MIJN
SYSIFUS
ARBEID

een Sokratisch Dialoog


00. Abstract

Deze scriptie gaat over de toekomst van arbeid voor mijn eigen generatie. Ik ben dit onderzoek gestart uit een fascinatie voor de doorsnee werkende mens, met huwelijk, modaal inkomen, hond en kinderen. Kortom: de perfecte volwassene, waar ik een voorbeeld aan hoor te nemen. Het idee van een opgelegde levensweg voedt mijn angst voor de toekomst, en in mijn ogen lijkt er geen sprake te zijn van een uitweg.

Mijn scriptie krijgt vorm door middel van een dialoog, die geïnspireerd is op het Socratische dialoog, de klassieke methode om een filosofisch gesprek op gang te brengen. Ik onderzoek de factoren die bijdragen aan de verandering van het werkveld, en ga in gesprek met mijn eigen generatie over de toekomst van arbeid en de verwachtingen die zij hebben na hun studie. Naar aanleiding van literatuuronderzoek, enquêtes, en interviews zoek ik een antwoord op de vraag of ik, en mijn huidige klasgenoten een sisyfusarbeid tegemoet gaan, of mijn angst wel legitiem is, en ik het fenomeen ‘werken’ niet een onterecht een stigma opleg.

Met de opkomst van zelfstandigen zonder personeel, flex-werkplekken, kantooryoga en jonge werknemers die extreem hoge eisen aan zichzelf stellen verandert de norm. De generatie waartoe ik behoor, inclusief mijzelf, lijkt sterk te verlangen naar betekenis in geeft de voorkeur aan een flexibel bestaan, met meerdere werkgevers en werkplekken. Burn-outs, de bedreiging van werkende robots, en doorwerken tot je 70e levensjaar zijn geen uitzonderlijkheden meer.

Het werkveld verandert, maar dit hoeft niet te betekenen dat dit enkel negatieve gevolgen heeft. De ideale levensweg, mocht die bestaan, vindt plaats in het theater is waar we het allen mee te doen hebben. Alle rekwisieten zijn aanwezig, maar het script is nog onbekend. Dit heeft niet alleen geleid tot de bewustwording van mijn eigen pessimisme, maar ook tot de uitkomst dat er geen manier is om dit te toetsen. Of mijn angst wel gegrond is blijft een mysterie, en uiteindelijk zal ik me moeten troosten met het besef dat niemand zeker zal weten hoe het voor ons uitpakt.


PERSONAGES:

PESSIMIST
OPTIMIST
VERTELLER





01. Start Dialoog



VERTELLER Pessimist, Optimist, ik ben jullie dankbaar om vandaag aanwezig te zijn. We zijn precies op tijd. En zoals een vermoeide reiziger verlangt naar rust, rust ik bij de gedachte anderen van dienst te zijn. Hier zijn we dan, om het verzoek van de pessimist in te willigen, en te praten over een diepgeworteld probleem. Hopelijk kunnen we, met behulp van de Optimist, vaste denkgewoonten opsporen zodat er nieuwe kunnen ontstaan. Ik twijfel er niet aan dat wanneer zijn beurt komt, ook hij zal uitweiden over dit probleem. Pessimist, aan jou het woord.


PESSIMIST Ik dank je, Verteller. Ik heb in de loop der jaren gehoord over het verhaal van Sisyfus en zijn arbeid. Dat is afgeleid van de Mythische koning Sisyfus, een Grieks mythologisch figuur die door de Goden gestraft werd. Deze was verdoemd tot het omhoog rollen van een enorm rotsblok naar de top van een hoge heuvel, omdat hij gesodemieter had met Zeus. Telkens als de kei de top van de heuvel had bereikt, rolde deze weer naar beneden, waar de taak van Sisyphus alvorens af aan kon beginnen. “Nutteloos werk zonder einde” luidt de definitie van het woord sisyfusarbeid dan ook. Dit is al een moeizame en ontmoedigende opgave op zichzelf, maar het belangrijkste kenmerk van deze sisyfusarbeid is dat de daad van het rollen van de kei op deze heuvel geen ander nut heeft dan Sisyphus te bestraffen. De prestatie is alleen een prestatie in naam. En zo vermoed ik, is dat precies de crux achter deze straf: een taak die onmogelijk te volbrengen is en zodoende tot de eeuwigheid duurt.


VERTELLER Dit is ook zeker één van mijn favorieten, Pessimist. Het verhaal van Sisyphus is niet alleen een metafoor voor alle moeilijke en repetitieve arbeid die frustrerend en onbehaaglijk is. Deze staat ook symbool voor het besef hoe absurd de realiteit eigenlijk is, in het bijzonder onze dagelijkse bezigheden. Het is een existentieel verhaal in kwestie —


OPTIMIST existentieel?


VERTELLER — Ja, existentieel. Vergeef me, ik leg het je zo allemaal uit. Het verhaal van Sisyphus leidt tot een inzicht. Durf je eens voor te stellen dat we geboren zijn zonder enige betekenis of enig doel in ons leven. Stel dat het onze eigen taak is om betekenis aan onze bewegingen te geven? De algemene gedachte achter het existentialisme, zoals de Franse filosoof Jean Paul Sartre dat in 1946 en 1947 zei, is dat álles, maar dan ook echt álles een betekenis kan geven aan een mensenleven. Tegelijkertijd kan niks jouw leven redden van een betekenisloos bestaan


OPTIMIST — Oef, dat klinkt wel heel erg zwaarmoedig allemaal.


PESSIMIST — Daar kan ik me wel in vinden. De wereld zoals het nu is, voldoet niet aan mijn verlangen naar betekenis. Het leven zoals ik dat tot nu toe heb geleefd was best in orde. Ik ben nog jong, heb een gemiddelde intelligentie, en studeer met een beetje geluk zelfs af zonder al te hoge studieschuld. De wereld ligt aan mijn voeten. Tegelijkertijd begint daar mijn angst. Of mijn fascinatie, die hier identiek is aan mijn angst. Die fascinatie ligt eigenlijk bij het doodgewone: het fenomeen wat ik behoor te doen in mijn mid-twintiger jaren, of na mijn afstuderen. Het figuur wat zich dan vormt: de doorsnee volwassene, met baan, modaal inkomen, trouwring en golden retriever. Een huisje gekocht in een vinex-wijk, een interieur dat sprankelt van de Riviéra Maison. Aan de muur hangen aanmoedigende quotes, om je aan de goede en kleine dingen des levens te herinneren.
Voor zover mij geleerd is in mijn opvoeding, was “een goede burger een werkende burger”. In principe wordt van iedereen, zoals mijn ouders, mijn docenten en de maatschappij, verwacht om zodra mogelijk, gewoon een baan te zoeken. Die les leer je al vroeg, om je een gevoel van verantwoordelijkheid bij te brengen. Je beseft je dat geld een universele waarde heeft. Als gevolg daarvan beland je als cassiére bij de plaatselijke supermarkt. In de jaren erna ga je studeren en vind je de, op het eerste gezicht, perfecte baan. Je hoopt op een vast contract zodat je er lekker een paar jaar kan blijven zitten. Nu ik ouder word, ben ik angstig voor de opgelegde levensweg en betwijfel of ik die wel kan veranderen. Ik vraag me af, of die angst wel legitiem is, en ik het fenomeen werken niet onterecht een stigma op leg.


OPTIMIST — Ho, ho pessimist, het klinkt alsof je behoorlijk tegen de schenen wilt schoppen van de bestaande moraal. Enerzijds bespeur ik een zwartgallige visie op de toekomst, anderzijds een gebrek aan begrip over het fenomeen ‘werken’. Verteller, heb jij er bezwaar tegen om hierover uit te wijden aan de pessimist?


VERTELLER — Zeker niet. Als we teruggaan naar het existentialisme, kunnen we daaruit leren dat het aan ons is om de bestaanswereld te scheppen waarin we leven. Minder zweverig gezegd: volgens de existentialisten is de wereld is ontstaan zonder reden, zonder duidelijke hiërarchie of set met regels. Volgens Sartre zijn we dus zelf verantwoordelijk voor wie we worden. Pas wanneer de mens voor een bepaald soort leven kiest, krijgt zijn bestaan vorm.


PESSIMIST Ho eens even, als er geen regels zijn, moeten we dan nog wel gehoorzamen aan autoriteiten? En bestaat autoriteit in kwestie?


VERTELLER Het antwoord op die vraag zal je zelf moeten uitvinden. Uiteindelijk is autoriteit en hiërarchie slechts een door mensen en dieren uitgeoefend concept. Vroeger moesten we natuurlijk nog steeds kunnen overleven, en had je niet zoveel te willen. De rijken hadden macht, en de armen moesten gehoorzamen. Beste Pessimist, stel dat je een gezin moet onderhouden, elke dag moet eten, warm moet blijven in winterse tijden, maar niet de middelen hebt om dat te doen? Wat is een logisch gevolg?


PESSIMIST Door te werken?


VERTELLER Precies. Door het verrichten van arbeid konden we onszelf onderhouden, of verdienden we wat geld bij een ander. In deze tijd zit dat wel anders. Autoriteiten die de vorm aannemen van ouders, overheden of onderwijzers zijn mensen net als jij, die je adviseren over hoe je jouw leven zou moeten leven.


PESSIMIST Oké oké, de mens is onbepaald. Als ik het goed begrijp, bestaat er dus een besef dat alle mensen het leven naar hun eigen hand kunnen zetten. En daarbij is het gebruikelijk, maar niet verplícht dat we onze levens invulling geven door te werken. En ondanks dat niet iedereen zich het beseft, is het dus schrikbarend hoe vrij een mens is, mits hij daar zelfbewust van is. Ik neem aan dat het niet de bedoeling is dat we allemaal in een negatieve spiraal gaan denken, want dat zou desastreuze gevolgen kunnen hebben. Stel je voor dat de wereldbevolking stopt met werken omdat ze het nut er niet meer van inzien…


OPTIMIST Net als dat geld moet rollen, moeten mensen aan de bak blijven.


VERTELLER Klopt helemaal. Het existentialisme was nooit bedoeld om een deprimerende en ontmoedigende beweging te zijn, ook al draagt het wel die connotatie. Juist door gevoelens van depressie, melancholie of ziekte toe te laten, kiezen we ervoor om ons eraan over te geven. Wat we niet beseffen is dat we allemaal opgesloten zitten in de bubbel van het dagelijkse leven, welke lang de tijd heeft gehad om zich om ons heen te vormen. Als we om een of andere onbedoelde reden erdoorheen kunnen zien, zoals soms gebeurt op een moment van absurditeit onder de douche, of in de rij bij de supermarkt, ontspringt er iets geks in ons, en kijken we anders tegen dingen aan. Het is juist de bedoeling dat met behulp van deze bewustwording, goede keuzes worden gestimuleerd: je bent immers wat je doet, en je leeft je idealen.


OPTIMIST Daar ben ik het helemaal mee eens! Ik denk dat je niet te veel moet kijken naar wat de mensen om je heen doen, maar keuzes moet maken vanuit je hart. Ik vind het welzijn van dieren heel belangrijk, dus het is logisch dat ik nooit bij een vleesverwerkingsbedrijf zal gaan werken. Of producten koop die getest zijn op dieren. Zo draag ik bij aan een wereld waar dieronvriendelijke omstandigheden blijven bestaan.


PESSIMIST Maar, Optimist, dat is toch hartstikke naïef. Hoe ver moet je daar dan in gaan? Ik kan wel zeggen dat ik tegen het uitbuiten van kinderen ben, maar ik heb vaak niet genoeg kennis om te kunnen beoordelen of ik een slaaf-vrij product koop. De herkomst van producten in de consumptiemaatschappij zijn lastig te herleiden, en koop je altijd buiten zijn originele context. Als ik dan eindelijk een baan heb en heftig ga consumeren, moet ik dan al mijn keuzes kunnen verantwoorden? Ik wil helemaal niet bewust zijn van al het leed dat er voor nodig is geweest om de kleding te produceren die ik elke dag draag om goed te kunnen verschijnen op mijn kantoorbaan. Hoe is ‘werken’ nog een ethisch fenomeen als ik anderen ermee belast? En is het dan terecht dat ik, door zoiets semi-idealistisch, opkijk tegen een leven vol werk, of illustreert dat mijn egocentrisme?


VERTELLER Ik kan niet ontkennen dat de arbeidsomstandigheden waarin veel kleding wordt gemaakt ongewenst zijn. Ongewenst? Wat zeg ik, arbeiders maken zichzelf van kant door de erbarmelijke omstandigheden in de fabrieken! Maar de huidige situatie is nu eenmaal zo. Jij moet je afvragen of je die keuzes zwaar genoeg vindt wegen om er iets tegen te doen. En mocht dat zo zijn, dan ben je vast vindingrijk genoeg om daar mee om te gaan. Denk eraan: jij kunt je leven inrichten precies zoals jij dat wilt. Zolang je maar gelooft dat jij de touwtjes in handen hebt.


OPTIMSIT Ja, en je kunt toch bijdragen aan een goede wereld door kleine dingen te doen? Je kunt al beginnen met het mijden van goedkope textielwinkels, of zelf je kleding te naaien. Iets is immers beter dan niets!


02. Veranderingen in Het Werkveld



VERTELLER Die hang naar snel, goedkoop en gemakkelijk zien we ook terug in het werk, en is nou eenmaal een aspect van het leven anno 2018. De manier waarop we consumeren is verandert, en daarmee verandert ook de manier van werken. Arbeid is namelijk een grillig begrip. Ondanks dat we allemaal wel weten wat arbeid is, en we de definitie gewoon op kunnen zoeken in de Dikke van Dale, is het opvallend dat het begrip de laatste jaren meerdere opvattingen heeft gekregen. In de tijd van de industrialisatie was de fabriek het model voor een specifieke tijd-ruimtelijke eenheid van arbeid. We stonden uren aan de lopende band en gingen zo dicht mogelijk bij ons werk wonen. Als de fabriek dicht was, stopte de productie ook. Nu we zien dat er al veel verandert is in de moderne informatie- en tele-communicatietechnologie ——

OPTIMIST Wacht, zeg dat nog eens?.


PESSIMIST Hij bedoelt de komst van smartphones. Dat er nu slimme telefoons en computers met internet bestaan, waarmee ik dus informatie kan opzoeken over bijna alles, en de hele avond updates krijg over een voetbalwedstrijd, zonder dat ik in het stadion zit. En met mijn moeder kan appen, zodat ik haar geen kaart hoef te sturen dat ik morgen kom eten.


VERTELLER Juist, pessimist. Dat heeft dus als gevolg dat de eenduidigheid van de tijd-ruimtelijke arbeidsstructuren worden doorbroken, waardoor de scheidslijnen tussen arbeid en niet-arbeid steeds meer vervagen. Zowel de eenheid van arbeidstijd (‘van 9-tot-5’) als de eenheid van ruimte, bijvoorbeeld de fabriek, of het kantoor, worden hierdoor steeds verder aangetast.


PESSIMIST Dit betekent dus dat we steeds vaker ons werk doen, als we niet op de werkplek zijn. De locatie en tijd zijn onbelangrijker geworden, en ik kan dus ook in de supermarkt of in de sportschool worden lastiggevallen met allerlei mails.


VERTELLER Bijvoorbeeld


OPTIMIST Ook wel handig toch?


PESSIMIST Bah, ik moet er niet aan denken. Ik weet nog dat er een nieuwe functie is toegevoegd aan een app die ik vaak gebruik. Daarmee kunnen mensen in jouw netwerk precies zien waar je bent, op elk willekeurig moment bent van de dag! Ik snap de lol er niet van, en als dat niet geïnspireerd is op George Orwell’s “1984” weet ik het ook niet meer.


VERTELLER Dat is zeker een zorgelijke ontwikkeling, Pessimist. Maar ik denk dat het handig is voor jou om ook de positieve aspecten te zien. Om minder negatief na te denken over het fenomeen werk, moet je eerst precies weten wat er aan de hand is. Het werkveld verandert namelijk in een rap tempo, en alle veranderingen die zich nu doorvoeren, ga jij later meemaken op nog een grotere schaal. Misschien wel de belangrijkste verandering waar over gespeculeerd is en waar reële angsten over bestaan, is de voorspelling van een geautomatiseerde samenleving. Deze lijkt te kloppen. Door kleine veranderingen in ons alledaagse leven, komen we steeds meer in aanraking met, en raken we gewend aan machines. Een voorbeeld: We rekenen steeds vaker af bij de kassa met een zelfscan-machine. En we maken geld over op een scherm, zonder een bank te betreden. We zijn gewend geraakt aan het idee van zelfrijdende auto's en computers die met ons kunnen praten.


PESSIMIST Ja, die werknemers in de supermarkt doen niks meer, en ik moet dan zélf mijn boodschappen gaan scannen terwijl zij toekijken! Straks vinden ze zelfs nog een robot uit om de vakken automatisch te vullen en de kranten en bonusflyers automatisch in mijn brievenbus te stoppen!


OPTIMIST Juist handig toch? Ik hoef zelfs niet meer mijn wekker te zetten of mijn agenda te vullen: SIRI op mijn iPhone X doet echt álles voor me, ik hoef alleen maar mijn vingerafdruk te scannen.


PESSIMIST Ja, en voor je het weet zitten ze in al je gegevens. Vind jíj het een fijn idee dat zelfs je vingerafdruk bekend is bij Apple? Nou ík niet, en dat is nog maar het begin. Voor we het weten zijn we allemaal wandelende cyborgs.


VERTELLER Nou, nou, voordat we daar eenmaal zijn duurt het nog jaren. Maar van robot-werknemers kunnen we al bijna spreken. Onderzoekers beweren zelfs dat deze veranderingen vergelijkbaar zijn met een tweede industriële revolutie. Robots en intelligente computersystemen zullen een veel dramatischer impact op de werkplek hebben dan internet.


OPTIMIST Dramatisch? De komst van internet was helemaal niet dramatisch! In mijn visie de beste uitvinding ooit! En wie weet mogen we dat ooit ook zeggen over de robotisering van het werkveld.


VERTELLER Wie weet. Eén ding is in ieder geval zeker, het gaat leiden tot grote veranderingen in ons werk. Sommige beroepsgroepen zullen groeien en anderen zullen krimpen, maar dat zijn enkel verschuivingen tussen beroepsgroepen —


PESSIMIST Ja, maar de vraag is: wat gaat er gebeuren met de totale omvang van de werkgelegenheid? Is er in de toekomst nog wel genoeg werk voor iedereen?


VERTELLER Voor ‘werk’ op de klassieke manier gedefinieerd waarschijnlijk niet. We zullen ‘werk’ anders moeten gaan definiëren —


OPTIMIST – Je bedoelt niet meer als ‘werk in loondienst bij een vaste werkgever’, maar in verschillende functies bij meerdere werkgevers? Of dat je naast je werkgever een eigen bedrijfje runt. Of dat je een vergadering organiseert voor de tafeltennisclub. Of als ik de voetbalwedstrijd van m’n zoon coach. Of als ik elke dag even langs ga bij mijn zieke moeder om haar iets te eten te brengen.


VERTELLER Klopt. Dat zijn goede voorbeelden van vrijwilligerswerk en mantelzorg, die ook kunnen vallen onder arbeid. We zullen dan als maatschappij niet alleen anders over werk moeten gaan denken, maar ook over inkomen. In dit kader stellen sommige visionairs voor dat iedere volwassen burger een basisinkomen krijgt, of dat alle burgers een negatieve inkomstenbelasting krijgen indien het arbeidsinkomen te laag is.


PESSIMIST Basisinkomen? We leven toch niet in luilekkerland? Betekent dat, dat ik me al die jaren voor helemaal niets heb uitgesloofd, gezwoegd tot aan de universiteit en veel prestatiedruk heb moeten doorstaan? Ik wil wel een beloning voor mijn inzet, en niet dat al die inspanningen tevergeefs zijn geweest!


OPTIMIST Nou, dan weet je nu toch wat hard werken is? Trouwens, als straks iedereen gewoon hetzelfde verdient kunnen al die instanties die zich inzetten voor mensen die weigeren te werken, of werkloos zijn, ook gelijk weg! Bezuinigt vast een hoop.


PESSIMIST Miljoenen banen in het middensegment worden de komende jaren overgenomen door machines. Hoe fantastisch dat misschien klinkt, ze kunnen ook destructief zijn en hele beroepen overbodig maken. Zoals bijvoorbeeld dat soort instanties, en voor sommige mensen is dat óók hun passie; andere mensen werk bezorgen.


VERTELLER Een studie van 2013 door de Oxford Martin School schatte dat 47% van de banen in de VS de komende twee decennia vatbaar kan zijn voor automatisering.


03. Gevolgen van veranderingen in generaties



OPTIMIST Alles wat al in de wereld is wanneer je wordt geboren is een normaal onderdeel van hoe de wereld werkt. Alles wat is uitgevonden tussen je 15e en 35e jaar is nieuw, spannend en revolutionair en je kunt er waarschijnlijk een carrière in krijgen. Alles wat is uitgevonden na de leeftijd van 35 is tegen de natuurlijke orde van alle dingen.

PESSIMIST Zie je wel!


VERTELLER Ja, dat klinkt dramatisch maar dat hoeft het helemaal niet te zijn. Door de routinematige aspecten van ons werk te nemen, stellen optimistische denkers, maken machines ons vrij voor meer creatieve activiteiten. Veel werk worden beïnvloed. Robots in fabrieken en magazijnen worden mobieler, veelzijdiger en betaalbaarder. Of je nou een greppel graaft, of een huis schildert, of stenen legt: alles waar een basis hand-oog coördinatie voor nodig is kan gedaan worden door een robot.


OPTIMIST En nog goedkoper en efficiënter ook. En dat is lekker makkelijk: dan kunnen wij met meer aandacht onze kinderen opvoeden, een gezonder leven leiden, goede doelen steunen en zo de wereld beter maken! Hopelijk blijft de druk om te participeren in de samenleving, en geven mensen dan, naast of in plaats van een betaalde baan meer prioriteit aan de politiek en de maatschappij.


PESSIMIST Je wilt dus zeggen dat het tekort aan arbeid ervoor gaat zorgen dat we meer gaan geven om de wereld?


OPTIMIST Ja, logisch toch?


PESSIMIST Ik weet helemaal niet zo zeker of ik me zou inzetten voor een goed doel of de politiek als ik geen werk meer had. Ik kan me voorstellen dat ik me schuldig zou voelen, omdat ik niet met de economie meedraai. Bovendien heb ik dan weinig tot geen koopkracht, waardoor ik me vast terugtrek en kleptomanische trekjes ontwikkel. Werken is mensbedervend, maar niet werken is onmenselijk. Arbeid is ziekmakend, maar tegelijk wordt er als naar een medicijn naar gesnakt. Voor we het weten zitten we met een structureel tekort aan arbeid, en kan het zijn functie van eigenaardig medicijn niet meer vervullen. En dan? Wat brengt dit met zich mee? Misschien wel dat prestatiedruk toeneemt en we nóg meer stress ervaren omdat we ons geen raad meer weten met de hoeveelheid beschikbare tijd, en geen idee hebben hoe we ons lege leventje zinvol moeten maken. Om gevoelens van twijfel en machteloosheid te ontkomen, moet een individu bijna wel werkzaam blijven.


VERTELLER Klopt. Tot voor kort was alleen bekend dat handarbeid in fabrieken of in de dienstensector gevaar liep. Maar nu lopen ook minder voor de hand liggende banen risico. Software wordt steeds geavanceerder, data-analyses op gebieden zoals reclame en financiën worden uitbesteed aan computers en zelfs de autoriteit van medische experts wordt uitgedaagd. Zo is er IBM’s Watson-computer, die de Amerikaanse tv-quiz Jeopardy in 2011 won, en die wordt gebruikt bij de diagnosestelling van kankerpatiënten in de VS.


PESSIMIST Maar, in tegenstelling tot een menselijke arts, kan een robot patiënten niet behandelen met empathie en begrip. Niemand wil toch luisteren naar een robot-begrafenisondernemer die zegt: “Gecondoleerd”. Of bediend worden door een gevoelloze robot-ober, als je ergens dineert.


OPTIMIST Aan de andere kant, als je naar McDonald's gaat, heb er geen problemen mee als je digitaal je bestelling wilt doen, waarna er mechanisch ergens een hamburger tevoorschijn komt.


VERTELLER We kunnen dus aannemen dat het van de activiteit afhangt - hoe meer transacties het bedraagt, hoe groter de kans is dat het wordt geautomatiseerd.


PESSIMIST Oké, maar wat moeten we werkende mensen nog laten doen zodra hun werk volledig geautomatiseerd is?


VERTELLER Goede vraag. Waarschijnlijk hebben we dan op den duur mensen nodig om robots aan te sturen, die extreem hooggeschoold moeten zijn. Over 40 of 50 jaar hebben we eigenlijk geen middensegment meer nodig. We zijn angstig dingen achter ons te laten waar we lang aan hebben gewerkt om het op te bouwen; onze baan bijvoorbeeld. De studie die we vooraf gedaan hebben. We hadden een duidelijk beeld bij ons leven. Je gaat ergens lang werken en dan ga je op een bepaalde leeftijd met pensioen. 


PESSIMIST Moeten de mensen die dan ontslagen worden blijven zitten ter assistentie van de machines tot hun pensioen of tot ver na hun pensioen? Dat is toch geen doen!


VERTELLER Bijvoorbeeld. Iedereen zal nóg langer moeten blijven na zijn 67e jaar. Omdat mensen langer leven zullen ze naar verwachting langer werken.


PESSIMIST Ja, maar op gegeven moment raakt de kennis van ouderen ook gedateerd, en als mijn moeder op haar 70e bij wijze van spreke nog moet gaan leren coderen… dat wordt toch helemaal niks! Het gaat dan weer geld kosten om die mensen up-to-date te houden, toch?


VERTELLER Klopt, dat is niet ondenkbaar. En er is ook een taak voor de overheid en werkgevers om een ​​geschoolde oudere beroepsbevolking te behouden.


OPTIMIST Ja! maar eigenlijk moeten individuen eigenaar worden van hun loopbaan.


04. Mijn Generatie

PESSIMIST Hoe bedoel je?


VERTELLER Het komt er op neer, dat mensen niet per se meer willen werken van 9 tot 5 op een kantoor moeten zitten, maar ondernemend kunnen zijn als dat moet. Ze moeten invloed kunnen hebben op hun eigen loopbaan en makkelijker kunnen stoppen of overstappen. Je ziet steeds vaker dat de voorkeur uitgaat naar flexibeler werk, zowel op het vlak van uren als de locatie. Je ziet daardoor dat grote organisaties momenteel een enorme uitdaging hebben aan het werven van jongere werknemers.


OPTIMIST Je bedoelt, onze generatie?


VERTELLER Ja, jullie generatie dus.


PESSIMIST De mensen die het tijdperk van voor de iphone nog mee hebben gemaakt en nog wel eens nostalgisch terugblikt op de NOKIA 3310.


VERTELLER Ja, deze generatie verwacht een veel ondernemender omgeving - meer vrijheid om te werken, minder controle. Niet alleen in Nederland, bedrijven over de hele wereld worstelen met de vraag hoe je de juiste mensen binnenkrijgt, en ze vervolgens binnenhoudt. De wensen, verwachtingen en vaardigheden van jonge talenten sluiten vaak niet goed aan op de toekomst van veel bedrijfsorganisaties. Zo verwachten jongeren, net als alle werknemers, een werkplek waar ze veel sociale contacten kunnen hebben. Maar de millennials willen meer. Ze willen vooral ook plezier hebben in hun werk. Daarbij is deze generatie niet erg loyaal. Ze zijn zo weg, als ze de indruk hebben dat ze het elders beter kunnen krijgen.


PESSIMIST Oke. We zien dus dat er iets aan de hand is met die generatie. Ik dacht altijd dat “de jeugd van tegenwoordig” maar een soort bedacht concept was: een term die aan het einde van een generatie terugkomt en weer verdwijnt.


VERTELLER De generatie waar jullie toe behoren, de Millenialgeneratie, heet ook wel generatie Y. Hiervoor was generatie X en na ons begint Z. William Strauss en Neil Howe waren de eerste wetenschappers die de term Millennial gebruikten, in boeken over generatieverschillen in de Verenigde Staten.


OPTIMIST Millennials, dat zijn toch mannen en vrouwen die zijn geboren rond de late jaren zeventig en de vroege jaren tweeduizend?


PESSIMIST Dat is toch een veel te ruime marge om een generatie in samen te vatten?


VERTELLER Zoiets ja, en dat is inderdaad een ruime marge. Allereerst is deze generatie heel divers qua type mens en persoonlijkheid. Maar wat hen over het algemeen bindt, is dat ze zijn opgegroeid in een wereld waar internet en welvaart de boventoon voeren. De generatie voor ons heeft het zwaarder gehad.


PESSIMIST Ja, die schraapten vijftien uur per dag roest uit een oven voor een euro per uur.


VERTELLER Nou, dat is wel heel overdreven, maar bij wijze van spreken, ja. Minder denkwerk, meer doe-werk. Millennials komen ook uit de jaren ’90: een periode waarin er niks mis was met niks. Jullie zijn opgegroeid met het idee: ‘Je bent bijzonder, en je kunt alles worden wat je wilt.


PESSIMIST Dat is precies wat mijn moeder altijd tegen mij zei. Dat ik maar dankbaar moet zijn om in zo’n goede tijd te leven.. Ondertussen hoor ik steeds vaker dat het slecht gaat met “mijn generatie”.


VERTELLER Klopt ook. Jongeren hebben vaker last van overspannenheid of een burn-out, wat leidt tot bezoekjes aan een psycholoog. Uit onderzoek blijkt dat deze zogenoemde millennials vinden dat zij of hun omgeving de lat te hoog leggen. Daarom vinden ze het lastig om keuzes te maken, om tevreden te zijn met zichzelf of om werk en privé gescheiden te houden. Ook voelen ze de hete adem van social media. Ongeveer 25 procent van de respondenten zegt een burn-out te hebben of overspannen te zijn. Nog eens 25 procent is dagelijks bang om last te krijgen van deze klachten. Het gemiddelde stressniveau staat op een 8.


PESSIMIST Oke, maar náást de cijfers?


OPTIMIST Hoezo, is dat niet wat je wilde horen, pessimist? Hier is het bewijs voor een ongelukkige generatie.


PESSIMIST Die cijfers zijn allemaal wel leuk, maar zeggen mij toch niets. Ik vraag me af: bestaat deze generatie uberhaupt? Kun je wel spreken van een doelgroep met zo’n grote marge? Is er hard bewijs voor deze millennial generatie?


OPTIMIST Hoe kun je nou het bestaan van een generatie ontkennen?


VERTELLER Nou, ergens heeft de pessimist wel een punt. Er is nog onenigheid over tussen wetenschappers over het bestaan van de millennial. De gekozen naam in kwestie is best catchy, maar er stonden nog een aantal voorstellen in de rij, namelijk: :

de “Echoboomers”, de “60-minutes generation"
“iGen”
de “net-generation”.


PESSIMIST Ondanks dat deze namen het dus niet gemaakt hebben, klinken ze eigenlijk allemaal wel heel catchy!


VERTELLER En niet zonder reden. Generatie X, Generatie Y en de Millennials schijnen een heuse mythe zijn: een waanidee dat wordt gebruikt om ouderen tegen jongeren op te zetten, en om een onderzoeks- en media-industrie te voeden met nieuwe verhalen rond die denkbeeldige generaties. We zijn er altijd van uit gegaan dat er een duidelijk afgebakende en gekarakteriseerde lijn van generaties bestaat, terwijl als we kritisch kijken naar het fenomeen “generaties” we dat niet met zekerheid kunnen zeggen.


PESSIMIST Dat snap ik, maar elke generatie is toch anders? Stel dat je het over de grens trekt: het begrip bedraagt nu eenmaal ALLEN geboren tussen 1980 en 2000. Ik leef al 20 jaar in een vreedzaam land als Nederland. Kan een leeftijdsgenoot in Yemen of Syrië dat ook zeggen? Het blijft een millennial, maar ik heb vrij weinig gemeen met iemand uit Jemen buiten die stempel. Niemand is uiteindelijke hetzelfde, en daarmee overgeneraliseer je ‘generaties.’ Tieners zijn niet allemaal hetzelfde, maar als geheel verschillen ze van volwassenen.


VERTELLER Klopt. Verschil is er dus niet alleen tussen nationaliteit, maar ook binnen de bevolkingsleeftijd. Wanneer je naar de tijd, landen en rassen kijkt, zijn we experts in het vinden van manieren om te klagen of ons te onderscheiden van degenen die voor of na ons kwamen. Slimme ‘generatienamen’ geven maakt zo’n groep benoemen geloofwaardig. Het lijkt het erop dat de karakteristieken die we aan elke vermeende generatie geven, slechts gelegenheden zijn om oppervlakkige voorstellingen te geven van verschillende leeftijdsgroepen. Mensen veranderen naarmate ze ouder worden, en generaties hebben altijd een bepaald narcisme en minzaamheid tegenover de ander.


05. Generatieverschillen




OPTIMIST Alles wat al in de wereld is wanneer je wordt geboren is een normaal onderdeel van hoe de wereld werkt. Alles wat is uitgevonden tussen je 15e en 35e jaar is nieuw, spannend en revolutionair en je kunt er waarschijnlijk een carrière in krijgen. Alles wat is uitgevonden na de leeftijd van 35 is tegen de natuurlijke orde van alle dingen.

PESSIMIST Zou je dus kunnen zeggen dat het fenomeen ‘generaties’ een natuurlijk proces in het leven is, waarbij jongeren of adolescenten narcistisch zijn, en dat mindert zodra ze ouder worden? Vervolgens worden ouderen minder narcistisch naarmate ze meer levenservaring hebben, maar gaan ze wel liever zeuren op narcistische jongeren?


VERTELLER Klopt. Zo was er Hesiodus, een Oud-Griekse dichter die vermoedelijk leefde in 700 BC. en al een hekel leek te hebben aan de jeugd in zijn tijd:

“Ik zie geen hoop voor de toekomst van onze mensen als ze afhankelijk zijn van de frivole jeugd van vandaag, want ik ben zeker dat alle jongeren uitermate roekeloos zijn. Ze geven alleen om frivole dingen, toen ik een jongen was, leerden we discreet en respectvol te zijn tegenover de ouderen, maar de huidige jeugd is respectloos en heeft een buitengewoon lak aan discipline.”


OPTIMIST Alles wat al in de wereld is wanneer je wordt geboren is een normaal onderdeel van hoe de wereld werkt. Alles wat is uitgevonden tussen je 15e en 35e jaar is nieuw, spannend en revolutionair en je kunt er waarschijnlijk een carrière in krijgen. Alles wat is uitgevonden na de leeftijd van 35 is tegen de natuurlijke orde van alle dingen.


VERTELLER Mooi gezegd. En zo kunnen we nog wat leren van de manier waarop we tegen vernieuwingen in het leven aankijken. Kun je je voorstellen, dat mensen de uitvinding van de fiets levensbedreigend vonden in 1910? En dat de radio eerst werd beschouwd als een onvoorspelbare binnendringer in het vredige familieleven?


PESSIMIST Ik voel zelfs nostalgie naar bepaalde social media-sites die niet meer bestaan. Denk aan hyves, of myspace. Ik zie dat als dingen die echt van mijn generatie zijn.. Het voelt dus wel echt als een “eigen tijdperk”.


OPTIMIST De komst van social media is eigenlijk niet zo ingrijpend, als je bedenkt dat social media uiteindelijk gewoon méér media is. En dat het nou net nieuwe media is, betekent niet dat het zou moeten behandeld worden als ‘slechtere media’.


PESSIMIST Ik voel zelfs nostalgie naar bepaalde social media-sites die niet meer bestaan. Denk aan Hyves, of Myspace. Ik zie dat als dingen die echt van mijn generatie zijn. Het voelt dus wel echt als een “eigen tijdperk”.


VERTELLER Jullie hebben inderdaad je eigen tijdperk, en alle dingen die daarbij horen. Waar het misschien voor je vader cool was om aan motoren te sleutelen, heeft deze generatie behoefte aan meer Steve Jobs-igheid. Gladde jongens met manbuns en Suit Supply-pakken laten je maar wat graag geloven dat je tot een uitverkoren soort hoort.


PESSIMIST Voor de meeste banen voel ik me anders helemaal niet uitverkoren. Als ik op het internet struin naar vacatures, zie ik overal hetzelfde staan. Het grootste gedeelte van de vacatures op bijvoorbeeld Monsterboard, Randstad of de Nationale Vacaturebank lijken allemaal bestemd voor virtuozen van het leven. Ik moet resultaatgericht, flexibel, gedreven, pro-actief, dynamisch, hands-on, multidisciplinair, strategisch, een go-getter, een teamplayer, een out-of-the-box denker, maar óók gepassioneerd en authentiek zijn. En geen 9-tot-5-mentaliteit hebben. Ben ik dan de enige die dit zorgelijk vindt?


OPTIMIST Ja, en dan ben je zeker boekhouder?


PESSIMIST Nee, “Data-Steward”. Wat dat ook mag zijn.


OPTIMIST Valt een beetje onder het rijtje “Urban Shepherd" en “Robot-Intermediair”… of… “Professional Disorganiser”… “Crowd Funding Specialist”… “Digital Death Manager”…


PESSIMIST Ik ben doodsbang dat ik wel honderd kwaliteiten nodig heb om bij een bedrijf te kunnen werken op een doodsaaie onbelangrijke afdeling. En al heb ik al die kwaliteiten wel ergens in me, hoe zou ik ze dan allemaal zelf moeten kennen? Ik kan me niet indenken dat er mensen zijn die de hele dag out-of-the-box denken.


VERTELLER Het klopt dat je op allerlei sites tegenwoordig soortgelijke vacatures vindt.


PESSIMIST Maar er is toch niemand die aan deze eisen kan voldoen?


VERTELLER Nee, maar ergens proberen deze werkgevers toch het jonge publiek te trekken. Het blijkt uit gesprekken met meer dan 30 millenials, dat zij de toekomst niet zien bij één werkgever zien, maar het liefste om de paar jaar switchen. Eigenlijk wil niemand meer fulltime in loondienst werken, maar parttime, ernaast een eigen bedrijfje. Iedereen die ik sprak wilde ZZP’er worden. Daarnaast willen ze iets betekenen voor het bedrijf en middels de eerdergenoemde feedback ook horen dat hun bijdrage gezien wordt, relevant gevonden wordt en gewaardeerd wordt. Ze willen trots kunnen zijn op hun werkgever. Ze vinden het belangrijk om ‘het nut’ in te zien van werken bij een grote opdrachtgever: het moet, zoals de verteller al eerder heeft gezegd, bijdragen aan hun zelfontwikkeling. Enerzijds proberen werkgevers jonge professionals binnen te halen door middel van Engelse benamingen voor functies, —


PESSIMIST Super onnodig!


VERTELLER Anderzijds werkt het averechts, en zorgt het voor onzekerheid onder jongeren.


PESSIMIST Ik weet precies wat je bedoelt. Wie opgevoed is met het idee dat niks onbereikbaar is, heeft te kampen met onzekerheid of hij die mogelijkheden wel juist benut. Onafgebroken aarzeling over of ze wel de juiste kandidaat zijn. Als werkgevers die waslijst van functie-eisen publiceren, zorgt het er al voor dat ik een lijstje in mijn hoofd maak van alle dingen die ik NIET ben. Ik schrijf mezelf al af voor ik er aan begonnen ben. En als ik eenmaal het sollicitatiegesprek doorkom en begin met de baan, wil ik ook nog eens weten of ik het wel goed doe! Ik wil de erkenning gelijk hebben. Mijn zelf-discipline wordt gevoed met positieve stimulans van de buitenwereld.. Tijdens het schrijven check ik minstens 1 x per 10 minuten mijn telefoon, alsof ik wacht op een lekker psychisch hapje in de vorm van een bericht dat mij vertelt dat ik dit wel kan!


VERTELLER Maar, Pessimist, daar is een heel logische verklaring voor. Onze hersenen geven serotonine vrij wanneer we op een positieve manier publiekelijk erkend worden. Op een of ander niveau moeten we allemaal erkend en gewaardeerd worden.


PESSIMIST Als ik een promotie op mijn werk krijg, ben ik trots. Maar als ik vermoed dat al mijn collega’s de promotie in het geheim begeerden en het eigenlijk liever zelf wilden, zullen deze hoogmoedige gevoelens snel vervagen en kan ik me uiteindelijk leeg van binnen voelen. Net als dat ik 50 'likes' op een profielfoto krijg, maar ik er eigenlijk niet van kan genieten omdat ik geen tijd met de echte wereld aan het doorbrengen ben. Ik voel een kort gebrek aan liefde gevoel van kunstmatige liefde, die me zowel snijdt als bevredigd.


VERTELLER Ook dat valt te verklaren. Zodra we te maken krijgen met deze holle overwinningen vermomd als volwaardige overwinningen, neigt het menselijk brein naar meer. De tijdelijke triomf maakt plaats voor leegte, en het enige reddingsmiddel is een nieuw succes. Op deze manier komt men terecht in een eindeloze zoektocht naar affectie; menselijkheid in een virtuele wereld waar we met een druk op de knop liefde verspreiden.


OPTIMIST Er zitten niet alleen slechte kanten aan. Er zijn echt wel goede voorbeelden van hoe social media een positief effect kan hebben. Denk aan de aanslag op Charlie Hebdo, of de schietpartij in Orlando een tijd geleden. Door middel van social media kunnen we steun bieden aan slachtoffers van zulk soort rampen.


06. Twijfels

PESSIMIST Ja ja, dat snap ik ook wel. Er zitten ook positieve kanten aan de technologische vooruitgang. Ik zal niet liegen als ik dit zeg: Ik vind het héérlijk dat google mijn fout getypte zoektermen verbeterd, en snel reageert op alles wat ik wil; mij gul voorziet in mijn behoefte aan informatie en beeldende referenties als ik die nodig heb; mij vriendelijk vraagt of ik de pagina wil verlaten al heb ik een bewerking nog niet gesaved. Het maakt het publiceren van werk des te makkelijk. Het voelt echter als een teleurstelling, als ik iets in de wereld werp, en er niet gelijk op gereageerd wordt. Dit voedt de angst om niets te kunnen betekenen voor de wereld. We denken te lang na over onze keuzes. Hoe moet ik in godsnaam capabel genoeg zijn om beslissingen te maken met de ultieme waarheid als elk deel van ontwerpen elementen van subjectieve smaak bevat? Zoals veel ontwerpers, heb ik me vaak afgevraagd of ons werk en de bijbehorende keuzes wel zo zwaar wegen als wij ze kunnen voelen. En mocht dit dus niet zo zwaar wegen, waarom moet ik elke beslissing dan tot op de laatste punt afwegen, elke ronde vorm grondig digitaal polijsten en het kleurpalet zo nauwkeurig afstemmen? Zou ik me als ontwerper moeten specialiseren in een bepaald aspect van het vak, of me meer als een generalist moeten gedragen?


OPTIMIST Ja, daar heb je ook wel iets gekozen hé. Je had ook voor iets veel concreters kunnen kiezen, zoals stratenmaker of winkelmedewerker of wiskundige. Misschien was je dan een stuk tevredener geweest.


PESSIMIST Misschien. En ik kan me altijd nog om laten scholen, maar dan volgt een andere opgave. Als ik tien uur per week doorbreng om te leren hoe ik goed moet coderen, is het tien uur per week die ik nooit meer zal terugkrijgen. Stel dat ik dit niet doe, en geen deskundige wordt of in ieder geval geen expertise in een specifiek gebied heb ontwikkeld, kan ik mezelf in een aantal jaren in een slechte situatie bevinden. Maar als ik dit wel doe, is er kans dat tegen de tijd dat ik het geleerd heb, alweer een nieuwe vorm van code is opgerukt.


OPTIMIST Misschien is de generalist versus specialistische vraag helemaal de verkeerde vraag. Of misschien verdient de vraag de hoeveelheid tijd die we besteden aan het debat.


VERTELLER Van nature is ontwerpen een beroep waar smaak en objectiviteit nauw verbonden zijn. Het is een compromis tussen de boodschap, het medium en de subjectieve smaak van de ontwerper. Er bestaat geen waarheid in, dus kunnen we nooit absoluut zeker zijn van onze keuzes, en al helemaal niet over hoe we dit vakgebied kunnen onderwijzen. Grafisch ontwerp is nog de lichtste van de disciplines, mocht je het willen vergelijken met de keuzes die een architect soms moet maken.


PESSIMIST Ik hoor mezelf zeuren. Ik ben nooit tevreden, en zo voel ik dat ook aan de rest van mijn generatie. We zeuren over onze baan, hebben het gevoel dat we op werkvlak falen en laten dit maar al te graag merken. We verdienen minder dan we gedacht hadden en staan vaak aan de zijlijn van onze eigen organisaties. Vrienden en kennissen hebben meer succes en al hun plannen komen wél uit de verf. En hoe komt dat toch? Ik voel me klaar om serieus genomen te worden. Is het dan terecht dat ik me erger aan incompetente docenten?


VERTELLER Het is makkelijk om onszelf de schuld te geven van het systeem waarin we leven. Onze tekortkomingen, verlangens en angsten lijken onze eigen schuld, maar de echte oorzaken liggen ver van ons, namelijk in de manier waarop de economie in elkaar steekt.


OPTIMIST Maar waar blijkt het dan uit, dat onze gevoelens van falen voortkomen uit het kapitalistische systeem?


VERTELLER Ten eerste is het de schuld van de meritocratie; het idee van een maatschappijmodel waarin de focus wordt gelegd op individuele prestaties en capaciteiten. Ieders sociaal-economische positie wordt bepaald op basis van zijn of haar individuele verdiensten. Afkomst, bezit, ras en geslacht spelen bij deze toekenning geen rol. Dit versterkt dus het gevoel dat we verantwoordelijk zijn voor ons eigen falen. Ten tweede heeft de constante vraag naar specialisatie ons beperkt in het ontwikkelen van potentiële kwaliteiten. De teleurstelling van werken komt voort uit het gevoel dat slechts een deel van onze kwaliteiten benut worden bij de baan waarvoor we getekend hebben. De functieomschrijving op ons visitekaartje is slechts een van de duizenden omschrijvingen die we in theorie bezitten. Je gehele werkende leven één taak uitvoeren is echter economisch gezien best slim. Tegenwoordig voeren we allemaal zo’n specifiek taakje uit, daarom hebben we functieomschrijvingen als Office Manager, Pensioenspecialist of Verwarmingsmonteur.

Onze verlangens liggen vaak om onze eigen meervoudigheid meer tot uiting te brengen. Dat zie je bijvoorbeeld aan het feit dat 70% van de jongeren liever een eigen bedrijf begint naast de baan in loondienst. De baan is back-up voor het geld, in het het bedrijf zit de passie. Daarbovenop komt nog dat ons werk onze identiteit bepaalt. Ons karakter wordt gevormd door ons werk. De impact van het werk wat we doen op wie we zijn kleurt ons hele bestaan. Door een groot deel van je leven één specifieke taak uit te voeren, worden andere potentiële vaardigheden achtergesteld. Hoe verrijkend je werk ook mag zijn, het kan je geestelijke vermogens sterk belemmeren. Ten vierde dwingt de hoeveelheid consumentenkeuze ons commerciëler te zijn dan we zouden willen. In ruil voor economische groei en welvaart accepteren we dat we in een consumenten-economie leven met ongelukkige bijwerkingen (advertenties, ongezond eten, producten die we totaal niet nodig hebben).


PESSIMIST We hebben welvaart verkozen boven deugdzaamheid. De droom van het paradijs waar niemand honger lijdt, we voortdurend zijn voorzien in onze behoeften en een arbeidsloos inkomen bestaat, zogezegd. De utopie bestaat, maar bestaat er iets beters dan een utopie? We zien dat vooruitgang kwam uit afhankelijkheid: van elkaar, van andere landen en naties. Onze situatie is te danken aan de afhankelijkheid van iedereen. Hoe meer we een product zijn van het collectief, hoe meer we de neiging hebben om een individu te zijn. Iemand die zelf kan bepalen waar hij naar toegaat, maar in hoeverre is dat nog mogelijk? Het wordt namelijk wel verwacht dat je méédoet met de rest. De maakbaarheid van de samenleving nebben we ingeruild voor de maakbaarheid van het individu. We ergeren ons graag aan collega’s en proberen altijd haantje de voorste te zijn. Verder maakt verplicht samenwerken ons al helemaal boos. We ergeren ons graag aan collega’s en zijn extreem perfectionistisch en hard voor onszelf als het gaat om individuele prestaties. Daarnaast verbitteren we langzaam als gevolg van onze torenhoge ambities die we onmogelijk los kunnen laten.


07. Conclusie

VERTELLER Kun je nu, met behulp van deze nieuwe inzichten, noemen wat er op het spel staat?

OPTIMIST Goed, als we kijken naar de onderzoeksresultaten van tussen de 50 en 70, zien we dat deze mensen over het algemeen blij zijn met hun keuzes. Een enkeling is bang voor wat er komen gaat, qua pensioen en baanzekerheid, maar het lijkt erop dat je je geen zorgen hoeft te maken.

PESSIMIST Arbeid in de 21e eeuw wordt dus niet meer gezien als werken in loondienst om aan het einde van de maand genoeg geld te hebben voor brood op de plank, maar tegenwoordig omvat je roeping alles wat je lief is. Ons werk bepaalt onze indentiteit, en ook ons karakter wordt gevormd op de werkvloer. Arbeid is dus geen noodlottige toestand meer, maar iets waar je zelf invloed op kunt uitoefenen en zelfs hogerop mee kunt komen. Maatschappelijk gezien is vooruitgang namelijk alleen bereikbaar door te werken, maar als je er écht voor gaat, kan je als individu economische vooruitgang, rijkdom en zelfs geluk bereiken.


VERTELLER Goed, en wat staat hier werkelijk op het spel?


PESSIMIST Of mijn angst gegrond is, of ik echt tegen een sisyfusarbeid aanloop in de toekomst.


VERTELLER Dat is natuurlijk de onderliggende vraag.

PESSIMIST Ik ben tot het inzicht gekomen dat Millenials, mochten die bestaan, en mocht ik er dan één van zijn, het moeilijk hebben om te gaan met dingen die tegenzitten. We kunnen veronderstellen dat om een succesvolle carriére —en dan spreek ik niet over 15 minutes of fame — te kunnen bemachtigen; er ongelofelijk veel geluk nodig is. Naast geluk is het ook nog eens hard werken: je moet al op jonge leeftijd weten wat je kan en wil, je moet de juiste opleidingskansen hebben, het juiste soort minderwaardigheidscomplex, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, een netwerk, geen schandalen, gezondheid, geen vijanden, geen tragische seksualiteit, geestdrift. En niet voor één of twee jaar, maar voor minstens veertig.
Ik moet niet verbaasd zijn als ik niet aan de top kom. Dat komt dan waarschijnlijk niet omdat ik dom ben, maar altijd het unieke heb verward met het onmogelijke. De statistieken van succes zijn anders dan de realiteit. We verlangen naar glorieuze bestemmingen, maar daarvan zijn er altijd minder dan dat er mensen zijn die verlangen om daar te komen. Het spel is doorgestoken en veroorzaakt veel leed, maar dat wordt zelden aangezien voor collectief leed en bijna altijd als een persoonlijke tekortkoming. Deels is dit ook de schuld van ons eigen brein. We zijn geprogrammeerd voor ambitie. Het zit niet in onze natuur genoegen te nemen met wat we al hebben. We zijn inherent ondankbaar en hebben pas het gevoel dat we leven als we ons opzadelen met een last die ons waarschijnlijk zal verpletteren. Zelfs zogenaamde successen zullen vooral nieuwe dromen en verlangens voortbrengen. Er is altijd een kloof tussen prestaties en verlangens. De onvermijdelijke uitkomst van ambities is dat je je uiteindelijk een loser zult voelen. Natuurlijk is het goed om succes na te jagen, maar als je niet leert om ook met tegenslagen om te gaan, word je gek.
We kunnen onszelf soms de schrijnende vraag stellen wat voor mensen we ook hadden kunnen zijn, als we de mogelijkheid gehad hadden om iets anders te doen. Bepaalde deuren hebben we afgesloten, soms hard of abrupt. Andere lijken soms, op zondagmiddagen, nog te lonken. Aan het uiteinde van andere levenspaden liggen andere versies van onszelf, die belangrijke maar onderontwikkelde of opgeofferde elementen van ons karakter onthullen.
Liefde en werk vereisen specialisatie, terwijl we van nature meervoudig zijn. We dragen altijd de kiemen van verschillende versies van onszelf in ons, die nooit een kans krijgen om tot wasdom te komen. Dat is een sombere gedachte, maar ook een troostrijke. Ondanks dat we veel verschillende loopbanen zouden kunnen ontdekken, blijft het vrijwel onmogelijk om al onze verlangens te voeden. Ons lijden is pijnlijk, maar het geeft ons ook een curieuze waardigheid, omdat het geen individuele, maar een collectieve ervaring is. Het geldt net zo goed voor een CEO als voor een stagiair, voor een kunstenaar als voor een accountant. Iedereen had vele gelukkige levens kunnen leiden, die hem nu ontgaan. Dat leed is ons gezamenlijke, menselijke lot. Hoe meer we een product zijn van het collectief, hoe meer we de neiging hebben om een individu te zijn.


VERTELLER En wat is dan het antwoord op je vraag?


PESSIMIST Het antwoord is dat niemand het zal weten. Niemand zal weten of ik mijn tijd goed besteed aan het studeren van een bepaald subject, zodat ik daar later mijn geld mee kan verdienen en goede toekomstperspectieven heb. De vraag zelf illustreert de vluchtigheid van grafisch ontwerp, en het zijn van een jonge professional. Niemand weet of je jouw carrière beter besteed met het hebben van veel, maar oppervlakkige vaardigheden, of een enkele diepgaande specialiteit weet te vergaren waar je vervolgens maar één kant mee op kan. Aan de andere kant is het leven onvoorspelbaar, en is het niet onwaarschijnlijk dat je omkomt van cholesterol in je bloedvaten, of een val van een iets te hoog balkon. Echter moet ik ook de positieve kant doornemen: want misschien overkomen bovenstaande dingen mij niet en ben ik gewoon springlevend op mijn 100e. Grote kans.
Enerzijds zie ik de toekomst als een zorg met dubieuze uitkomst, anderzijds is het een hilarische waarheid, waar de tijd mij zal vertellen of ik me echt zorgen moet maken of niet.


VERTELLER Zoals mensen die vlak voor de finale uit Expeditie Robinson gestuurd worden wel eens zeggen: geniet, wees niet bang, en heb geen spijt.


PESSIMIST En dat zal ik doen. <

“I am large, I contain multitudes”.
Walt Whitman




Voetnoten

1. Plato — zie “De Sofist” of “De Staatsman”

2. Albert Camus — “De Mythe van Sisyfus” (1942)

3. Albert Camus — “De Mythe van Sisyfus” (1942) p. 310

4. Jean Paul Sartre — “Being and Nothingness” (1943) en “Existentialism is a Humanism” (1946)

5. dr. Albert Benschop — “Arbeid: een lastig en omstreden begrip” http://www.sociosite.net/labor/arbeid/

6. Jerry Kaplan — “Humans need not Apply: A guide to wealth and work in the age of artificial intelligence” (2015)

7. VPRO Tegenlicht — Rutger Bregman, “Gratis Geld” (2014) https://www.youtube.com/watch?v=HdvAYyMWwq0&t=5s

8. Paul A. Kirschner — “Het voorbereiden van leerlingen op niet bestaande banen” https://tinyurl.com/y9smzwxq

9. Arbeid in Tijden van Basisinkomen (2017) http://www.laatbloeien.nl/arbeid-in-tijden-van-basisinkomen/

10. The Future of Employment — Carl Benedikt Frey

and Michael A. Osborne (2013) https://www.oxfordmartin.ox.ac.uk/downloads/academic/future-of-employment.pdf


11. A.H Achterhuis — “Arbeid, een eigenaardig Medicijn” (1984) (p. 33)”

12. IBM HEALTH —“Watson and Cancer, Get the Facts” (2017) https://tinyurl.com/yau2sozn

13. Ewald Engelen — Robots (2016) https://www.groene.nl/artikel/robots

14. Neil Howe & William Strauss — “Generations: The History of America's Future, 1584 to 2069.” (1991)

15. Suzanne van der Eerden — “Burn-out, de soa anno 2017?” (2017) https://www.manpower.nl/37357590/Millennials-stappen-massaal-naar-de-psycholoog.html

16. Neil Howe & William Strauss — “Generations: The History of America's Future, 1584 to 2069.” (1991)

17. Adam Conover — “Millennials don’t Exist” (2016) — https://youtu.be/-HFwok9SlQQ?t=12m44s

18. Todd Gitlin — “The Whole World is Watching: Mass Media in the Making & Unmaking of the New Left” (1980)

19. Alvin Stone — “Generation X, Y and Millennials do not exist.” (2016) https://www.linkedin.com/pulse/generation-x-y-millennials-do-exist-alvin-stone

20. Hesodius over de jeugd in 700 BC, echter geen bekende voorvallen ervan in zijn geschriften. https://en.wikiquote.org/wiki/Hesiod

21. Douglas Adams, “The Salmon of Doubt” (2002)

22. Adam Conover — “Millennials don’t Exist” — https://youtu.be/-HFwok9SlQQ?t=12m44s

23. Tara Lewis — “Vacatures moeten Realistischer” NRC Next (2018) https://www.nrc.nl/nieuws/2018/01/04/vacatures-moeten-realistischer-a1586973

24. Alain de Botton — “Ode aan de Arbeid” (2008)