De collage op grote schaal

1. De collage op grote schaal

’t is héérlijk om verloren te zijn

volle ogen: helemaal compleet

verbaasd. vergeet ik eindelijk

een boel.



In de volgende introductie begeleid ik je door een dialoog tussen mij en Geert Verbeke, gehouden op Woensdag 7 November 2018 te Kemzeke, waarin ik ontdekte hoe de collage zoveel meer kan betekenen dan wat knippen, scheuren en plakken.

Rhodé Tavenier: Dit idee van onvoorspelbaarheid, het stap voor stap creëren met hetgeen wat beschikbaar is en hetgeen wat beschikbaar komt, “de collage op grote schaal”. Dit zet mij aan het denken over de manier hoe verschillende elementen samen kunnen komen. Vanuit mijn eigen ervaring en observatie voel ik in mijzelf en om mijheen vaak een ongewenste maar aanwezige krampachtigheid. In het leven kunnen wij als mensen proberen onze complete toekomst uit te plannen, en als dat niet gaat tenminste het avondeten voor de gehele aankomende week. Ook plannen we graag schaamteloos vakanties in naar verre oorden om “onszelf te ontdekken”. Alles wordt uitgepland om vervolgens misschien of altijd totaal niet zo uit te pakken als in de planning stond. Dat is dan dikke pech, volgende keer beter. 
Het samenbrengen van elementen is iets wat in mijn systeem zit. Zowel in mijn gedachtengang als in mijn fysieke doen. Connecties tussen woorden, mensen, dingen en gebeurtenissen worden automatisch snel gemaakt in mijn brein, dit kan soms onlogisch of onrelevant lijken en vaak ook erg uitputtend, vooral omdat ik het niet “uit” weet te zetten. Beelden in collagevorm van deze hersenspinsels bleken voor mij een bevrijdende en interessante uitkomst te bieden. Wanneer deze spinsels niet uit mijn hoofd geraken, uit het zich eerder in organiseren en plannen van mijn persoonlijke omgeving en gedachten. Denk aan opbergen, weggooien, lijstjes, stapels etc. Een krampachtige poging mijn noodzakelijke creatieve chaos te bestrijden met orde.
Geert Verbeke: De collage op grote schaal, dat is niet zo 1,2,3 gedaan. Maar je moet dat kunnen in het leven; stukken bijeenbrengen.
Rhodé Tavenier: Mee eens. Dit is een intuïtief proces, het reageren op datgene wat ontstaat of komt. Door te reageren ontstaat er een mogelijk organisch dialoog, een dialoog waarin kans, toeval en de wereld om je heen een handje meehelpt in jouw creëren. Dit alles zonder plan, stap voor stap. Een goed voorbeeld hiervan is de Ecokathedraal in Kemzeke. Deze Ecokathedraal heeft een bouwproces dat minstens 100 jaar door zal gaan, zonder ander plan dan het tot stand brengen van een Ecokathedraal. Muren, paden, terrassen, torens of wat zich ook aandient. Alles van los gestapelde stenen of ander materiaal. De natuur neemt gaandeweg deel aan het project en overgroeit, vult in, verrijkt, verdiept, verrast, doet ecosystemen ontstaan die er anders niet zouden zijn. Onvoorspelbaar, niet gebonden aan tijd.
Zomer 2018 kwam ik tijdens mijn stage in aanraking met de Verbeke Foundation, dé plek waar geen angst heerst om wat dan ook en op welke manier dan ook samen te brengen. Wat vooral zo verhelderend is, is dat de elementen van het leven waar wij niet aan gewend zijn en liever niet aan blootgesteld worden hier juist een plek krijgen. Denk aan groei, verval, lelijkheid, afval, de dood, het leven, evolutie, chaos, beweging, imperfectie en menselijkheid. Dit alles komt samen op een enorm terrein van wel 12 hectare groot waar de natuur het dikwijls overneemt van de kunst. De focus van de verzameling ligt op conceptuele kunst en collages en assemblages. Het is een organisch gegroeide plek, een plek die eerst diende als transportbedrijf en langzaamaan, beetje bij beetje is uitgegroeid tot de unieke plek die het nu is. Dit groeiproces gaat nog elke dag door, met evenveel ruimte voor verval.
Opvallend is dat ik deze ruimte en benadering nog nooit eerder ben tegen gekomen in een museumsetting. In gesprek met kunstenares en curator op de Foundation Tineke Schuurmans, verwoordt zij hoe de gevestigde kunstwereld te opgericht, omkadert en veilig is om houvast te zoeken voor het leven en haar bijbehorende spontaniteit. Wanneer er ruimte mag zijn voor alles, kan dit als heel troostend worden ervaren. In eerste instantie is er soms een schrikreactie, maar vaak wordt dit al gauw vervangen voor opluchting, een keurslijf wat wegvalt.

Verzamelen is een ziekte

2. Verzamelen is een ziekte

hoe kan dat nou?

nooit ’n glimlach

eindeloos juichen



Verzamelen is een ziekte. Een manier om grip te krijgen op het leven. Je aan iets ‘vast te kunnen houden’. In gesprek met Geert over zijn verzameling collages merk ik hoe hij bij elk werk dat hij bezit, elk detail weet. Wanneer heeft hij het gekocht, voor hoeveel heeft hij het gekocht, van wie heeft hij het gekocht, waarom heeft diegene dit werk gecreëerd, wat heeft diegene nog meer gecreëerd, wat zou Geert nog meer willen hebben van diegene, wat was het beroep, aan welke exposities heeft diegene meegedaan. De beweegreden achter de aanschaf van elk stuk in zijn collectie is altijd zijn persoonlijke intuïtie geweest, en nog steeds. Wanneer je de Foundation ziet, zie je mij.
Wanneer Geert 30 jaar geleden met verzamelen begon was het de eerste 2 jaar vooral abstracte kunst, totdat hij een werk van Jean-Jacques Gailliard (BE, Brussel, 1976) aantrof wat hem meteen raakte. Waarom? Het is een collage uit 1953, toevallig Geert zijn geboortejaar. Het is een combinatie van collage, of eigenlijk een découpage, het silhouette van Ensor, (James Ensor, 1860, BE). Ensor zijn naam in het rood erbij geschreven, en de tekst: Le Réveil d’Ensor. Dit is de titel van een film door Gailliard over Ensor, waarin hij met de découpages van Ensor een mimespel speelde om dit te filmen. Naar de film heeft Geert grondig gezocht maar heeft deze nooit kunnen vinden, de andere découpages van Ensor gemaakt door Gailliard wel, welke nu onderdeel uitmaken van zijn verzameling.
Na de aanschaf van deze eerste collage is de verzameling collages en assemblages tot op de dag van vandaag uitgegroeid tot bijna 5000 collages. Deze voorliefde voor collage verklaart Geert door het feit dat het een bezigheid is met zaken die al bestaan. Wanneer de schilder een wit doek koopt om daar zij of haar eerste klodder verf op te smeren, pakt de collagist een oude krant om deze vervolgens in stukken te scheuren of knippen. Dikwijls zijn dit bestaande stukken die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Door deze bijeen te brengen creëer je iets bevreemdend. De voormalige betekenis maakt plaats voor een geheel nieuwe betekenis.
In het verloop van het gesprek merk ik hoe het object en de materie hiervan enorm van belang is voor Geert. Dit blijkt wanneer hij uitlegt totaal geen interesse te hebben in het verzamelen van digitale collages. Digitaal in de zin van digitaal gecreëerd en/of geprint. Hij legt uit hoe het tactiele van het werk één van de belangrijkste kenmerken is. Daarnaast is het belangrijk om de hoogte en laagte verschillen te kunnen zien. Om dit te beoordelen voelt Geert vaak in geval van twijfel of het wel degelijk een opgeplakt element is of niet. Ik moet er over kunnen wrijven.
Naast het argument van tactiliteit is hij van mening dat door het werken op de computer in plaats van analoog, er zo een enorme massa aan beelden zomaar tot je beschikking is als collagist. In de analoge collage ben je als maker verplicht op zoek te gaan, te verzamelen en te kijken, knippen en scheuren. De hoeveelheid aan informatie en beeld is op een computer oneindig. Dit is te vergelijken met een kunstenaar die alles laat maken door een ander. Het kan best een goed kunstwerk zijn, maar ik heb liever iemand die het zelf maakt, zelf produceert.
Zelf zie ik ook een verbinding tussen de factor van vergankelijkheid en materie. De transparantie in vergankelijkheid met daartegenover groei staan centraal in de Foundation, dit is iets wat onlosmakelijk is verbonden met materie. Een interessant feit is dat collages een assemblages één van de meest moeilijk te behouden vormen van kunst zijn, vooral omdat ze vaak gemaakt zijn van verschillende rondzwervende of gevonden materialen, vaak niet van de beste kwaliteit papier en lijm. Van een digitale creatie zul je niet zo snel een fysiek vergankelijkheidsproces mee maken. Misschien wanneer iets kwijtraakt, verslijt of vastloopt. Een website blijft bestaan totdat de eigenaar van de domeinnaam niet meer betaald. Verder kan vergankelijkheid ook in een abstractere, non-fysieke zin bestaan, denk aan de vergankelijkheid van het geheugen. Het menselijk geheugen vergaat, en zelfs ons digitale geheugen vergaat vandaag de dag.

Ik wrijf liever over mijn beeldscherm

3. Ik wrijf liever over mijn beeldscherm

ik rust en blijf … ’n poosje

In gesprek met Tineke merk ik hoe ze van mening is dat de digitale collage vandaag de dag wel degelijk van belang is, maar dat ze ook begrijpt dat deze aardse benadering en belang van materie in Geert zijn bloed zit. Materie is iets wat hij omarmt, en hij wilt alleen maar meer. Dit betekent ook dat het moeilijk is om een stuk van de collectie af te stoten, zelfs als het niet goed past in het geheel. Dit komt door de verbondenheid met het werk, de herinneringen, wanneer de collectie groeit, groeit hij als het ware in volume mee met de collectie.
In het verzamelen zit ook een bepaalde onrust. Het is te vergelijken met een jacht. Wanneer de prooi gevangen is, zul je vroeger of later weer op jacht moeten. Deze onrust herken ik juist in de groei van mijn eigen fysieke materie. Zelf ben ik continu bezig met aanschaf, selectie en afstoting. Wat is het meest relevant, wat komt waar, wat mag weg etc. Liever minder dan meer is een dikwijls gedachte van mij.
Aan de ene kant heb ik moeite met niet continu te zoeken of iets te zien wat een illusionaire waarde zal toevoegen aan mijn leven, en aan de andere kant ben ik continu druk met een selectieproces van datgene wat weg moet, om ruimte en rust te geven. Een logisch gevolg van mijn materiële onrust is om digitaal mijn verzamel en weggooi woede voort te zetten. Vanaf mijn geboortejaar 1995, heb ik tot nu toe een stuk of 6 mobiele telefoontjes versleten en maar liefst 3 laptops. Sinds een jaar of vijf heb ik op mijn huidige laptop een enorme folder met verzamelde afbeeldingen, veelal van allerlei websites, en schermafbeeldingen van interessante dingen. Daarnaast verzamel ik sinds die tijd schermafbeeldingen van elk Skypegesprek dat ik voer. Ook ben ik sinds een jaar of twee de trotse eigenaar van een 100 gigabyte harde schijf, die het gelukkig tot op de dag van vandaag nog goed doet.
Verzamelen is iets waar ik de waarde van inzie en wat ik graag doe. Maar zoals ik aangaf, liever niet (teveel) in mijn fysieke persoonlijke ruimte. Sinds ongeveer 1,5 jaar geleden begon ik met een digitaal archief voor mijzelf aan te leggen waar ik alle materialen, structuren en objecten die ik vind en zie inscan of fotografeer en zo digitaal verzamel. Voor mij een inspirerende manier om door de tijd heen een grote bron van input te creëren voor mijn creaties, waaronder veel collagewerk.

Wat heb je nodig?

4. Wat heb je nodig?

Piet paradijs
een clown van de natuur
            maar zo geweldig
te idioot
                           Applaus,


Hoe is het woord collage te definiëren? De dikke van Dale geeft ons het volgende kort maar krachtige antwoord: samengeplakt geheel. Zo’n collage. Dat kan toch iedereen? Wat heb je nodig? Je handen, lijm, eventueel een schaar, en wat papier dat verscheurd of verknipt mag worden. Dan kun je nog afwegen wat de drager wordt van het werk. Die ene bladzijde uit dat oude tijdschrift, een doek, of een leeg stuk papier.
Om iets dieper in te gaan op het te gebruiken materiaal in de collage. Rondzwervend en laagwaardig papier is het meest veelvoorkomende materiaal in de collage. Denk aan; verzamelde of gevonden kassabonnetjes, brieven, kranten, tijdschriften, kaartjes, boeken, folders, foto’s, karton, behangpapier, tekeningen, etc. Maar ook andere materialen zoals; stukjes hout, bladeren, schelpen, steentjes, stukjes glas of metaal, katoen, plastic, kant, leer etc. Dan is er nog het objet trouvé of ook wel, het gevonden voorwerp. Dit kan iets zijn waar men spontaan tegenaanloopt, of iets wat men bewust verzamelt. Denk aan dopjes, draadjes, knoopjes, sieraden, specifieke woorden en nummers etc.
De opberging van deze te gebruiken materialen kan zich in verschillende vormen manifesteren. Geheel willekeurig en ongeordend of compleet methodisch. Voor sommige makers is het proces van selecteren en organiseren al een hele inspirerende zoektocht. Vanuit de stapel aan verzameld materiaal kun je selecteren dat wat je nodig denkt te hebben. Deze selectie kun je indelen in thema, kleur, vorm, textuur etc. De ander gooit liever al zijn kranten, boeken en overige frutsels op een hoop in een hoek en weet zelf zijn of haar persoonlijke weg wel te vinden in deze wereld aan materiaal en informatie. De verdraagzaamheid van chaos hangt ook af van de mate waarin de maker weet wat deze nodig heeft, en wat de boodschap is van het te maken werk. Wanneer de materialen aanwezig zijn komt het aan op de maker en het persoonlijke proces van destructie, selectie, samenvoeging en vastlijmen. Het gemak en de toegankelijkheid geeft de collage vaak een status van onvolwaardigheid. Het is een manier om de inspiratie op gang te brengen, of om een basis te leggen voor verdere uitwerking. Misschien kan een volwaardig kunstwerk niet zo afhankelijk zijn van het toeval. Alhoewel de mate van de invloed van het toeval geheel ligt aan de ruimte die de maker hiervoor geeft. Als maker kun je met een open geest het maakproces ingaan en zien wat er gebeurt, maar het is eveneens mogelijk om van begin tot eind een geheel gecontroleerd en gepland collagewerk te creëren.
Voorafgaande gedachten zijn geschreven in de context van de klassieke, analoge vorm van collage. Vandaag de dag, in het jaar 2018 na Christus valt de digitale vorm van collage niet meer te negeren. Zo’n digitale collage, kan iedereen dat? Wat heb je nodig? Stroom of batterij, Je handen, een muis, een werkende computer of laptop, software en digitaal beeldmateriaal. De digitale collage kan worden gezien als gemakkelijker of juist moeilijker dan de analoge collage. De uit te voeren handelingen zijn minder direct en tastbaar dan in analoge vorm. Het maakproces is afhankelijk van de kennis en geoefendheid met betrekking tot de computer zelf en de software die gebruikt wordt. Bovendien is de bron, de hoeveelheid en de vorm van het beeldmateriaal niet te vergelijken met een fysiek rondslingerend overbodig stuk papier. Afbeeldingen worden veelal digitaal gevonden. Met de invoer van één of meerdere kernwoorden wordt er met behulp van een online zoekmachine zoals Google-afbeeldingen een vaak oneindig aantal varianten aan afbeeldingen getoond die allen zo te kopiëren zijn om gebruikt te worden voor digitaal verknippen.

Knippen, scheuren, plakken

5. Knippen, scheuren, plakken

  Toen ik ter wereld kwam,
        alle toppen al bereikt
Heeft u inmiddels betaald


Om het verschil tussen het analoge en het digitale collageproces beter te kunnen vergelijken en ervaren heb ik zelf een test gedaan door één middag puur analoog collages te creëren en één middag puur digitaal. Hier opvolgend mijn gedachten en conclusies van deze test.
Allereerst is het verzamelproces van het te gebruiken collagemateriaal tussen de twee werkwijzen niet te vergelijken. Voor de analoge collages heb ik fysiek materiaal verzameld. Bestaande uit; persoonlijk afval zoals; toiletrollen, verpakkingen, bonnetjes, etc. Naast deze verzameling heb ik verschillende materialen aangeschaft. Een krant in de boekenwinkel. Verder in de kringloopwinkel: een stripboek, wenskaarten, poëzieboeken, encyclopedie over zwarte magie, een oud fotoboek etc. Deze selectie aan materiaal is geheel afhankelijk van waar je bent, wat je hebt, wat je budget is, waar je oog opvalt en wat er beschikbaar is, vooral in de setting van tweedehands spullen. In geval van de digitale collage besloot ik mij toe te spitsen op het rondzwervende en laagwaardige materiaal online, in de vorm van verzamelde posts vanaf mijn Instagram feed. Deze digitale input is net als mijn verzamelde boeken en afval, geheel persoonlijk afhankelijk. De schermafbeeldingen zijn afhankelijk van de Instagram accounts die ik volg, van de persoonlijke advertenties, en van de trends die op dit specifieke moment spelen en relevant zijn. In tegenstelling to mijn fysieke materiaal hoef ik voor deze materialen niet mijn huis uit. Wel is het noodzakelijk toegang te hebben tot een internetconnectie. Een Instagram account is niet noodzakelijk aangezien het mogelijk is accounts en gebruikers te bezichtigen zonder ingelogd te zijn in een eigen account.
Wat betreft het analoge maakproces. Allereerst bleek het belangrijk te zijn al de verzamelde materialen op de grond om mij heen uit te stallen om een duidelijk overzicht te creëren van het geheel. Ik had mij voorgenomen blanco in het proces te stappen en te zien waar het materiaal mij bracht. De eerste collages bleken onwennig aan te voelen. Vrij willekeurig besloot ik uit gemak te beginnen met de vier verzamelde wenskaarten te verwerken. Een juichend kindje werd al gauw een juichend Coca-Cola blikje. De banale Albert Heijn advertenties bleken een verfrissend effect te hebben op de gepolijste wenskaartjes. Een zoetsappig Maltezer hondje met een roze beterschap boven het hoofd kreeg al gauw een grote Ierse riblap over z’n koppetje geplakt, zodat er niets meer van dat vervelende keffertje overbleef. Later vond ik er in één van de platenboeken nog een mooie farao bij, die zijn hand net zo bewoog alsof hij de riblap van de kaart duwde, de kaart was vol en het feest voelde compleet. Continu blijken er keuzes en afwegingen te maken. Er is een beperkt aantal afbeeldingen, allemaal éénmalig aanwezig en te gebruiken, in één specifiek formaat, niet in grootte te schalen en elke radicale bewerking of vernietiging is niet meer terug te draaien. Dit maakt het maakproces heerlijk verhelderend simpel, maar aan de andere kant ook dramatisch beladen. Een soort druk op je schouders waarin je een fluisterende stem je hoort toespreken, weet je het wel zeker Rhodé? Is dit nu per se waar je die Ierse riblap moet plakken? Hij is zo gaaf, is dat geen verspilling? Deze druk zul je vooral ervaren wanneer je net zo’n neiging naar overdenking en besluiteloosheid kunt hebben als ik.
Al snel kreeg ik door dat ik de ernst en voorzichtigheid van de eerste minuten maar beter zo snel mogelijk kon laten varen, simpelweg alleen al omdat het gehele proces zo veranderlijk is, als je maar los kunt laten en open kunt staan voor datgene wat gebeurt. Een afgeronde compositie transformeert plots in een ondergrond voor een geheel nieuw werk. Wanneer iets niet goed aanvoelt, bedek je het met iets anders, of je verscheurd het in stukken.
Opvallend is dat ik vaak verzeild raak in afleidingen zoals interessante kranten-artikelen of sensationele of zelfs choquerende weetjes in de Encyclopedie van Magie & Hekserij. Half afgeleid door mijn maakproces las ik nooit de hele pagina af, maar tegelijkertijd was ik mij bewust dat na het verscheuren en/of verknippen van de tekst ik waarschijnlijk nooit de kans of het moment meer zal vinden om het af te lezen.
Één van deze uiterst nuttige afleidingen was de inhoud van een artikel uit het Wereld Natuur Fonds tijdschrift, waarin de ernst van onze plasticvervuiling grondig werd besproken. Woorden als zwerfvuil en afbreek-jaartallen gelinkt aan verschillende plasticproducten kwamen voorbij. Zonder hier nog in te (durven) knippen open ik vlak hierna de laatste pagina van de Suske en Wiske. Daar staat Tante Sidonia, en schaamteloos vraagt zij aan de spiegel aan de wand, wie dan wel niet de mooiste is van het land. Deze prachtige paradox kan ik niet aan de kant laten liggen. Op grove wijze beantwoord ik Tante Sidonia in haar smachtende ijdelheid met vervuilde woorden.
Na een korte pauze stort ik mij terug op de stapel losse vellen papier, knipsels, afval en boeken. Na zo gevangen te zijn geweest in alle woorden, afbeeldingen en hun betekenissen besluit ik onbewust minder na te denken en meer materiaal in een rapper tempo te verwerken.
Mijn oog valt op alle dunne afgeknipte strookjes en omgekrulde overblijfselen van scheurwerk. Deze overblijfselen zijn totaal onbedacht, en afhankelijk van de perceptie, waardeloos, klaar voor de prullenmand. Maar juist omdat ik ze niet gecreëerd hebt of geforceerd heb geselecteerd om ze samen te brengen met een bijpassend element, blijken ze zo waardevol. De overblijfselen vormen mijn nieuwe materiaal, vanuit een afstand laat ik ze op een groot vel papier vallen, om ze vervolgens precies zo op te plakken als dat ze besloten neer te vallen. Deze switch van bedachtzaamheid naar onbedachtzaamheid manifesteert zich in mijn hier opvolgende werken. Met ogen dicht scheur ik bladzijdes in grote stukken, hopen verzameld afval pers ik met groot geweld tot een dicht getaped bijna driedimensionaal sculptuur, maar in omvang velen malen kleiner dan wanneer het uitgespreid over de vloer licht. Betekenissen en vormen maken plaats voor kleuren en textuur. Op grove wijze breng ik alles samen wat zich maar aanbiedt en wanneer het mij niet zint, gaat er met dezelfde vaart weer iets anders overheen.
De uiteindelijke analoge collagewerken zijn heus geen meesterwerken. En ik vind het moeilijk om welk dan ook van deze werken als een definitieve creatie te aanschouwen. Ook was dit zeker niet mijn eerste analoge collage ervaring. Maar het gehele proces, inclusief het onderdeel van de beschrijving hiervan bleek een rollercoaster aan gevoelens en openbaringen in zich schuil te houden.

Kopiëren, importeren, selecteren

6. Kopiëren, importeren, selecteren

Je wordt niet goed
          te vriendelijk
of Wellicht


Wat betreft het digitale maakproces. Mijn werkmateriaal: 146 mobiele schermafbeeldingen gemaakt op 17 november tussen elf uur en kwart over elf ‘s ochtends van mijn Instagram feed. Een vrij specifieke bron van materiaal, zonder een enorm verrassend zoek en verzamel proces. Het resultaat van de afbeeldingen daarentegen blijkt behoorlijk verrassend en divers te zijn. De gebruikte software is Adobe Photoshop CC versie 2014.
Om ietwat meer grip en beperking op het digitale collage proces te creëren legde ik mijzelf de regel op om in elke collage enkele schermafbeeldingen te mogen gebruiken en hier 2 varianten op te creëren. In de eerste variant is schaling van grootte niet toegestaan, nadat deze eerste variant is afgerond heb ik de vrijheid een tweede variant hierop te creëren waarin ik de elementen in de collage mag schalen, een belangrijke tool in de digitale collage die in de analoge collage ontbreekt, en die elke afweging in het proces en de uitkomst van het proces enorm kunnen beïnvloeden.
Aangezien de stap van het fysiek uitstallen ontbreekt in mijn digitale collage proces en de foto’s in lineaire vorm gesorteerd zijn op het tijdstip van de genomen schermafbeelding, bleek mijn selectieproces onbewust hierin mee te gaan. Het zijn 146 afbeeldingen, ik heb geen overzicht, elke collage bevat onderdelen van enkele schermafbeeldingen, beginnend bij nummer één. Stel dat nummer één tot en met nummer vijf zijn verwerkt, begin je bij de volgende collage bij nummer zes, want die is nog niet gebruikt. Deze methodische aanpak is een direct gevolg van de ontbreking aan de mogelijkheid gemakkelijk fysiek te verschuiven. Daarom wordt het veel lastiger om organisch onverwachtse linken, spanningen en nuances tussen verschillende beelden te ontdekken zonder compleet verdwaald te raken in digitaal geblader en geklik.
Wanneer de eerste schermafbeelding is geopend, een meme van een witte hondenkop met de tekst erboven: actually footage of me this winter, van het account @hilarious.ted (noemt zichzelf: The home of the best animal memes on the Internet) met grote zwarte ogen, knip ik vrijwel automatisch zijn kop uit om in mijn collagevel te slepen. Na de hondenkop volgt een hysterisch roze woonkamer van het account @decorhardcore (beschrijving in bio: (beschrijving in bio: Hardcore Is Not For Everybody: Emotional Furniture, Decor & More Curated by Ksenia Shestakovskaia Berlin) met een idyllisch behangpapier vol groene bomen. De scherpe hoeken waar het behang overgaat in de rest van de woonkamer lijken mij een sterk contrast te geven aan de ronde vorm van de hondenkop, deze knip ik uit, de rest van de roze woonkamer laat ik liever voor wat het is. Zo volgen er nog wat beeldfragmenten.
In de hier opvolgende collages werk ik wat meer met de tekst van de oneindige hoeveelheid aan memes die voorbijkomen. In de tweede variant waarin ik mijzelf toelaat om de elementen te schalen, indien ik hierin verbetering zie, merk ik dat ik vaak wat elementen vergroot om het totaal naar mijn gevoel een monumentalere compositie te creëren. Om details uit te lichten door andere zodanig te vergroten dat het meer een soort achtergrond wordt dan dat het een opzichzelfstaand element is waarin de contouren duidelijk zichtbaar zijn, die een evenwaardig formaat en daardoor hoeveelheid in zeggenschap krijgt in mijn compositie.
De randen van het digitale knipwerk variëren afhankelijk van de tool die ik gebruik. Mijn twee meestgebruikte tools zijn de automatische selectie tool en de lasso tool. De automatische selectie tool creëert afhankelijk van het contrast in kleur en grijswaarden een scheiding tussen onderdelen in het beeld. Deze randen kunnen vaak vrij rafelig uitpakken, vooral wanneer je er niet teveel tijd en aandacht aan wilt besteden.
De lasso tool gebruik ik wanneer ik scherpe lijnen wil creëren zonder enig rafelig randje. Wanneer ik iets met de ene tool begin uit te knippen is het mogelijk om in één klik mijn gedachten te veranderen om vervolgens toch de andere tool te gebruiken. Niets is verknipt of onbruikbaar geworden. Geen één actie heeft een radicaal gevolg op de opvolgende acties in mijn maakproces, want alles is binnen één klik zo weer terug te draaien.
Na een stuk of 5 collages begint het bijna te voelen als een soort lopende bandwerk. Het meest opmerkelijke aan het proces is vaak nog de inhoud van de schermafbeeldingen. Een overeenkomst tussen het digitaal en analoog collageren is dat er in beide een afleiding op de loer ligt. Analoog zijn het de bladzijdes of teksten rondom het te gebruiken element. Digitaal is dit de overvloed aan mogelijkheden. Elke stap is terug te draaien, elke tool is te gebruiken, en ook de mogelijkheid om in één klik naar de internet-browser te navigeren om zo even de email te checken of een plaatje te Googelen is heel reëel. De manier van collageren is digitaal ook geheel afhankelijk van de technische vaardigheden in het te gebruiken software. Analoog is iedereen zo goed als gelijk in knip en plakvaardigheden, iets wat we al op de kleuterschool aanleren.
Persoonlijk is de beleving van het maakproces ofwel analoog ofwel digitaal niet te vergelijken. Analoog collageren is een veel rijkere, onverwachtse en emotionelere beleving. Digitaal collageren voelt onpersoonlijker, technischer en beredeneerder aan. Het klikken en slepen met de muis is niet te vergelijken met het verschuiven van stukken papier. De rijke gedachtegangen en emotionele verbinding tussen mij en mijn materiaal zijn verschijnselen die gewoonweg niet getriggerd worden in mijn brein wanneer klikkend achter mijn scherm. Hooguit is iets grappig, of interessant. Maar het werk voelt meer als een studiemateriaal. Een technische uitoefening. Ook de context van mijn digitale beeld is geheel anders dan stapels boeken en kranten. De schermafbeeldingen zijn individuele, actuele, opzichzelfstaande afbeeldingen, geplaatst op een verticale visuele timeline om vooral veel likes te winnen. Wél is het vaak interessant de accounts van Instagram leden te ontdekken. Geheel specifieke verzamelingen van gedeelde afbeeldingen van allerlei verschillende mensen. Desalniettemin ontbreekt de chemie tussen mij en mijn digitale materiaal. Misschien puur en alleen al omdat er een oneindige toevoer beschikbaar is, en echte waarde van iets valt pas te beleven wanneer het er niet (meer) is.
De meest waardevolle manier van werken vergt een bewustzijn van de keuze van setting in een specifiek gedeelte van het creatieproces. Het fysieke uitstallen van elementen is een cruciaal moment waar onbewuste connecties en spontane verschuivingen moeiteloos en speels de ruimte krijgen. Alhoewel digitale mogelijkheden zoals schaling, kleurverandering, of het uitproberen van verschillende mogelijkheden met één element een ware toevoeging kunnen betekenen in het creatieproces.

Het gescheurde cliché

7. Het gescheurde cliché

Je lijkt 4000 onder vermelding van Je hond
En het klinkt ook niet fout: betalingskenmerk


Gedurende het schrijf en denk proces van dit onderzoek merk ik dat er een bepaald visueel cliché ingebed is in het woord collage. Een label, een onmiddellijk beeld en gevoel wat verschijnt zodra je er aan het begrip denkt. Een collage is gescheurd, bijeengebracht, intuïtief, vaak rebels, een schreeuw naar, tegenreactie op, kleurrijk, vrijheid, losbrekend van, afvalmateriaal, verbeeldend en bovenal duidelijk te onderscheiden als collage.
Uiteraard zijn er ook uitzonderingen op deze regel. De eerste bewuste uitzondering die ik tegenkwam was een werk wat ik zelf heb gecreëerd voor dit onderzoek. Twee foto’s van mijn keukenkastje. De ene geeft de bordenplank weer, de andere het serviesgoed. Een metafoor voor persoonlijke organisatie. Aan de rechterkant zie je het beeld bewerkt d.m.v. digitale interventie. Een onderdeel uit het beeld is herhaald waardoor er als het ware een digitale collage wordt gecreëerd. Nu kun je je afvragen of dit onder het begrip collage of fotomontage zou vallen. Het formele verschil tussen een collage en een montage is dat een collage een herkenbare verscheidenheid aan beeld bevat en een montage eerder een verandering van een element uit het geheel voorstelt.
Soms is deze verandering zo onopvallend dat de kijker op het verkeerde been wordt gebracht, een manipulatie. Één van de eerste voorbeelden uit de geschiedenis van zo’n fotomanipulatie is deze foto van Joseph Stalin waar Nikolai Yezhov oorspronkelijk naast hem stond maar werd verwijderd. Vandaag de dag worden deze fotomanipulaties vaak om schoonheidsredenen uitgevoerd, zoals deze sproeten in het gezicht van Minnie Driver.
Om iets als collage te kunnen definiëren, is het noodzakelijk om een element toe te voegen uit een andere context? Is het mogelijk om een element uit dezelfde context te nemen en simpelweg te verplaatsen of herhalen? Is het noodzakelijk om duidelijk te kunnen zien dat het element oorspronkelijk niet thuishoort in het geheel of mag de kijker zich hier gedeeltelijk onbewust van zijn? Wat voor een invloed heeft de digitale revolutie op deze vragen? Ziet de collage van de 21e eeuw er nog wel zo uit als dat we ons het woord collage voorstellen, of gaat dit begrip door alle grenzen van deze visuele vooroordelen heen? Om deze gedachten te kunnen onderzoeken bespreken we in de hiernavolgende tekst verschillende collagewerken van diverse makers uit uiteenlopende tijden. Een selectie collages van Geert Verbeke. Een cliché qua scheurranden, vele kleuren, veel afvalmateriaal en gelaagdheid. Esthetisch gezien geen compleet collage cliché, maar meer een schilderij. Met fragmenten van kleur, structuur en vorm in verschillende materialen in plaats van verf. In de vorm schuilt een overtuigende authenticiteit vanuit de expressie van de maker.
Sarah Eisenlohr werkt met National Geographic beelden, met een focus op de combinatie organische en anorganische elementen, voelt aan als een werk dat door ieder ander collagist gemaakt had kunnen worden. Iets wat ik al vaak heb gezien, maar dan net een beetje anders. Een tandeloze voorspelbaarheid van bij elkaar gevonden plaatjes.
Luis Dourado, creëert naar eigen zeggen een nieuwe parallelle waarheid door bekend beeldmateriaal analoog en digitaal te collageren en manipuleren. Deze gebruikte découpage techniek is veel voorkomend in de historie der collage. De beweegredenen van de maker klinken overtuigend, maar het uiteindelijke beeld representeert voor mij niets nieuws of relevants.
Noa Giniger met de serie The Sorrow the Joy Brings waarin ze de treurwilgen uit gevonden lithografische landschappen knipt en omdraait, om zo symbolisch het treurige aspect van de wilg weg te verdraaien. Technisch interessant, is dat er in deze collage geen enkele bijeenbrenging van verschillende elementen, materialen of contexten aan te pas is gekomen. Slechts wordt er één element losgehaald, en omgedraaid. Met deze verplaatsing wordt er wel een nieuwe witruimte in het werk gecreëerd.
Eli Craven is een voorstander van subtiele en minimale ingrepen. Een overlapping met het werk van Giniger aangezien ook hier geen externe context aan te pas komt. Een vouw of een simpele verknipping en verschuiving creëert iets nieuws d.m.v. de verwijdering of bedekking van iets ouds.
Le Soir Illustré, een collage van militair en pornografisch beeld samengevoegd. Het gebruik van pornografisch materiaal komt veel voor in collage praktijken. Het is veelvoorkomend materiaal met een zeker direct en expliciet visueel impact-gehalte. Een tegenreactie op deze expliciete naaktshow in de collage is Maartje Jaquet, die in de serie Florialia beelden uit het jaren zestig-boek 100 kamerplanten vermengt met erotische tijdschriften uit dezelfde tijd afkomstig. Juist de erogene zones besluit Jaquet te bedekken met de onschuld van de kamerplanten. Naar haar zeggen vinden de vrouwen achter dit groen een bepaalde bescherming. Ook belicht Jaquet bepaalde overeenkomsten tussen de hitsige plaatjes en de kamerplanten. Een heersende weelderigheid, en een zekere perfecte en opgekweekte natuur.
Deze twee surreële collages uit Geert Verbeke zijn collectie resoneren de visuele eenheid van het geassembleerde beeld, ook te vinden in het eerder besproken werk van Eisenlohr en Dourado. Hoewel een opmerkelijk en belangrijk verschil is het absurdistische en surreële gehalte van deze collage. De gebruikte contexten lijken thematisch en atmosferisch verder uiteen te liggen dan in Eisenlohr en Dourado’s geval. Deze overbrugging van de flinke figuurlijke ruimte tussen de contexten die bij elkaar komen ontstaat er een bepaalde spanning en absurditeit.
Een hedendaags verschijnsel is de collage in bewegende vorm. Twee interessante voorbeelden hiervan zijn Kalen Hollomon en Nathaniel Whitcomb. Hollomon creëert zijn collages in een enorm divers spectrum zowel digitaal als analoog als ruimtelijk en geanimeerd. Een belangrijk deel van zijn werk is het actieve deelproces op Instagram. Zijn aanpak is vaak vrij direct en varieert van bijna onzichtbare ingrepen tot zeer zichtbare ingrepen. De ingreep zelf is bijna altijd minimaal met een maximale impact. Een goed voorbeeld hiervan is een ongoing series waarin foto’s van bekende figuren digitaal bewerkt worden d.m.v. één oog een paar millimeter te verschuiven. Soms is het een milimeter of twee, dan weer een millimimeter of zes. Als een extensie van het medium maakt hij ook animaties waarin de verschuiving van de ogen tot leven komt in verschillende scenario’s.
Zijn videowerken zijn niet alleen visuele collages, in Family zie je twee mensen in conversatie op straat vanuit een raam gefilmd waarin je de geluiden van de straat hoort, en de stem van de vrouw fluisterend doorklinkt waarin ze een absurdistisch monoloog houdt naar haar partner, waarin de stem duidelijk uit een andere context komt. In Running zijn er simpelweg twee fragmenten met een rennende vrouw naast elkaar geplaatst, waarin de vrouw links gehaast voor haar leven lijkt weg te rennen en de vrouw rechts in een perfect gebalanceerd tempo op een zonnige dag over een boulevard rent.
Whitcomb focust vooral op tekst en veranderende teksten, maar in een serie muziekvideo’s voor Holy Spirits besloot hij zijn eigen collagewerken tot leven te brengen d.m.v. animatie. Veranderende gedachten van persona komen tot leven en elementen vliegen ineens door de lucht. Van jongs af aan was hij al beïnvloedt door de Amerikaanse kunstenaar Joseph Cornell zijn kijkdozen.
Een belangrijk voorganger van de collage in bewegende vorm is een overtuigd voorstander van de cut-up, namelijk William S. Burroughs. Hij geloofde dat het leven, en een blik uit het raam op de straat al een zekere vorm van cut-up vervaardigde doordat ons bewustzijn door allerlei willekeurige factoren wordt verknipt. Cut-ups: verknippingen en her-ordeningen van tekst. In zijn videowerk The cut-ups past hij de techniek in zowel beeld als geluid toe. Deze theorie van verknipping, desorientatie en bewust gebruik van willekeurigheid gaat bij Burroughs verder dan een visuele ingreep. Een interessant voorbeeld is de Dreamachine ontworpen door Brion Gysin, Ian Sommerville en Burroughs. De Dreamachine kan zelf gemaakt worden door een patroon aan gaten te knippen in een cilindervorm van bijvoorbeeld papier, het op een draaitafel te plaatsen met binnenin een lichtbron. Door naar de Dreamachine toe te zitten met de ogen gesloten kan men na verloop van tijd in een hypnose status komen d.m.v. de lichtritmes en patronen die verschijnen. Door de ogen te openen is dit gevoel meteen te beëindigen. Voor mij is dit werk een belichaming van de desoriëntatie. Niet alleen door middel van beeld en geluid en de psychologische impact hiervan, maar ook door deze factoren letterlijk te beleven in zowel lichaam als geest.
Een nieuwe vorm van collage in bewegende vorm zijn de social-media stories. In 2011 wordt dit idee geïntroduceerd door twee Stanford studenten met de applicatie genaamd Snapchat. Een toepassing gebruikt op smartphones om foto’s en video’s te verzenden die tijdelijk zichtbaar zijn bij de ontvanger. Slechts in 2013 wordt in de applicatie de optie Snapchat stories toegevoegd, hierin kun je als gebruiker foto en video momenten in een kettingreactie delen die onbeperkt afgespeeld kunnen worden in een periode van 24 uur. In 2014 wordt Snapchat op de vingers getikt door de Federal Trade Commission, in verband met de schending van privacyrechten. Gedeelde afbeeldingen die na een bepaalde ingestelde tijd zouden verdwijnen, bleven in realiteit ongecodeerd in het bestandssysteem van de smartphone staan en konden gemakkelijk worden opgeslagen.
In 2017 volgt Instagram met wel 150 miljoen story gebruikers per dag. Ditzelfde jaar volgen Whatsapp en Facebook met een story functie. Vandaag de dag zijn social media stories dé nieuwe manier om inhoud te delen en creëren. De smartphone neemt over en dit betekent dat de bijbehorende camera de centrale tool voor creatie wordt. Door middel van foto’s en video’s is het gemakkelijk om vluchtige momenten te delen zonder deze te hoeven verwoorden. Van eindeloos scrollen door chronologische verticale news feeds naar een paar vluchtige tikken en swipes door de story feed. Het vluchtige principe maakt ook dat volgers geneigd zijn de stories nú te moeten bekijken, voordat ze na 24 uur weer verdwijnen. Het principe van de story-feed is horizontaal. Geheel links is de optie your story te vinden waar de gebruiker wordt gestimuleerd zelf iets te delen. Daarop volgen van meest recent tot minst recent de stories van de gevolgde accounts.
Steeds meer is het mogelijk gedeelde inhoud te personaliseren met filters, stickers, geschreven tekst en zelfgemaakte tekeningen. Deze opties worden continu uitgebreid en vernieuwd. Instagram heeft muziekstickers waarmee je een selectie van een nummer onder je story kunt plaatsen. Ook zijn er pollstickers of emojikiezerstickers waarmee je aan je volgers vragen kunt stellen die vervolgens beantwoordt kunnen worden met de antwoorden die je hebt verstrekt, of door de emoji te verschuiven die je hebt gekozen. Stemmen en resultaten kun je live volgen. Locatiestickers voegen jouw locatie of een locatie in de buurt toe waarop anderen op deze locatie kunnen tikken om vervolgens de pagina van de locatie te bekijken. Hashtagstickers presenteren na hierop te tikken alle wereldwijde andere resultaten voor deze specifieke hashtag. Huidige tijd en weer stickers zijn gelinkt aan de huidige tijd en weer informatie op je apparaat op je huidige locatie. Selfiestickers zijn verschillende filters die toegevoegd kunnen worden aan een foto genomen van jezelf. Alle stickers kunnen vergroot, verkleind en verplaatst worden.

Het doel der plakwerk

8. Het doel der plakwerk

alle zaken elkaar gekruist
waren de baantjes Financële Stof tot stof.
                                         28 IBAN vrienden


De mensheid heeft door de tijd heen heel wat afgeplakt, en doet dit nog steeds. Van stukjes papier tot voorwerpen tot foto en videomateriaal zowel digitaal als analoog. Van vorm van huisvlijt tot moderne kunst, de collage kent vele vormen. Maar nu is de vraag, waarom toch altijd dat geplak?
Één van de eerste voorbeelden van collage is de 12e-eeuwse Japanse Iseshu gedichten bundel, waarin gescheurde randen van stukken papier werden beschilderd zodat de vormen metaforisch bergen, rivieren en wolken werden. Om de juiste vorm bij de sfeer van een gedicht te vinden werd er een passend stuk gescheurd papier gekozen, waarna het gedicht hier overheen werd geschreven. Het gedicht en het gescheurde papier vinden elkaar pas wanneer de maker dit beslist. De één ontstaat zonder de ander, en de ander ontstaat zonder de één. Wanneer de maker de twee elementen tegelijkertijd zou creëren is er een bewustzijn aanwezig van hetgeen dat gecreëerd zou moeten worden, hetgeen dat past.
Door middel van deze gescheurde papieren te gebruiken werd er een ruimte voor onverwachte ontmoetingen gecreëerd, zonder teveel bewuste bemoeiing van het menselijk brein. Allerlei exotische rariteiten meegebracht uit de Nieuwe Wereld in het toenmalige Europa verkregen populariteit begin 17e eeuw. Schilderijen, mozaïeken en gewaden werden versierd met veren, vruchtenpitten, koffiebonen, insecten en maiskorrels. In deze vorm van collage ging het vooral om te pronken met de verkregen zeldzame en exotische rijkdom. Het bleef niet alleen bij een wanddecoratie, maar werd zelfs om het lijf gedragen.
Het assembleren van elementen heeft ook in religieuze context altijd al een belangrijke rol gespeeld. Denk aan de overblijfselen van heiligen die in het rooms-katholieke, oosters-orthodoxe christendom, het hindoeïsme en boeddhisme al eeuwenlang worden vereerd in de vorm van relikwieën. Of de versieringen met bladgoud van gewaden in de Russische Iconen. De 16e tot 19e-eeuwse amuletten waren gevuld met houten kruisjes, zaden en steentjes om zo het kwaad op afstand te houden. Onder de klooster nonnen werden er in uiterste precisie boekenleggers gemaakt voor gebedenboeken d.m.v. uit perkament geknipte kantpatronen die rondom minutieus geschilderde afbeeldingen van heiligen werden geplakt. Later werd dit een massaproduct op bedevaartplekken.
De mid-19e-eeuwse niet religieuze appropriatie hiervan zijn de Sint Valentines Day kaarten, alhoewel het van oorsprong een religieuze gedenkdag van de heilige Valentijn was, werd het later wereldwijd gedoopt tot de dag van de openlijke uiting van de liefde in cadeau of kaartvorm. Eerst werden de kaarten puur met de hand versierd en beschilderd maar al gauw verschenen in Lichfield de eerste fabrieksmatig geproduceerde kaarten.
In het geval van relikwieën gaat het om het samenbrengen van overblijfselen van een persoon die van belang zijn in het geloofsproces. Het is letterlijk een materiële houvast die in sterk contrast staat met het etherische karakter van het geloof zelf. Je kunt het zien, je kunt het aanraken, misschien zelfs ruiken. Het zijn aardse overblijfselen van iets of iemand die op deze wereld heeft geleefd. In zo’n relikwie zit een bepaald gevoel van steun en hoop ingebed, maar tegelijkertijd ook een kant van angst en verdriet. Een confrontatie van het onveranderlijke vergankelijkheidsproces met het daarbij horende einde, of een nieuw begin.
De amulet heeft een intiem karakter. Het is een persoonlijk object die om de hals meegedragen wordt. Het is dagelijks zichtbaar en voelbaar. Het geeft een gevoel van fysieke en geestelijke bescherming, waar en wanneer nodig. Een verbinding tussen de drager en de hogere macht. Afhankelijk van de drager zou het ook gebruikt kunnen worden als een open teken van vroomheid en devotie aan het geloof. De boekenlegger heeft een vergelijkbaar intiem karakter. Alhoewel dit een gebruiksobject is. Het is onlosmakelijk verbonden met het lezen van in dit geval, het gebedsboek. Misschien is het een manier om naast de tekstuele gebeden, ook de visuele verbeeldingskracht te stimuleren. Ook is het een object waar veel tijd en liefde in is gestoken door de klooster nonnen, een waarde die compleet wegvalt wanneer het ontwikkelt in een massaproduct.
In geval van de bladgoud beplakkingen van de gewaden in de Russische Iconen, is het als een ware een vorm van een offer, een geschenk aan God. Hetgeen wat het meest prachtig en het meest kostbaar is, wordt gegeven aan de verbeelding van de heilige.
Eind 19e eeuw verplaatste de massaproductie en technologie veel handmatige nijverheid. Aan de andere kant zorgde het machinetijdperk ook weer voor veel nieuwe collagemateriaal. Vooral postzegels zorgden wereldwijd voor een opkomst in allerlei soorten plakwerk van vormen en patronen. Naarmate glasprijzen toegankelijker werden, ontstonden er veel papierwerken die onder glas werden geplaatst. Van asbakken met sigarenbandjes tot tafelbladen met collagewerken bestaande uit stukjes kant, exotische rariteiten etc.
Ook was het gebruikelijk om objecten te verzamelen voor persoonlijke herinneringskisten vaak gevuld met allerlei sentimentele en nostalgische objecten zoals sluiers, gedroogde bruidsboeketten en sierlijk geschreven bijbehorende herinneringsverhalen.
Begin 20e eeuw werd de collage voor het eerst in de context van de moderne kunst gebruikt door Georges Braque tijdens de opkomt van het Kubisme, simpelweg om de abstracte beeldtaal van deze nieuwe stroming te bestrijden met een “echt” element aan het beeld toe te voegen. Dit eerste element was een stuk behangpapier wat Braque aantrof in een etalage. Na het Kubisme heeft de collage een onuitwisbare impact gehad en is ontelbaar veel terug te vinden in de hiernavolgende kunststromingen. In het Futurisme, Dadaïsme, Surrealisme, de Pop art, tot op de dag van vandaag.
Tijdens de geboorte van de collage als moderne kunstvorm, is werd deze in de opkomende abstracte beeldtaal ter realistisch referentiepunt genruikt. Later werd het een methode om de mogelijkheden in de kunst te kunnen bevechten, bekrompenheid te bestrijden, politiek kritiek te leveren of de beeldtaal van het onderbewuste te kunnen onderzoeken. Vandaag de dag kunnen collages uitlopen van knutselachtige knip en plak werkjes tot volwaardige kunstwerken, beiden zowel digitaal als analoog. De mens knipt en plakt nu eenmaal graag. Het is een manier om persoonlijk materiaal eenvoudig te vertalen in een unieke en persoonlijke herinnering, of gewoonweg de tijd te doden of iets grappigs te creëren. De shift van analoog naar digitaal geplak zoals je kunt zien in het geval van de Instagram stories maakt dat een massale wereldwijde doelgroep onbewust in een paar klikken een enorme hoeveelheid aan continu vernieuwde actuele volkscollages creëert. Het doel van dit plakwerk? Snel en gemakkelijk zonder woord maar met zelfgecreëerde beeld lief en leed te delen met de ander. Dit uit zich in een ware online plakwerk competitie van interessanter, beter, vaker, meer en leuker geplak dan de ander.

Bij elkaar gehouden met een laag lijm

9. Bij elkaar gehouden met een laag lijm

Onderwerp: deze brief als niet verzonden beschouwen.

Tijdens mijn stage kwam ik er achter hoe een collage zoveel meer dan een plakwerkje kan betekenen, zoals in het geval van Geert, waar hij de Verbeke Foundation, zijn levenswerk, als een collage in grote vorm omschrijft. Liever door de tijd heen het bijeenbrengen van bestaande elementen dan iets te beginnen op een wit canvas, Aldus Geert.
De liefde voor verzamelen en materie maakt voor hem de digitale collage een oninteressant gegeven. De gelaagdheid van het materiaal moet visueel en tactiel te onderscheiden zijn. Ook het feit dat afbeeldingen online algoritmisch gegenereerd worden in plaats van de maker die deze beelden zelf genereert, zoekt, vindt, selecteert, scheurt, uitknipt en plakt, wordt ervaren als problematisch voor Geert. Naarmate mijn onderzoek merkte ik hoe de Instagram stories bij uitstek de collage van het grote volk representeert. Een interessant gegeven is hoe de camera van de bijbehorende smartphone de centrale tool van creatie is geworden. In deze setting is de maker van begin tot einde in controle over het proces, en wordt er geen gegenereerde content gebruikt, maar de content continu zelf gecreëerd.
Door zelf zowel analoog als digitaal te collageren probeer ik te begrijpen hoe deze verschillende werkwijzen het proces beïnvloeden. Opvallend is hoe het analoge proces een proces is vol verrassende en veranderlijke gedachten en emoties. Het digitale proces daarentegen beleef ik als erg systematisch en rationeel. Interessant is te concluderen dat voor een rijkelijk creatief proces het geen kwaad kan om van beiden te profiteren.
Na wekenlang eindeloos veel collages te hebben gezien, onderzocht en gemaakt werd ik mij bewust van het enorme visuele cliché wat ingebed is in het begrip. Wanneer men de ogen sluit en denkt aan de collage, is het een gescheurd bijeengebracht beeld, duidelijk te onderscheiden als de collage. Tijdens mijn proces creëerde ik zelf een collagewerk, dat zo stilletjes is in het identiteit te hebben van een collage, dat ik op de term fluisterend plakwerk kwam. Kan of mag een collage ook iets anders zijn dan verschillende elementen bij elkaar gehouden met gescheurde randen en een laag lijm? Een interessante invalshoek op deze vraag is William S. Burroughs zijn visie. Hij geloofde dat wanneer men een blik op de straat wierp, dit al een dergelijke vorm van collage is. Het brein wordt namelijk continu zodanig door willekeurige elementen verknipt, dat het als een collage of cut-up”gezien kan worden.
Wanneer ik goed rondkijk, zie ik overal collages. Een gebroken geheel, bij elkaar geplakt met ductape. Een weggewaaide plastic zak, liggend in de berm. Een toevallige ontmoeting. Een pan vol verschillende ingrediënten. Maakt het nu zoveel uit of ik bewust elementen uit context haal en samenbreng, of mag de wereld om mij heen de elementen samenbrengen, en ik hier simpelweg getuige van zijn? Misschien gaat het niet zozeer om welk element waar terechtkomt en hoe, maar om een bewustzijn of nieuwsgierigheid naar de context van deze elementen, en onze mogelijke rol in de veranderlijkheid van deze context.
Tijdens het schrijfproces heb ik mij vaak afgevraagd, wat is het ultieme tegenovergestelde van een collage? Een eenheid, een eenduidigheid, een eenzijdigheid? Een onaangetaste foto? De werkelijkheid? Niets heeft één kant. Het leven en de beleving van ervaringen in het leven zijn op zijn best wanneer er een contrast te vinden is, een verrassing. Denk bijvoorbeeld aan het magische effect van de combinatie zoet met een beetje zout. Misschien is de collage wel op zijn meest interessant als het als een eenheid aanvoelt, maar wanneer je langer kijkt, ontdekt dat niets is wat het lijkt?

Een tekstuele collage ook wel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 18.11.18. De bron van het geheel zijn vijf gedichten uit het boek “Liggen in ’t gras” door Toon Hermans genaamd: Applaus, De idioot, Moeder, Verliefd, en Piet houdt van de natuur.

Geert Verbeke, oprichter van de Verbeke Foundation in Kemzeke, België, is sinds 1990 een groot verzamelaar van Collages & Assemblages en heeft tot op de dag van vandaag bijna 5000 stukken in zijn collectie, in deze zin verwijst hij naar de Verbeke Foundation zelf als een collage op grote schaal.

Een tekstuele collage ook wel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 18.11.18. De bron van het geheel zijn vijf gedichten uit het boek “Liggen in ’t gras” door Toon Hermans genaamd: Applaus, De idioot, Moeder, Verliefd, en Piet houdt van de natuur.

Een uitspraak door Geert Verbeke, te zien in de ARTtube documentaire We Live Art: Geert Verbeke, Verzamelen is een ziekte: https://vimeo.com/
113484375

Nederlands kunstenaar Martin uit den Bogaard is een belangrijk kunstenaar voor de Verbeke Foundation. Door middel van energie te verkrijgen uit delen van dode mensen of dieren bewijst hij dat er voor hem geen verschil is tussen het leven en de dood.

Een tekstuele collage ook wel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 18.11.18. De bron van het geheel zijn vijf gedichten uit het boek “Liggen in ’t gras” door Toon Hermans genaamd: Applaus, De idioot, Moeder, Verliefd, en Piet houdt van de natuur.

Een tekstuele collage ook wel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 18.11.18. De bron van het geheel zijn vijf gedichten uit het boek “Liggen in ’t gras” door Toon Hermans genaamd: Applaus, De idioot, Moeder, Verliefd, en Piet houdt van de natuur.

Een tekstuele collage ookwel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 09.12.18. De bron van het geheel zijn een rekening van de Zorg en Zekerheid en gedichten uit het boek “Met enige vertraging” door Lévi Weemoedt genaamd: Carrière, Laatste Station en Geen Stijl.

Een tekstuele collage ookwel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 09.12.18. De bron van het geheel zijn een rekening van de Zorg en Zekerheid en gedichten uit het boek “Met enige vertraging” door Lévi Weemoedt genaamd: Carrière, Laatste Station en Geen Stijl.

Een tekstuele collage ookwel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 09.12.18. De bron van het geheel zijn een rekening van de Zorg en Zekerheid en gedichten uit het boek “Met enige vertraging” door Lévi Weemoedt genaamd: Carrière, Laatste Station en Geen Stijl.

Een tekstuele collage ookwel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 09.12.18. De bron van het geheel zijn een rekening van de Zorg en Zekerheid en gedichten uit het boek “Met enige vertraging” door Lévi Weemoedt genaamd: Carrière, Laatste Station en Geen Stijl.

Een tekstuele collage ookwel cut-up genoemd, gemaakt door Rhodé Tavenier op 09.12.18. De bron van het geheel zijn een rekening van de Zorg en Zekerheid en gedichten uit het boek “Met enige vertraging” door Lévi Weemoedt genaamd: Carrière, Laatste Station en Geen Stijl.