zich kleine sociale cirkels van mensen met dezelfde interesses. Voorheen was het dorp of de buurt waar je woonde bepalend voor hoe jij je als persoon ontwikkelt en identificeert. Dit is de fysieke directe omgeving. Die fysieke directe omgeving zorgde voor kleine sociale kringen die los van elkaar bleven. Deze kleine sociale kringen creëerde hun eigen gebruiken, normen en waarden en hiermee hun eigen micro sociaal construct. Voorheen werd je positie bepaald door je woonplaats, rang of klasse in sociale orde, religie en gender. 13 Posities waarmee je geboren wordt, en met minimale beweegruimte. Aparte cirkels kruisden elkaar soms wel.Die kleine cirkels, denk aan kerkgangers in een dorp, zijn door sociale controle makkelijk in stand te houden. Hoe kleiner de groep, hoe geconcentreerder de groep, hoe makkelijker de sociale controle en hoe groter de kans is dat regels onveranderlijk blijven. Hoe langer sociale regels onveranderd zijn, hoe moeilijker het is om ze te veranderen. Als een sociale regel te lang onveranderd is wordt het ervaren als een waarheid, een zekerheid. Sociale cirkels zijn niet meer zo fysiek als eerst, ze zijn niet langer plaats, gender of cultuur gebonden. Nu zijn er cirkels die grenzen overschrijden. 14 Mensen identificeren zich niet langer meer met een of twee groepen, ze zijn verzamelingen geworden van verschillende identiteiten, en opereren binnen verschillende sociale cirkels. 15 Bij elke subcultuur horen eigen regels en bij zo’n set met regels hoort een beeld. Het zijn specificaties op kleding en manier van doen, gebruik van bepaalde woorden etc. Deze specificaties vormen samen een beeld dat vaak algemeen bekend is, ook wel bekend als een stereotype. Als je vervolgens onderdeel bent van meerdere sociale cirkels, en moet voldoen aan meerdere stereotypes komt er soms frictie. De ene set van regels zit de andere in de weg en zo hang je tussen twee cirkels in. Maar als vervolgens meerdere mensen in de zelfde positie komen, creëert dit een nieuwe subcultuur. En zo blijft dit doorgaan.
Het proces van het los komen van een norm, kost tijd. Zeker bij een vastgeroest beeld als moeder of huisvrouw, met de nadruk op dat dit dus twee verschillende labels zijn, kan dit proces tientallen jaren duren. Bij dit soort grote landelijke of wereldwijde veranderingen in sociale regelgeving gaat het heel traag wat er voor zorgt dat verschillende fases van verandering beter te analyseren zijn.
Ik baseer dit idee op de innovatietheorie van Everett Rogers, waarbij hij een analyse maakt van het verspreiden van een idee of product. 16 In dit geval houdt dit idee in: het introduceren van een nieuw sociaal construct. Eerder vertelde ik over het individu dat zich afsplitst van de grote groep. Op grote schaal is dit individu een groep initiatiefnemers, vaak vallen kunstenaars en activisten binnen deze groep. Zij komen met een nieuw idee van een sociaal construct, en door middel van tekst of beeld creëren zij het idee dat ze actief uitdragen en verspreiden. Deze groep is maar een kleine 2,5 procent van het totaal. Rogers noemt deze groep de innovators. De volgende groep bestaat uit de early adoptors, mensen die snel trends oppakken of potentie zien en van nature minder bang zijn voor verandering. Deze groep is zo’n 13,5 procent van het totaal en als de afgesplitste groep boven de 16 procent komt is de groep inmiddels groot genoeg en groeit exponentieel sneller en sneller. De massa komt zo langzaam in beweging. Dit eerste deel van de massa valt onder de early majority. Wat deze groep zo interessant maakt is dat door de verplaatsing van de early majority het huidige sociaal construct in beweging komt en dus langzaam maar zeker verandert. Hier wordt de paradigma verschuiving ingezet, een duur woord voor het omslagpunt tussen het oude en nieuwe construct. Het omslagpunt is waar de early majority overgaat in de late majority en de grootste groep aanhanger is van het nieuwe sociale construct. Alle groepen na het omslagpunt worden in de volksmond ook wel hekkensluiters genoemd worden. De groepen die zo lang mogelijk vast houden aan het construct zoals ze het kennen, mensen die geen beperking voelden in een van de sociale regels en dus geen behoefte hebben om zich “te verplaatsen”. In het geval van de vrouwenbeweging zijn dit de mannen, en meestal toch wel de witte middenklasse en hoger opgeleide mannen.(Sorry, ik moet het toch erkennen).
Voorafgaand aan dit omslagpunt wordt er al veel beeld geproduceerd om het idee te verspreiden en invloed uit te oefenen: de affiches, de t shirts, foto’s, buttons, video’s voor en van demonstraties, commercials van producten gericht op deze doelgroep. Hashtags als #freethenipple verzamelen bepaalde type beeld en deze verzameling wordt dan in een later stadium ook weer het keurslijf waar de betrokkenen/aanhangers aan moeten voldoen.
Op het moment van creatie, definieert dit beeld wel maar is nog geen maatstaf waar je aan moet voldoen. Het beperkt nog niemand omdat er nog niet in wordt geloofd, al thans niet door genoeg mensen alleen door de adopters. Geloofwaardigheid is een belangrijk aspect als het aankomt op het omzetten van beeld naar regelgeving.
Pas als er genoeg mensen achter staan, is het geloofwaardig en bepalend voor de norm. Als er dan meer mensen achter staan (early majority) krijgt het eerder gecreëerde beeld ineens een hele andere rol, het schuift van de functie als breekijzer naar meetlat. Dus wat eerst progressief en een trendbreuk was wordt vervolgens de nieuwe norm. Daar hoeft dus geen nieuw beeld voor gecreëerd te worden. Dit is precies het punt waar je je als beeldmaker op glad ijs bevindt. Voor je het weet bepaal je een beeld dat later de norm wordt.
Beeld maak je of je nou wil of niet voor een publiek en met een doel: om iets over te dragen of om een bestaand bericht te ondersteunen. Activistisch beeld maak je dus met het doeleinde om iets te veranderen. De huidige norm, daar ben je het niet mee eens en dat laat je beeldend ook zien. Door middel van kleuren, vormen tekst en poses van de karakters in de posters. Een goed voorbeeld daarvan zijn deze posters. 17 Het is vaak een krachtig beeld, met harde contrasten en met redelijk agressieve poses. Rood en zwart, blauw en fel roze, vuisten, solidariteit symbolen, heksen en slangen. Allemaal wordt het ingezet om aan te geven dat je niet over je heen laat lopen. Als iedereen zich hier bij voegt, verschuift dus langzaam de norm naar een groep boze mensen, ze schreeuwen en ze zijn het allemaal niet eens met hoe het eerst was. 18
In beeld worden vaak stellingen gesimplificeerd om ze zo duidelijk en pakkend mogelijk te maken. en soms verliest het daardoor nuance. “Ik denk dat het beter is als vrouwen mogen studeren” wordt vaak afgekort naar “het is beter als vrouwen studeren”. De manier waarop wij dingen bespreken en presenteren is vaak vanuit een waarheid. Het verschil is klein. In plaats van een menig wordt het een stelling waar door mensen voor of tegen kunnen zijn. Indirect zijn dit soort uitspraken een voorzet voor een sociale regel, ongeacht wat onderzoek naar voren brengt, ongeacht wat besloten is bij wet. Als een groep die groot genoeg is iets vind/zegt dan is het zo. Ergens een gedachte die geruststellend en angstaanjagend is op hetzelfde moment. Dat het volk zo’n macht heeft en niet afhankelijk is van elite die regels bepaalt is een linkse natte droom. Maar het idee dat de mensen die zomaar het hardste schreeuwen de meeste volgers krijgen, wat de aflopen jaar toch veel gebeurd is vanaf het rechtse front, is een nachtmerrie.
Dit subtiele verschil tussen het verwoorden van een mening en stellen van een waarheid wordt dus niet alleen vergeten in tekst, maar juist ook in beeldtaal. Door het maken van beeld om je nieuwe idee vorm te geven en te ondersteunen creëer je als beeldmaker vaak onbewust een nieuwe waarheid, waar mensen zich vaak of voor of tegen kunnen positioneren. Radicalen, gematigden en dan nog een aantal verschillende opvattingen. In 1976 schreef Betty Friedan een open brief gericht aan de vrouwenbeweging destijds. 20 Waar ze in de eerste paar pagina’s schrijft over dat wij vrouwen bij elkaar moeten blijven, en elkaar moeten steunen. Minder individualistisch moeten opereren en dat de beweging te versplinterd is om iets te kunnen veranderen.
[…]I could say to all of you in the movement, “This divisiveness is dangerous. It is a betrayal of the movement to question any leader now. Remember, sisterhood is powerful.” But the bell would continue to ring. If I kept on saying such reassuring words, I would be lying to you and to myself. We must ask, we must listen, we must no longer blind ourselves to the danger signs. The women’s movement is in danger, from within and from without, and those who wish it dead will indeed move in on our weakness. And if the women’s movement dies – or becomes weakened, is no longer the vital, strong, moving force that enabled all of us to change our lives – what will become of us, and our sisterhood, our new hopes? Would we have to go back to the way we were before?[…]
Versplintering is de dood van elke beweging, je verliest massa en zonder massa verander je niets. Focus is verloren of misschien lijdt het juist onder hyperfocus. 21 Al met al is die versplintering verwarrend. Er worden door verschillende groepen verschillende beelden geproduceerd. Ook al is het moeilijker om iets te veranderen als kleine verschillende groepen, is er wel minder druk om te voldoen aan een soort norm. Dit is een afweging waar we geen balans in lijken te vinden. We schuiven van de vrijheid van de kleine dynamische en open sociale cirkels naar de hereniging, om op lange termijn en in het grote geheel gebruiken te veranderen. Versplintering ontstaat vaak op een bepaald moment. Namelijk op het moment dat er regels worden genormaliseerd. Door middel van het normaliseren van regels beperken we eigenhandig de vrijheid. Deze beperkingen benauwen bepaalde groepen mensen, die zich hierdoor afsplitsen en zo de nieuwe innovators worden.
Taal of beeldtaal zijn beiden een communicatiemiddel waarmee je ook goed de plank mis kan slaan. Als het gaat om grotere sociale of politieke onderwerpen kan dit soms nauw luisteren. In gewoonte en gebruik wordt er in het dagelijkse leven binnen sociale cirkels niet echt gelet op exacte en nauwkeurige verwoording van een mening. Dit komt omdat iedereen het eens is en dus het met eigen invulling direct begrijpt.
Een interessant voorbeeld om naar te kijken is de poster, Vrouw Versier je Eigen Leven Vecht Jezelf Vrij. 19 Het beeld lege portretten af van de vrouw. Ik zou zeggen ondanks dat dit een feministische poster is in het zelfde stadium van de feministische golf als Atonomous Feminist poster, maar dan gericht op een andere doelgroep. Het lijkt alsof deze poster bijna bewust ruimte over laat voor interpretatie voor hoe een vrouw eruit moet zien. De makers proberen er niet één vast beeld aan te geven, de contrasterende “kleding” keuzes en haar coupes zijn zorgvuldig gekozen, een inclusief beeld waar in meerdere soorten vrouwen zich kunnen vinden. Het beeld op de poster gaat niet over werk, moederschap of seks. Het beeld laat alle keuzes open. In principe een van de meest vrijblijvende posters van het feminisme. Geen gebruik van kleur waar voorkeur bij komt kijken. Is dit dan wel een goede poster, is dit niet te breed en te veilig?
Betekent het maken van posters het kiezen van een kant en kan het nooit helemaal inclusief en politiek correct zijn? Niet perse, al is het wel moeilijk om daar vandaan te blijven. Beeldtaal is een ingewikkeld medium om in te communiceren, het is veel meer overgelaten aan interpretatie. Zoals ik eerder al opbracht het is een subtiel verschil tussen het stellen van een waarheid en het verwoorden van een mening. Dit gaat al vaak fout in taal en dit is een communicatie middel dat al jaren oud is. Dat het onderscheid tussen een stelling en een mening moeilijk te maken is in beeldtaal is dus niet erg vreemd. En als het je lukt genuanceerd genoeg te zijn in je beeldtaal kan je nog steeds niet honderd procent zeker weten dat mensen dat ook zo opvatten. Daarbij moet je je ook afvragen of je dit wel wilt dicht timmeren. Politieke correctheid voorkomt ook niet alles.
Het politiek correct zijn, wordt ook wel eens verward met vrijheid voor iedereen, op het moment dat je je niet uit spreekt, betekent dat niet automatisch dat je mensen vrijheid biedt. Sterker nog, als politiek correct de nieuwe sociale regelgeving is dan mag je je dus nooit uitspreken, en heb je dus automatisch weer geen vrijheid. Dan gaat het hier niet eens perse om politieke correctheid, maar om het feit dat je iets wordt opgelegd. Dit is een goed voorbeeld, omdat politiek correctheid gezien wordt en gebruikt wordt als een idee van ultieme vrijheid, een inclusiviteit zodat iedereen zich vrij voelt. Maar op het moment dat dit je wordt opgelegd en je raar aan wordt gekeken als je iets anders zegt creëert dit weer een beperking, en indirect onvrijheid.
In contrast met die politieke correctheid is het volgende beeld een goed voorbeeld van hoe je dingen juist extreem definieert en vastlegt voor het publiek. Op de paarse protest poster hier naast, onderdeel van het atria archief , zien we een illustratie van een vrouw met meerdere armen. 22 Ze heeft zes armen met elk een ander voorwerp met symboliek. Elke taak die ze op zich neemt is afgebeeld: Ze klust zelf, maait, ze heeft medische kennis of ze verzorgt, ze zorgt voor een kind, ze maakt thee en organiseert daarmee een huiselijke sfeer, ze maakt schoon, haalt de boodschappen, een kind trekkend aan haar schort geeft aan dat het kind meer een last is dan dat het haar verblijdt. Kort om ze laat alle aspecten zien van haar vrouw zijn. Meer dan alleen een moeder, meer dan alleen een werker. Ze is van alle markten thuis. Het doet mij ook denken aan hoe hindoeïstische goden worden afgebeeld, met meerdere armen. Met het afbeelden van deze multitaskende vrouw maakt de illustrator beloftes. Hele letterlijke beloftes.
De vrouw op de poster heeft geen gezicht, dit zou je kunnen opvatten dat deze vrouw universeel is, geen persoonlijkheid maar dit zou elke vrouw kunnen zijn. Met name gericht op het spreken tot de beschouwer die zich door gebrek aan gezicht veel beter kan verplaatsen in de vrouw op de poster. De vrouw zegt ja tegen al dat hooi op haar vork. En als je deze poster support zeg jij dat indirect ook, al kan je dat misschien helemaal niet aan. De tekst op de poster is:
‘no a la discriminació laboral - per un lloc de treball estable socialitzacio de les tasques domestique per una maternitat lliurement decidida derogació lleis represives i antifeministes- la a l’atur femini prou de sobre-explotació de la donna Fora la societat masclista- educació sense discriminacions’
of wel:
geen discriminatie op grond van arbeid - voor een stabiele baan- socialisatie van huishoudelijke taken - voor een vrij bepaald moederschap Intrekking van repressieve en antifeministische wetten - de vrouwelijke werkloosheid- genoeg overexploitatie van de vrouw buiten de seksistische maatschappij - onderwijs zonder discriminatie Gelijke rechten, op gebied van werk mogelijkheden en onderwijs. Als ondersteunend beeld gebruiken ze dus de illustratie als belofte. Kijk dit doen we al allemaal tegelijkertijd. Of dit kunnen wij allemaal tegelijkertijd.
Om iets te veranderen wordt er meeren deels beeld gecreëerd dat haaks staat op de op dat moment normale principes. Dit is waarom we constant heen en weer bewegen tussen twee tegenpolen. Niet omdat we dat bewust willen maar omdat er misschien wel een radicaal tegenwoord nodig is om het minimale te veranderen. Elke protest beweging heeft zijn eigen doeleinde, deze worden behaald en dan komt de volgende golf met nieuwe doeleinde. Al deze bewegingen vormen hun eigen nieuwe construct. Zo zijn er inmiddels meerdere generaties met allemaal hun eigen construct, en bij behorend beeld. Wat jaren daarna nog herkent word, bijvoorbeeld beeld van baas in eigen buik. Nieuwe generaties ervaren sociale regels op een andere manier en elke generatie houd vast aan een eigen set van regels. Dit zorgt er voor dat er inmiddels meerdere beelden zijn van de vouw, die allemaal naast elkaar bestaan en waar een jonge vrouw ook allemaal aan moet voldoen.
Behoud van sociale regels gaat hand in hand met behoud van beeldtaal. Beeldvorming wordt behouden en doorgeven, generatie op generatie. Dit gebeurd in meerdere vormen en maten. Behoud van beeldtaal kan via herhaling, serieus maar ook ironisch. Dat betekent niet dat één beeld niet bepalend kan zijn voor de insteek voor alles wat er op volgt. Maar dit zeker wel kan beïnvloeden. Zo zou je kunnen zeggen dat eerste feministische posters, de huidige posters nog steeds beïnvloeden. Hier kan je kijken naar kleuren, poses van characters, symbolen die terug komen, typografie en illustraties. Activistisch beeld brengt vaak een nieuw perspectief in de discussie, althans dat is de bedoeling. Activistisch beeld kunnen we ook progressief noemen, waarmee je voor uitstervende kunstenaars, en designers ook betrekt bij deze groep beeldmakers. Het creëren van nieuwe beeldtaal is met al die invloed dus ook erg lastig, en zelfs als dit lukt moet die beeldtaal wel de goede boodschap communiceren naar een conservatief publiek, namelijk de massa. Om beeld over te brengen en een onderwerp te vatten in een oog opslag moet er een deel herkenbaarheid in zitten. Mensen moeten direct snappen waar het over gaat, dit betekend mensen moeten het kunnen plaatsen in hun referentie kader.Dit zorgt er voor dat er bepaalde elementen gebruikt worden om zo snel mogelijk de context en de boodschap te begrijpen. Het is een interessante combinatie. Activisme is een groep die zichzelf labelt met progressief en vooruitstrevend, die na 100 jaar nog steeds dezelfde elementen laat terug komen in de bij de beweging passende beeld taal. Terwijl de vrouwen van nu zich toch niet meer identificeren met de vrouwen van 1918, maar kennelijk is de beeldtaal nog wel relevant. 23 Wat je vaak ziet in een poging tot vernieuwing, is een tegenreactie die haaks staat op de huidige manier van beeld maken. Dus als je een heel preuts beeld hebt van een vrouw, (en nu is preuts natuurlijk een vrij rekbare term), krijg je vervolgens een heel geseksualiseerd beeld van een vrouw, met het idee dat ze haar seksualiteit eigen maakt, en in controle neemt, zoals uiteraard Madonna claimt te doen, en Kim Kardashian. Deze hevige schommelingen zorgen er ook voor dat de massa zich nooit helemaal aanpast aan het een of het ander. Het verschil ligt zo ver uit een dat de middengroep of de majority zich niet thuis voelt in het redelijk uitgesproken beeld. Popularisatie is dan ook nodig om een minder radicaal beeld te creëren waar veel mensen zich in kunnen vinden.
Het behouden van beeldelementen betekent dat je bepaalde delen van een construct onderhoudt, of in stand houd. Dit is haast onvermijdelijk omdat verwachten dat iemand totaal objectief iets nieuws maakt is ook vrijwel onmogelijk. Niemand is echt capabel om buiten zichzelf en zijn cultuur (sociale cirkel) objectief te kijken naar de wereld en dan iets compleet nieuws te creëren. Maar ik moet ook zeggen dat ik niet weet of dit goed of slecht is en of als je dat wel zou kunnen, het ook echt iets zou veranderen. Als je te obscuur en te anders bent kunnen mensen zich niet meer aan je meten, je wordt vervreemd. Dit zorgt er voor dat je misschien wel nooit langs de tweede fase van de early adaptors komt en dan verander je dus nooit iets. Dan ben je alleen maar in opstand en boos zonder enige reactie van je omgeving.
Om massa te behalen wordt (beeld)taal in veelvoud herhaald via verschillende platformen. Waar vroeger beeld weg was op moment dat het van tv af was of de posters weggehaald waren, blijft beeld en taal op internet veel langer circuleren. Met als gevolg dat je als beeldmaker niet meer in controle bent over wat er met dit beeld gebeurt na verloop van tijd. Beeld en taal, slogans en titels kunnen van lading veranderen gedurende een kringloop van sociale verandering.
Een goed voorbeeld van het veranderen van mening door de tijd is de titel GIRL BOSS. 28
Een titel die ik vaak voorbij zie komen op mijn eigen sociale media. De term girl boss wekt bij mij dubbele gevoelens op. Enerzijds geeft het aan dat je als vrouw nog steeds niet geaccepteerd bent als volwaardige baas, anders zou je die term wel kunnen gebruiken voor beide. Je specificeert het nog dus is het speciaal. Aan de andere kant, is het nodig om er aandacht op te vestigen. Deze term girl boss was nodig om meer vrouwen aan te moedigen om wel een leidende rol aan te nemen. Vervolgens, als het doel bereikt wordt, is het een term die degenereert en onderscheidt terwijl je dat niet wilt. Beeld werkt het zelfde. Beeld dat als doel heeft om mensen gelijk te trekken, in dit geval gelijke kansen in het werkveld voor man en vrouw, wordt vervolgens beeld dat het onderscheid in stand houdt. Het beeld, ook al is het tegen een systeem, bevat nog steeds de fundamenten van het oude systeem of construct.
Sociale vrijheid hangt hier dan ook mee samen. Eerst moet je solidair vechten voor gelijke rechten. Maar op het moment dat dit behaald wordt en de verwachting is dat dat iedereen deze rechten daadwerkelijk gebruikt, na leeft, ontstaat er een verplicht recht. Verplicht gebruik van je vrijheid, ook wel onvrijheid. De nieuwe standaard is, als vrouw kan je werken en zorgen en mooi zijn allemaal op hetzelfde moment, want dat werd geroepen. Het een sluit het ander niet uit! en Ik ben niet alleen maar een moeder ik ben veel meer! En nu moet je het waarmaken. 29Maar niet iedereen is veel meer, niet iedereen kan veel meer aan dan het zijn van een moeder, of je kan het zijn van een moeder niet aan.
En hier heb je het al, het eerste wat ik benoemen is het fysiek of mentaal aankunnen van iets. Maar veel vrouwen willen ook niet per se voldoen aan die norm ook al zouden ze het misschien ‘kunnen’. Wat er voor zorgt dat als je niet voldoet aan die norm je direct als minder of incapabel wordt gezien. Zonder er bij na te denken zijn we net zo ver doorschoten naar de andere kant. 30 Van een huismoeder naar een girl boss. Als je niet onderschat wil worden, moet je bewijzen dat je alles aan kan. In het beeld dat op komt als je ‘working women’ googled zijn vrouwen met 8 armen, de belofte die eerder gemaakt werd in de posters. Het fysiek onmogelijke wordt al verbeeld. De afbeelding staat recht voor ons neus maar we zien het niet. We weten dat het hebben van 6 armen, met daar in gezond eten, een baby een telefoon gesprek met waarschijnlijk of je moeder of je partner, onmogelijk is. Maar in beeld kan dat, armen er bij toveren. Je kan drie geperfectioneerde beelden van de vrouw samen smelten tot een en hiermee de werkelijkheid verbloemen en romantiseren. Nogmaals, dit weten we, we kunnen makkelijk het onderscheid maken tussen realiteit en fictie. We denken hier rationeel tegen bestand te zijn maar toch is dit waar we ons aan optrekken en waar we tegen op boxen. Hiernaast natuurlijk de onmiskenbare invloed van sociale media waar in je ook je anders voor kan doen dan je bent. De beeldvorming via instagram. Een platform waar het gaat om hoe je jezelf presenteert.
Een jaar geleden begon ik met deze scriptie, met een verwondering en interesse in de kracht van beeld en de invloed van beeld op lange termijn. Waarin ik deels ook wilde onderzoeken wat ik als nieuwe beeldmaker kan toevoegen aan dit werkveld en wat mijn verantwoordelijkheid is als beeldmaker. Ik was ironisch gezien op zoek naar vrijheid want het idee dat het niet uit maakt wat ik zou maken blokkeerde mij. Nu terugkijkend op alles wat ik aan elkaar heb gepuzzeld was dit vooral om een beter overzicht te creëren voor mijzelf en hopelijk ook voor anderen. Wat betekend dat nou, beeld voor lange termijn, en heb je daar überhaupt invloed op? Wat ik inmiddels met zekerheid kan zeggen is dit: beeld legt iets vast, een moment of een idee. Dit geeft mensen die iets niet hebben meegemaakt de mogelijkheid om zich in te leven. Of als iemand die er bij was, iets opnieuw te beleven. Kort om beeld houd iets in stand, en dat heeft ook een keerzijde. Wat ik verder heb gezien is dat ironisch gebruik van oud beeld de laatste jaren veel voor komt. Ik ben dan ook als twintiger onderdeel van een vrij sentimentele generatie met thema feestjes van de 90’s om iets te herbeleven wat net voorbij is. Van elk tiental wordt een thema gemaakt, net als de zestiger jaren. Kennelijk staan de zestiger jaren zo ver van ons af dat we er ons niet meer mee kunnen identificeren en we het zien als kostuum. Wat ik merk en waar ik ook nog geen antwoord op heb maar wel op zou willen is het volgende. In hoe verre beïnvloed terugkijken dan ook het kijken naar de toekomst? Kunnen wij beeld maken dat daadwerkelijk tijdloos is, of losstaat van een sociale regelgeving. En kunnen we beeld maken dat ons verlost van sociale regelgeving.
Door het leren en het lezen over beeld, en door het te analyseren ben ik ook wel zelf veranderd naar hoe ik er naar kijk. en ik heb veel geleerd over waarom mensen bepaald beeld maken en in stand houden. Misschien ben ik wel nog meer gaan focussen op wat elk beeld doet. Welke functie het heeft en wat de impact mogelijk kan zijn.
Gek genoeg heb ik wel het gevoel dat ik een beter kader heb gecreëerd om naar beeld te kijken. Ik vond het in ieder geval een stuk ingewikkelder een jaar terug. Tijdens mijn lessen aan de universiteit werd ook beeld geanalyseerd. Als enige beeldmaker van de groep kwam ik er achter dat ik echt anders kijk naar beeld. Ik stel simpelweg andere vragen. Door deze realisatie voelde ik mij een stuk zelf verzekerder om dit dan ook te gebruiken in mijn scriptie als vorm van argument. Door een paar maanden bij Tegenlicht te hebben gewerkt heb ik veel meer geleerd om via het publiek te kijken naar beeld. Buiten je eigen culturele bubbel te stappen. Wat is nodig om iets duidelijk te maken, wat strip je weg wat laat je staan. Niet per se dingen die je direct aan beeld linkt, maar het heeft mij wel geholpen verschillende categorieën beeld (en makers van die beeld) te begrijpen en de beslissingen van de maker te kunnen zien. En dit geeft mij ook meer basis voor mijn eigen manier van werken. De zoektocht naar vrijheid werd door dit afgelopen jaar heen ook iets persoonlijks. En ik ben met mijn scriptie meer gegroeid naar beeldmaker met een breder perspectief. Dat was niet per se mijn voor uit geplande doel, maar in retrospect is dat wel wat is gebeurd, en waar ik ook wel blij mee ben. Ik wil ook proberen om dit dan ook in praktijk proberen uit te voeren. Het maken van beeld wat een sociaal construct doorbreekt maar wat wel met als doel heeft iets op te bouwen. Wat dit in houd weet ik zelf ook nog niet precies. Ik heb verder vooral focus op hoe je een stroom aan opvolgend beeld kan doorbreken, ik ben daar zelf nu veel over na aan het denken hoe dat dan zou werken in de praktijk, en of je iets door andere linken te leggen een nieuw beeld binnen beeldvorming kan introduceren.