Inleiding

Edward Hopper (New York,1882-1967)is een van mijn favoriete kunstenaars. Toen ik voor het eerst zijn werk zag vond ik het vreemde strakke beelden waarin de architectuur zo precies was neergezet dat het voor mij bijna afstandelijk was. De personen die afgebeeld zijn in zijn werk zagen er naar mijn mening ongelukkig en verdrietig uit. Het werk was voor mij niet onmiddellijk aantrekkelijk.

Na het zien van een documentaire over het leven van Edward Hopper veranderde mijn kijk en mening over zijn werk onmiddellijk. Ik kreeg kort een kijkje in zijn leven, een jongen die gedwongen werd om te studeren in de technische sector maar snakte naar het maken van kunst. Zijn beelden werden daardoor duidelijker voor mij, de combinatie tussen het strakke sombere interieur en mensen die hierin leken te verdwalen. De titels van de werken werden hoofdstukken uit zijn leven. Het werk werd een verhaal voor mij waarin ik de beelden kon bewonderen.1

Door meer informatie te krijgen over een kunstwerk wordt de interpretatie hiervan beïnvloed. Naast het geven van een verhaal over het leven van de kunstenaar speelt de titel van het werk een grote rol, de titel is als het ware een kort verhaal. Tegenwoordig wordt er binnen de kunst vaak gebruik gemaakt van ‘geen’ titel oftewel de titel: ‘Untitled’. Deze titel is een vrij moderne manier van titelgebruik die je binnen de oude kunsten niet snel terug zult vinden.

In mijn scriptie wil ik het hebben over de ontwikkeling van titelgebruik binnen de kunst. Ik vind dit een interessant onderwerp omdat ik zelf ook veel momenten heb gehad waarbij ik een titel aan mijn werk moest geven. Soms ging dit gemakkelijk en had ik er eerder over nagedacht maar soms helemaal niet. Ik kan het geven van een titel vaak als bijna nutteloos ervaren, het werk spreekt toch voor zich? Waarom maken we niet gewoon allemaal gebruik van de titel: ‘Untitled’? Ik heb ook vaak rondgelopen met de vraag: geeft de titel van een werk niet te veel beperking aan de interpretatievrijheid van de aanschouwer?

Bij het zien van het werk van verschillende kunstenaars zijn de titels soms de helft van het werk zelf. Ze vertellen je bijna een verhaal waardoor je het werk beter begrijpt of juist helemaal niet. Hoe worden titels gekozen en wat doen deze met onze beleving van het werk? Zou een werk net zo intimiderend of lief zijn als de titel anders was geweest? Ik wil binnen mijn thesis graag een onderzoek doen naar het gebruik van titels en in sommige gevallen het gebruik van verhalen bij een werk. Zoals eerder beschreven kunnen niet alleen titels een bepalende rol hebben bij een werk maar ook het verhaal over een werk kan de aanschouwer beïnvloeden. De titel vertelt als het ware een 'kort verhaal' over het werk.

‘Wat is de ontwikkeling van titels binnen de kunst waardoor we uiteindelijk gebruik maken van de titel ‘Untitled’?’

Binnen mijn scriptie behandel ik verschillende manieren van titelgebruik binnen de kunst en de ontwikkeling hiervan. De scriptie is opgebouwd uit vijf hoofdtukken. Het eerste hoofdstuk beschrijft wat een titel in het algemeen is en wat voor werking deze heeft bij kunstwerken. Er worden verschillende manieren van titelgebruik beschreven en onderzocht door middel van voorbeelden van kunstenaars en hun titels binnen de hedendaagse kunst.

Binnen mijn scriptie geef ik voorbeelden van verschillende kunstenaars en hun manier van betitelen. Ik heb ervoor gekozen om zowel bekende kunstenaars als minder bekende kunstenaars te behandelen. De verschillen tussen de kunstenaars zijn hun uitingen zoals schilderijen, sculpturen,poëzie,tekeningen en boeken. Ook de periode waarin het kunstwerk is gemaakt verschilt van 1656 tot 2016. Ik heb voor deze uiteenlopende selectie gekozen om zoveel mogelijk verschillende redenen en visies te kunnen krijgen op het gebied van betitelen.

Het tweede deel gaat terug in de geschiedenis van de titel, wanneer kunstenaars zijn begonnen met het bedenken van titels bij hun werk en wat hier de reden van was. Op chronologische volgorde worden er voorbeelden gegeven van de ontwikkeling van de titel naar aanleiding van verschillende kunstenaars en hun werken.

Het derde deel maakt onderscheid tussen de drie verschillende soorten titels, waarbij de globale indeling van kunsthistoricus John Welchman fungeert als basis. Hierin worden de drie soorten van betitelen omschreven en onderzocht waarbij de laatste de titelsoort: de ‘non’ titel verder wordt opgenomen in het vierde deel van de scriptie.

Het vierde deel van de scriptie gaat over het ontstaan van de ‘non’ titels. Binnen dit hoofdstuk staan de kunstenaars centraal die een belangrijke rol spelen binnen de ontwikkeling hiervan. Er worden verschillende voorbeelden gegeven van werken met het gebruik van de betiteling naar aanleiding van de invloed van onder andere de muziek.

Binnen het vijfde en laatste hoofdstuk van mijn scriptie staat de titel ‘Untitled’ centraal. Het ontstaan van het abstract expressionisme speelt hierin een grote rol. Er worden verschillende voorbeelden gegeven van kunstenaars die de titel ‘Untitled’ aan hun werk geven, onder andere één van de eerste kunstenaars op het gebied van ‘Untitled’.

1. Close Up, Edward Hopper, Avro het witte doek, 2012

De werking van de titel

Het geven een titel bij kunst geeft mogelijkheden om het werk te interpreteren en te bekritiseren. Binnen de hedendaagse kunst wordt er op veel verschillende manieren gebruik gemaakt van het plaatsen van een titel bij het werk. Een titel is heel letterlijk het opschrift van een object zowel van een literair geschrift als van een beeldend kunstwerk. Door het geven van een titel aan een object identificeert het zich ten opzichte van andere objecten.2

De titel is een onderdeel van de interpretatie van de aanschouwer, een onderdeel van het betekenispotentieel, hetgene dat als mogelijk aanwezig is maar nog niet bestaat. De toeschouwer is degene die het betekenispotentieel zal invullen, dit wordt bepaald door de manier waarop het werk door de toeschouwer wordt geïnterpreteerd. Werken die zeer abstract zijn en weinig herkenbare elementen bevatten zullen meer interpretatiemogelijkheid bieden dan werken waarin deze elementen duidelijk herkenbaar zijn. Doordat de elementen herkenbaar zijn zal de aanschouwer deze onmiddellijk betrekken op zijn eigen herinneringen, ervaringen of gedachten. De interpretatie van het werk wordt daardoor meer persoonlijk.

Door het toevoegen van een titel zal het werk een andere betekenis krijgen. Door het geven van een titel geef je de aanschouwer in sommige gevallen een directe richting om het werk te interpreteren. De visuele interpretatie van het werk in combinatie met de invulling van de titel is hetgene dat het werk doet veranderen. Het is niet alleen de titel die de interpretatie van het werk verandert, het is de interpretatie van het visuele gedeelte van het werk in combinatie met de invulling van de titel dat het werk doet veranderen.

Het geven van een titel aan je werk betekent dat je de aanschouwer van het werk al een zetje in een bepaalde richting geeft dat kan iets positiefs betekenen als dit het doel van de maker was. De aanschouwer zal het werk beter begrijpen en interpreteren zoals dat bedoeld is. Of het geven van een titel aan een werk positief, negatief, urgent of overbodig is, daar zijn de meningen over verdeeld. 3

1.1 Soorten titels en hun bedoeling

“What's in a name? That which we call a rose by any other name would smell as sweet"4
William Shakespeare

Als de kunstenaar besluit om zijn werk een titel te geven, maakt deze het werk dan ook per definitie beter of mooier? Zal door het toevoegen van woorden het werk beter worden begrepen? Het komt vaak voor dat kunstenaar ervoor kiest om zijn werk bewust geen titel te geven en wat is hier dan de reden van? Voor het wel of niet geven van een titel aan een werk zijn ontelbaar verschillende redenen. Waarom kiezen kunstenaars voor een bepaalde titel en wat is hun gedachte hierbij?

Bijvoorbeeld de werken van beeldend kunstenaar Leon Duniec (Tegelen,1965). Het werk van Duniec ontstaat uit fantasieën naar het verlangen van wegkruipen voor de dagelijkse drukte. In een interview geeft hij aan dat zijn beelden een ‘vluchtoord’ zijn. De werken die hij maakt visualiseren de verschillende ruimtes om als het ware ‘ in weg te kruipen’ en te vluchten voor de drukte.

Bij het denken aan een specifieke ruimte noemt Duniec als voorbeeld de stationsklok. Echter is zijn werk niet de stationsklok als het object zelf maar symboliseert deze het gevoel van geborgenheid. Voordat Duniec begint met het maken van zijn werken heeft hij nog geen specifieke vorm in gedachten. De ruimtes ontstaan tijdens het maken van de kunstwerken.

Leon Duniec werkt aan een specifiek thema met daarin verschillende vormen. Je zou denken dat er genoeg aanleiding zou zijn voor het geven van titels aan deze vormen, echter is dit niet het geval.5

“Mijn werken hebben geen titel, daar ben ik niet mee bezig. Hoewel een werk met een titel wellicht beter verkoopt. Dat heb je ook met betekenis. Mensen hebben behoefte aan een verhaal bij het werk. De kunstenaar probeert aan zijn werk een verhaal te koppelen en de mensen trappen daarin. Er wordt teveel aan zo’n verhaal gehangen. Maar beeldende kunst gaat niet om het verhaal. Je moet er gewoon naar kijken.”
Leon Duniec

Het werk van de beeldend kunstenaar André Volten (Andijk,1925) heeft net als het werk van Leon Duniec geen titels bij zijn werk. Een van zijn bekendste werken staat in Amsterdam. Het werk heeft oorspronkelijk geen titel maar heeft toch een naam gekregen, niet door Volten zelf maar door de toeschouwers. De naam die de toeschouwers aan het kunstwerk hebben gegeven is ontstaan door de vorm van het kunstwerk waarin de toeschouwers herkenning zagen.

Het beeld bestaat uit twee grote pilaren waarvan een in het water (het IJ) staat en de ander in het gras op de wal. Boven op de pilaren zijn twee grote ringen geplaatst die met elkaar verbonden zijn. Doordat de twee ringen in elkaar verstrengeld zijn doet deze de toeschouwers denken aan een knoop vandaar ook de bijnaam die zij aan het werk hebben gegeven namelijk: 'De Knoop' 6

"Ik houd niet van symbolische voorstellingen. Mijn beelden hebben ook nooit een naam. Natuurlijk laat ik me wel inspireren door de omgeving, maar dan toch meer in ruimtelijke zin. Deze imposante weidsheid dwingt je met iets groots te komen, je moet hier echt wat laten zien. En als je er betekenis in wilt zien, achteraf heb ik wel bedacht dat mensen zich zouden kunnen identificeren met een stellingname: het is een teken aan de grens van Amsterdam-Noord en de rest van de wereld, twee pijlers - één in het water en één op de grond, de twee schakels die elkaar omarmen, dat is toch een stukje verbondenheid van Noord en de andere kant van het IJ. Ik zie het ook als een eerbetoon aan mij voor het te laat is. Sinds 1950 woon ik hier, ik kan ook echt zeggen dat ik hier hoor, met Noord verstrengeld ben. Maar in het hele stadsdeel staat niets van mij. Dus als je Volten toch nog met Noord wilt verbinden, dan is het nu of nooit. En: dan moet het ook wel wat wezen."
André Volten

Aldus Duniec: “geen verhalen geen titel” Echter geeft hij eerder aan dat zijn werken wel degelijk zijn ontstaan door verschillende belevenissen, gedachte en momenten uit zijn leven. Toch kiest hij ervoor om de toeschouwer helemaal vrij te laten in het interpreteren van zijn werk.

Ook het werk van André Volten is ontstaan door zijn eigen gevoel en herinneringen aan de locatie zelf. Je zou kunnen zeggen dat ook zijn werk een vertaling is van zijn eigen persoonlijke verhaal. In zijn geval heeft de toeschouwer het werk een eigen benaming gegeven: ‘De Knoop’. Volten geeft echter aan dat zijn werk een verbinding voorstelt en geen knoop. Betekent dit dat het werk op een verkeerde manier geïnterpreteerd is? Of op een andere manier? Het is aan de kunstenaar zelf om de betekenis wel of niet mee te geven tijdens de interpretatie van de toeschouwer. Hierbij kan het dus voorkomen dat de aanschouwer een andere connectie legt met het werk dan de kunstenaar zelf.7

Het geven van een titel is niet altijd nodig om het werk te laten communiceren op de manier waarop dat bedoeld is. Het kan net even een extra zetje geven om mensen in de juiste richting te laten denken. Binnen het werk van de Oostenrijkse kunstenaar Erwin Wurm (Australie,Styria,1954) bijvoorbeeld. Zijn werk schept zonder titel al een vervreemdend en humoristisch beeld. De werken die hij maakt zijn surrealistisch. Hedendaagse objecten worden vervormd naar een toestand waarin we deze niet gewend zijn. Na het lezen van de titels bij de werken van Erwin Wurm zal er pas een echte glimlach op je gezicht ontstaan.

Wurm staat bekend om het gebruik van humor binnen zijn werk. In zijn werk staan de alledaagse voorwerpen en situaties uit het hedendaagse leven centraal. Het werk laat mensen nadenken over de lichamelijke en geestelijke toestand van de mens zelf.

“Als je dingen benadert met een gevoel voor humor denken mensen onmiddellijk dat ze niet serieus worden genomen. Maar ik denk dat de maatschappij en het menselijke bestaan kan worden benaderd op verschillende manieren. Je hoeft niet altijd bloedserieus te zijn, sarcasme en humor kunnen je helpen dingen op een lichtere manier te zien"
Erwin Wurm

Bij een van Wurm’s bekende werken staan twee mannen naast elkaar. Een man in een rood overhemd en een man in een groen overhemd. De man met het rode overhemd heeft in zijn maag een grote ronde schotel. De man met het groene overhemd heeft in zijn maag een gigantische bal, waardoor de man zelf zo goed als compleet rond is. Het is een vervreemdend beeld, de vormen staan in contrast met het lichaam. Het werk roept vragen op, waarom hebben deze mannen een rond voorwerp in hun maag? Waarom is de ene vorm ovaal en de ander zo rond als een bal?

De titel is: "The artist who swallowed the world" en "The artist who swallowed the world when it was still a disc"

Na het lezen van de titel komt het totaalpakket vrij,het beeld dat zelf al een humoristische toon zette krijgt nu een verhaal. De ronde vormen zijn niet langer “ronde vormen” maar zijn de wereld, een wereld die door twee personen is ingeslikt. Dezelfde wereld maar dan in een andere tijdsperiode waardoor de vormen verschillen. Het geven van een titel is in dit geval een belangrijk aspect om het juiste verhaal van de kunstenaar te laten overkomen op de aanschouwer.

De Cartoonist Gertjan van Leeuwen(Nieuwaal, 1967 )staat ook wel bekend als: Gummbah. Zij werk bestaat uit een verzameling van titels, titels zonder daadwerkelijk geschreven verhalen. Het werk bestaan uit honderd omslagen van boeken die “ net niet” zijn verschenen. Van al deze verschillende boeken zijn alleen de covers gemaakt en samengebundeld tot een boek. Een boek zonder verhalen met alleen maar titels, met als verzameltitel: ‘De net niet verschenen boeken’

“ik heb altijd al een fascinatie voor titels gehad. Ik heb er honderden verzonnen voor mijn bundelingen cartoons. Die moeten altijd een overkoepelende titel krijgen, wat eigenlijk ondoenlijk is. Dan kun je beter maar de titel op zich een cartoon laten zijn”8
Gummbah

In dit geval is de titel het werk zelf. Het werk en de titel zijn niet los van elkaar te zien omdat ze een zijn. Bij het lezen van de titels krijgt de aanschouwer onmiddellijk ideeën wat voor een boek het zou kunnen zijn, echter hebben de titels wel ieder een eigen vormgeving gekregen. Door de vormgeving van de boekcovers wordt de interpretatie van de titels deels beïnvloed. Dit komt door de keuze van het lettertype en de achterliggende afbeelding. Heel veel titels zonder werk of beter gezegd heel veel titel als werk.9

De titel kan op veel verschillende manieren functioneren. Een titel die er liever niet zou willen zijn: ‘Untitled’ of een titel die het werk aanvult en daardoor de boodschap compleet maakt. Of titels die als het werk zelf dienen. Er zijn veel verschillende mogelijkheden. De kunstenaars hebben zo iedere hun eigen gedachte bij het toevoegen of weglaten van de titel. Een eigen manier van titelgebruik die bij een eigen manier van werken past.

2. Encuclo.nl, [url], September 2015

3. Marthe van de Grift, De maker van betekenis, Mistermotley 2014, P.7-8

4. Sparknotes,[url], september 2015

5. Harry Lücker, Geen titel of uitleg bij kunst, het gaat om het kijken, Dagblad de Limburger, 27 juni 2011, P.15-16

6. Gemeente Amsterdam, Zonder titel – Volten, [url], 2015

7. Erwin Wurm, I do not make jokes! Interview with Erwin Wurm, Design Museum, 2013

8. Arjen van Veelen, Dit interview verpest eigenlijk alles,
Leids universitair weekblad, 14 februari 2008

9. Interview Gummbah, De wereld draait door, 14 oktober 2010

Leon Duniec, 'Untitled no 098 2011'
Erwin Wurm, 'The artist who swallowed the world' en 'The artist who swallowed the world when it was still a disc', 2007, 190x140x140 cm, hars en stof
André Volten, 'Geen titel',1996, staal gewapend beton
Gummbah, 'Net Niet Verschenen Boeken', 2007, Uitgeverij De Harmonie B.V.

Het ontstaan van titels binnen de kunst

Het geven van een titel aan beeldende kunst is nog jong in vergelijking met bijvoorbeeld het betitelen binnen de literatuur, zoals het geven van een titel aan een boek.Het doelbewust betitelen van kunst is slechts een paar eeuwen geleden begonnen. Door de verkoop binnen de kunst moesten kunstwerken een naam krijgen. Ook bij het schrijven over kunstwerken binnen de kunstliteratuur was het urgent dat een werk een titel kreeg zodat er naar verwezen kon worden. Het geven van deze titels werd niet gedaan door de kunstenaar zelf maar door de schrijvers en de veilingcatalogi. Door deze manier van betitelen hebben veel oude kunstwerken hun titel pas later gekregen. Veel titels zijn in een latere periode ontstaan dan de periode waarin het werk gemaakt is. Een goed voorbeeld hiervan is het werk ’Las Meninas’ (de hofdames) van Diego Velázquez (Sevilla, 1599 - 1660 Madrid) . De titel van het werk is precies te dateren op 1843 terwijl het kunstwerk gemaakt is rond 1656.

In vergelijking met de hedendaagse kunst waarin kunstenaars of toeschouwers hun eigen gevoel of gedachte in de titel verwerken was dit eerder niet het geval. Bij het benamen van de werken binnen de oude kunstliteratuur werd er zeer objectief naar het werk gekeken.Het werk kreeg een titel naar aanleiding van het thema waarin het werd herkend. De titel was als het ware een letterlijke omschrijving van het kunstwerk zelf. Sommige werken kregen daardoor een zeer lange titel, waardoor deze meer leek op een kort verhaal.10

Een goed voorbeeld van titels die een letterlijke omschrijving van het kunstwerk zelf zijn, zijn de werken van kunstenares Rachel Ruysch (Amsterdam, 1664-1750). Rachel Ruysch was een Nederlandse schilderes uit de Barok. Zij was een van de beroemdste vrouwelijke kunstschilders van haar tijd en stond bekend om haar bloemstillevens. De stilleven schilderijen van Rachel Ruysch hebben vrijwel allemaal een opmerkelijk lange titel. De titels omschrijven het schilderij op een objectieve en bijna kinderlijke manier. Alle elementen die te zien zijn in het werk worden letterlijk benoemd, object, soort bloem, insecten of dieren en materialen.11

Lijst van verschillende titels van de stillevens van Rachel Ruysch:12

1686 'Bloemen rondom een boomstam, met insecten en andere dieren, bij een bergmeer.'
1688 'Bloemen in een terracotta vaas op een stenen balustrade.'
1689 'Bloemen in een glazen vaas op een balustrade voor een zuilengang.'
1690 'Tuiltje bloemen, met insecten en vlinders, op een marmeren tafel.'
1695 'Tuiltje bloemen, met een distelvlinder, op een marmeren tafel.'
1700 'Bloemen in een glazen vaas, met een sprinkhaan, in een nis.'
1700 'Bloemen in een terracotta vaas, met vruchten, op een stenen balustrade.'
1701 'Bloemen in een glazen vaas, met insecten en perziken, op een marmeren tafel.'
1704 'Rozen, tulpen, ranonkels en andere bloemen in een glazen vaas, met pruimen.'
1706 'Bloemen in een glazen vaas, met perziken en aalbessen, op een marmeren blad.'

Deze titels geven geen mening of emotie maar een objectieve beschrijving van het schilderij waarin vrijwel alle elementen worden benoemd. Net als bij het werk van Rachel Ruys was de titel vaak niet van de kunstenaar zelf afkomstig. Pas later, in de periode rond 1730 kwamen kunstenaars tot het inzicht dat het gebruik van titels meer kon zijn dan simpelweg een omschrijving of identificatie van het werk. Ze kwamen tot de ontdekking dat het toevoegen van woorden een mening of opvatting kan overbrengen en de interpretatie in een bepaalde richting kan sturen.13

De kunstenaars werden wakker geschud op dit gebied door het ontstaan van nieuwe presentatievormen van kunst. Door de opkomst van musea, tentoonstellingen en de nieuwe vormen van schrijven over kunst; de kunstkritiek, ontstond de opkomst van de titel.

Tijdens de ontwikkeling van deze presentatievormen werden er vanaf 1648 in de Parijse salons regelmatig tentoonstellingen gehouden. Hierbij kwamen vooral kunstenaars kijken. Rond 1737 werden deze salons ook voor het publiek toegankelijk en trokken verschillende lagen van de bevolking aan. Doordat de salons voor iedereen toegankelijk werden ontstond de kunstkritiek, er werd over de kunst geschreven. Hierbij was het gebruik van titels noodzakelijk om de werken te kunnen benoemen en bekritiseren. De kunstenaars gaven hun werk zelf een titel waardoor niet alleen het werk maar ook de titel van het werk bekritiseerd werd.14

“Woorden zijn nu eenmaal het makkelijkste doelwit voor woorden”
John Welchman

Titels werden steeds belangrijker, kunstenaars kozen titels bij hun werk en dit zorgde herhaaldelijk voor kritiek. De titel werd hierdoor een betekenisvol onderdeel van het werk, er werd evenveel naar gekeken als naar het werk zelf. Titels zorgen voor een nieuwe manier van kijken naar kunst en het interpreteren ervan. Een goed voorbeeld hiervan is het ontstaan van het impressionisme.

Een titel van een schilderij van Claude Monet (Parijs,1840-1926) een Frans kunstschilder heeft er zelfs voor gezorgd dat er een nieuwe kunststroming is ontstaan. Het schilderij: ‘Impression, soleil levant’ zorgde er voor dat er een naam werd gegeven aan de nieuwe kunststroming namelijk: het impressionisme.

Volgens astronoom Donald Olson is het impressionisme begonnen op woensdag 13 november 1872. Dit was het moment waarop Claude Monet vanuit zijn hotelkamer in Le Havre de zonsopgang schilderde in zijn schilderij: ‘Impression, Soleil Levant’ waaraan de kunststroom het impressionisme zijn naam te danken heeft.

De term ‘Impressionisme’ werd voor het eerst gebruikt door Louis Leroy, een schrijver die zich zeer kritisch uitliet over deze nieuwe kunststroming. Het impressionisme zette zich namelijk af tegen de 17e eeuw classicistische kunstopvatting waarbij in twee fasen werd gewerkt. Eerst werd er een schets gemaakt en deze werd later uitgewerkt op basis van vaste principes waarin rekening werd gehouden met o.a. duidelijke lineaire vormen, perspectief en licht-donker contrast. De impressionisten kenden alleen de schets-studiefase en hun onderwerpen waren alledaags en banaal.15

Monet betitelde vanaf de jaren zestig zijn landschappen met een aanduiding van plaats, object en weersomstandigheden. Ook benoemde hij het seizoen of moment van de dag, bijvoorbeeld: 'Honfleur, effet de neige'. Monet maakte systematisch gebruik van deze manier van betitelen. Hij leek als het ware bezeten van deze methode en gaf de critici herhaaldelijk aanleiding tot kritiek en parodie.16

10. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

11. Luuc Kooijmans, Rachel Ruysch, Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland,[url]

12. Wikipedia, 2015, Lijst van schilderijen van Rachel Ruys,[url]

13. National Museum of woman in arts, Rachel Ruysch, [url]

14. Patrick Verhoeven, Kunstkritiek tijdens salon de Paris,[url], 2012

15. E-scriptio, schilderij Monet naamgever van het impressionisme, [url] , Feburari 2009

16. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

Diego Velázquez, 'Las Meninas',656-1657, 320x276 cm, olieverf op doek
Rachel Ruysch, 'stilleven van bloemen, met vlinders en een hagedis, in een dal', 1684
Claude Monet, 'Impression, Soleil Levant', 1872, 48x63 cm, Olieverf op doek

De globale indeling van titels

Er zijn veel verschillende manieren ontstaan van het betitelen van kunst. Zoals eerder beschreven, het letterlijk omschrijven van het werk, wat vooral gebeurde in de periode vóór 1700. Het geven van een titel waarin een gevoel, gedachte, mening etc. wordt gegeven. Uiteindelijk komen we binnen de hedendaagse kunst terecht bij het geven van de ‘non’ titels, titels als ‘Untitled’ of ‘Compositie’. Deze titels zijn een vrij nieuwe manier van betitelen en komen vooral voor binnen de abstracte kunst. De Engels kunsthistoricus John Welchman (V.S, 1958) maakt in zijn boek ‘Invisible Colors’ globaal onderscheid tussen drie verschillende soorten titels.

De eerste manier van betitelen noemt hij de: ‘denotatietitels’ Dit zijn titels die de concrete betekenis van het kunstwerk beschrijven. Deze titels waren gebruikelijk bij de impressionisten. Het omschrijven van de locatie, het object, de periode of weeromstandigheden als voorbeeld eerder beschreven het werk van Claude Monet waarin hij letterlijk omschrijft wanneer en wat er in zijn schilderijen te zien is.

In de tweede plaats is er een grote en nogal diverse heterogene groep emotionele, suggestieve, raadselachtige of zelfs absurde titels. Deze titels doen vermoeden naar een verborgen betekenis. Zoals het eerder beschreven werk van Erwin Wurm, waarbij de titel het verhaal van het kunstwerk afmaakt. Hier maakten de symbolisten gebruik van en later de dadaïsten en de surrealisten. Ook binnen de conceptuele kunst wordt hier gebruik van gemaakt. Een van de voorbeelden uit het dadaïsme is het werk van de kunstenaar Hugo Ball (Duitsland, 1886-1927) een dadaïst en initiatiefnemer van Cabaret Voltaire. Met zijn klankgedicht ‘Karawane’ ontstond er een nieuwe vorm van poëzie waarbij de betekenis van de woorden wordt losgelaten en alleen de klanken een rol spelen, zo geldt dit ook voor de titel van het gedicht ‘Karawane’.

Als derde vorm van titelgebruik noemt John Welchman het gebruik van de ‘non’ titel. Naast de titels die zoveel woorden bevatten, omschrijven en uitleggen zijn er ook titels die aan niets buiten het beeld refereren en liefst non-titel zouden willen zijn. Als dat zou kunnen maar dat kan niet, ook 'Compositie' en 'No. 2' zijn titels, zelfs ‘Untitled’ is een titel. Zoals de werken van Leon Duniec waarin hij een titel ziet als een verhaal waaraan mensen teveel gaan hangen terwijl er gewoon naar het werk gekeken moet worden. Het geven van geen titels wordt over het algemeen gebruikt binnen de abstracte en conceptuele kunst. Als voorbeeld geldt het werk van Piet Mondriaan een van de grondleggers van het ‘niet’ betitelen van kunst.

Hugo Ball, 'Karawane', 1917,
Piet Mondriaan, 'Compositie no 2', 1929

De ontwikkeling van de ‘non’ titels

Om terug te komen op mijn vraag: Hoe is de titel ‘Untitled’ ontstaan zijn we nu aangekomen bij het begin van de ontwikkeling hiervan. De titel ‘Untitled’ is nog een tamelijk nieuwe manier van betitelen binnen de kunst. Pas rond het begin van de 20e eeuw wordt deze manier echt toegepast. Het gebruik van de ‘non’ titel binnen de kunst is dan ook geleidelijk aan ontwikkeld. Deze ontwikkeling vond met name plaats binnen de abstracte schilderkunst. De invloed van muziek speelde een grote rol bij het abstraheren van titels. Belangrijke kunstenaars binnen deze ontwikkeling waren Wassily Kandinsky(Moskou,1866-1944) en Piet Mondriaan (Amersfoort, 1872-1944).17

4.1 De invloed van muziek

Een van de kunstenaars die een grote invloed heeft gehad op de ontwikkeling van de abstracte schilder kunst is de expressionist Wassily Kandinsky. Hij was een Russisch-Frans kunstschilder en graficus. Zijn schilderijen behoorden tot het expressionisme en soms tot het symbolisme. Kandinsky was een grondlegger van de filosofie binnen de abstracte schilderkunst in het begin van de 20e eeuw.

Kandinsky was geïnteresseerd in de weergave van het gevoel in zijn kunstwerken. Hij was op zoek naar de ‘vibraties van de ziel’.Volgends Kandinsky was het van belang dat het afgebeelde niet verwees naar de zichtbare werkelijkheid. Door dit inzicht verdwenen langzamerhand al de herkenbare elementen uit zijn werk. In 1910 schilderde hij zijn eerste volledig abstracte schilderij. Het was voor Kandinsky niet meer belangrijk ‘wat’ er op het schilderij stond afgebeeld, maar vooral ‘hoe’. Hij zei zelfs dat het figuratieve schadelijk was voor zijn schilderijen, de kleur en vorm kregen prioriteit.

Bij het veranderen van het gebruik van titels binnen het werk van Kandinsky heeft muziek een grote rol gespeeld. Kandinsky haalde hier veel inspiratie uit. Hij zag overeenkomsten tussen de schilderkunstbeeldelementen zoals lijnen, kleuren en vormen en muzikale elementen als ritme, klanken en akkoorden. Dit uitte zich in de titels van meerdere schilderijen, zoals ‘improvisation’ of ‘composition’. 18

Kandinsky was niet de eerste die zijn inspiratie uit muziek haalde voor het gebruik van zijn werk en titels. Een van de op muziek gebaseerde titels:‘Symphony in White, No. 3’ zorgde eerder voor grote ophef binnen de kunst kritiek.

James Abbott Mcneill Whistler 1834-1903 was een Amerikaans kunstschilder, schrijver en lithograaf. Rond 1867 was ook hij geïnteresseerd in de parallel tussen zijn kunst en de muziek. Dit blijkt uit de muziek gerelateerde titels, welke hij aan zijn werk gaf, zoals ‘Nocturne’, ‘Sonata’ , ‘Symphony’ en ‘Symphony in White No. 3’

Whistler koos voor de titel: ‘Symphony in White No. 3’ bij een werk waarop twee meisjes in witte jurken en bloemen worden afgebeeld. Door het geven van deze titel werd het voor de aanschouwer duidelijk dat het binnen dit werk vooral op de kleurharmonie gaat. Er zijn geen ‘afleidende’ factoren, welke doen vermoeden dat er sprake is van een onderliggend verhaal. Details, zoals de bloemstukken aan de rechterkant, zijn er puur voor de esthetiek en ter decoratie.

Dit schilderij werd op de tentoonstelling van de Royal Academy van 1867 getoond. Het werd stevig bekritiseerd door een kunstcriticus, omdat het volgens hem niet bepaald een ‘Symphony in White No. 3’ genoemd kon worden. Er waren immers nog allerlei andere kleuren in het schilderij verwerkt, de meisjes hadden geen wit haar en ook de kleur van de huiden waren niet wit. Whistler reageerde hier beledigd en snel op:

“Bon Dieu! Did this wise person expect white hair and chalked faces? And does he then believe that ... a symphony in F contains no other note, but shall be a continued repetition of F, F, F? . . . Fool!” 19
James Abbott Mcneill Whistler

4.2 De invloed van muziek op Mondriaan

Ook de Nederlands kunstschilder Piet Mondriaan (Amersfoort, 1872-1944) liet zich inspireren door de muziek, voor een lange periode was Beethoven een van zijn favoriete componisten. In 1891 vertrok Mondriaan naar Parijs waar hij is aanmerking kwam met nieuwe moderne muziekstromingen. Tijdens het ontwikkelen van zijn nieuwe muzieksmaak ontwikkelde hij ook zijn manier van schilderen. De oude klassieke muziek werd ingeruild voor de Parijse jazzmuziek. In de periode tussen 1912 en 1920 ontwikkelt Mondriaan een schilderstijl die hij de Nieuwe Beelding ofwel het neoplasticisme noemt. Het neoplasticisme is een kunsttheorie die hij samen met kunstenaar Theo van Doesburg heeft ontwikkeld. Het doel van het neoplasticisme is om de kunst als het ware te zuiveren van de elementen die daar volgens hen niet in thuishoorde.

Binnen de moderne muziek herkent hij het streven naar de uiting van het echte moderne leven. Dit streven neemt hij mee in zijn schilderwerk. Steeds vaker maakt Mondriaan een vergelijking tussen het neoplasticisme en de moderne muziek. De oude schilderkunst die zich baseert op de zichtbare werkelijkheid en de oude klassieke muziek is niet meer hetgene dat voldoet. In plaats daarvan moet een kunstenaar kijken naar nieuwe mogelijkheden om uitdrukking te geven aan de algemene betekenis van zijn omgeving. De titels van Mondriaan geven dan ook een duidelijk verband aan tussen zijn werk en de muziek. In 1929 schildert hij een compositie die hij Fox-Trot B (B210) noemt, naar de bekende dans met de bijpassende muziek.

In de titel van zijn laatste twee schilderijen,‘Broadway Boogiewoogie (B323)' en ‘Victory Boogie Woogie (B324)', verwijst Mondriaan direct naar zijn geliefde jazzstroming.

Zijn voorliefde voor de boogiewoogie-muziek komt voort uit het feit dat in deze muziek de traditionele melodie wordt doorbroken. De muziek bestaat uit korte noten die niet verbonden zijn met elkaar, waardoor een geheel nieuwe stijl ontstaat. Dit staat ook dicht bij de uitdrukking die Mondriaan in zijn ‘Boogiewoogie’-composities nastreeft.

Mondriaan was echter niet zo'n scherpslijper wat zijn titels betreft. Toen een verzamelaar hem een lijstje met werken voor een tentoonstelling stuurde, noteerde Mondriaan: 'Kompositie is mij best; je kunt ook zetten 'Tableau I, II' enz. zoals ik den laatsten tijd doe.' Hij stelde dus de randvoorwaarden vast.

Bij de titels van Mondriaan is duidelijk te zien wanneer hij afziet van zijn zichtbare werkelijkheid en verwijzende titels. Dat was om precies te zijn, in 1913.20 Om deze verandering te laten zien hier een kort overzicht van een aantal werken voor de periode van 1913:

1909 'Vuurtoren bij Westkapelle'
1911 'Zeeuwse kerktoren'
1911 'De rode molen'
1911 'Evolutie'
1911 'Horizontale boom'
1911 'Stilleven met gemberpot'
1912 'Stilleven met gemberpot II'
1912 'Appelboom'
1912 'Bomen'
1912 'Compositie bomen II'
1913 'Tableau No.2/Compositie No. VII'
1913 'Compositie XIV'

Mondriaan maakte veel gebruik van de titel: ‘Compositie’ meestal met de toevoeging van kleurnamen. Het gebruik van de titel ‘Compositie' is het moment waarbij het streven van Mondriaan naar de visie van de Nieuwe Beelding tot zijn recht komt. Namelijk: verhouding, rust, ritme en evenwicht.

Binnen de abstracte schilderkunst is de muziek een van de grootste invloeden geweest, ook voor de ontwikkeling van de titel. Doordat schilderwerken werden gekoppeld aan een muziekstijl of aan een specifiek nummer werd er gebruik gemaakt van de titels ‘Symphony’ en ‘Compostion’ of in het Nederlands: ‘Compositie’.

Het zuiveren van kunstwerken en het weglaten van elementen heeft ook invloed gehad op het gebruik van de titel. Ook de titels binnen deze kunststroming werden als het ware op dezelfde manier gezuiverd. Echter alleen de woorden die nodig waren bleven over.

17. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

18. Art salon Holland, [url], Wassily Kandinsky, 2015

19. Lene Østermark-Johansen, Walter Pater and the Language of Sculpture, p. 170

20. Gemeente Museum Den Haag, Victory Boogiewoogie: Meesterwerk, [url] , 2014

Kandinsky, 'Improvisatie 28', 1912, olieverf op doek, 111 x 162 cm
Kandinsky, 'Composition 8', 1923, olieverf op doek. 55× 79 cm
James Abbott Mcneill Whistler, 'Symphony in White No. 3', 1867, olieverf op doek, 52 x 76.5 cm
Piet Mondriaan, 'Fox-trot B', 1929, olieverf op doek, 45,6x45,5 cm

Het hoogtepunt van ‘Untitled’

Pas in de jaren veertig kwam de titel ‘Untitled’ op zijn hoogtepunt. In deze periode werd er binnen het abstract expressionisme actief gebruik gemaakt van deze manier van betitelen. Het abstract expressionisme is ontstaan na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Een aantal Europese kunstenaars vluchtte naar de Verenigde o.a. Mondriaan en Duchamp. En de Surrealisten als Breton, Dali, Ernst, Masson, Matta en Miró,. Zij gaven de artistieke wereld daar nieuwe impulsen. Dit was van grote invloed binnen de ontwikkeling van het Abstract Expressionisme.

Het gebruik van de titel ‘Untitled’

"Er zit meer kracht in weinig vertellen dan in veel vertellen"
Mark Rothko

Een van de eerste bekende titels als: ‘Untitled’ behoort tot de werken van de kunstschilder Mark Rothko 1903-1970. Rotkho was een vertegenwoordiger van het Abstract Expressionisme en de colorfield-stroming. Binnen het werk van Rothko wordt er met kleuren over het hele schilderij een verband gelegd tussen de grote horizontale rechthoeken. Die moeten voorkomen dat het schilderij 'in de diepte wijkt'. Rothko was zich sterk bewust van de geestelijke dimensies die in de abstracte kunst konden worden gerealiseerd en zijn werk is dan ook diep religieus van aard.21

“De ontwikkeling in het werk van een schilder, zoals dat in de loop van de tijd van moment op moment verandert, moet gekenmerkt worden door een streven naar helderheid; naar opruimen van alle hindernissen tussen idee en toeschouwer. Als voorbeelden van zulke hindernissen geef ik onder andere herinneringen, geschiedenis en geometrie. Ik maak grote schilderijen omdat ik een staat van intimiteit wil scheppen.”
Mark Rothko

Een van de opmerkelijke titels binnen de ‘non’ titels is de titel: ‘Untitled, what?’ een titel die bestaat uit een ‘non’ titel maar tegelijkertijd een vraag oproept. Deze titel behoort tot het werk van Cy Twombly 1928-2011 een Amerikaans schilder, beeldhouwer en fotograaf. Hij was een belangrijk vertegenwoordiger van het Abstract Expressionisme.

Zijn werk geeft de indruk dat het nog niet af is, alsof er nog druk aan gewerkt wordt. Deze indruk wordt gewekt doordat er delen zijn uitgeveegd, aangezet en niet verder uitgewerkt. ‘Untitled, what?’ Bestaat uit snel neergekrabbelde lijnen, woorden en cijfers, potloodkrassen en vegen verf. De krabbels binnen het werk zijn niet tot nauwelijks leesbaar. Hiermee wil hij de analogie tussen tekenen en schrijven beklemtonen.22

Een actief gebruiker van de titel: ‘Untitled’ was de Nederlandse kunstschilder Willem de Kooning 1904-1997 hij schilderde in de stroming van het Abstract Expressionisme. Willem de Kooning was binnen zijn werk op zoek naar een verzoening tussen het Kubisme en het Expressionisme. Hij liet zich inspireren door de kunstenaar Picasso en schilderde openvlakken en brede kleurlijnen. De kleuren in zijn werk zijn stralend en overheersend. De Kooning gaf eerder in zijn carrière enkele werken een titel, maar later heette de werken alleen nog maar ‘Untitled’ en worden ze genummerd In het overzicht van zijn titels is een lange lijst te zien waar herhaaldelijk gebruik gemaakt wordt van de titel: ‘Untitled’ met zijn varianten: ‘No title’ en ‘Unknown’.

“Schilderen is een gebeurtenis en ik zou niet willen zeggen dat het geen inhoud heeft, maar ik heb geen boodschap”
Willem de Kooning

Na de periode van het abstract expressionisme wordt er binnen de kunst herhaaldelijk door veel verschillende kunstenaars gebruik gemaakt van de titel ‘Untitled'. Veel verschillende soorten van kunst en andere uitingen dragen deze abstracte en mysterieuze naam. Er worden muzieknummers naar vernoemd, albums, films, tentoonstellingen etc. Het is een moderne manier van het betitelen en is populair binnen de hedendaagse kunst.

21. Abstract expresionisme,[url], 2015

22. Abstract expresionisme,[url]

Mark Rothko, 'Untitled, 1962 SMA', 1962, olieverf op doek
Willem de Kooning, 'Untitled', 1984, olieverf op doek

Het gebruik van 'Untitled' nu

“Wat als er op een expositie geen begeleidende teksten zijn? Dan moet je goed kijken, heel goed kijken: eerst de ogen aan het werk zetten en dan de hersenen, eigenlijk zoals je altijd zou moeten doen”
Maarten Buser

Binnen de hedendaagse kunst wordt ook nu veel gebruik gemaakt van de titel ‘Untitled’/‘geen titel’. In verschillende kunstsectoren is deze titel terug te vinden. Er wordt echter zo vaak gebruikt van gemaakt dat het bijna lijkt alsof het geven van deze titel een ware trend is geworden. Steeds meer jonge kunstenaars maken gebruik van deze manier van betitelen. Maar waarom kiezen zij in deze tijd voor deze titel? 23

Een goede vriend van mij en tevens illustrator Guido Lagerweij (Utrecht, 8 mei 1991),heeft een aantal van zijn werken de titel ‘Untitled’ gegeven. Ik ben benieuwd naar zijn keuze hiervoor en besloot hem te vragen waarom hij gebruik maakt van deze titel.

Waarom kies je voor de titel ‘Untitled’ bij een werk? is de keuze hiervoor te herleiden naar de periode waarin de titel ‘Untitled’ is ontstaan?

"Ik heb altijd mijn eigen bedoeling met een werk maar ik vind het ook fijn als de kijker de ruimte krijgt om het een eigen invulling te geven. Hierbij hoeft een werk niet onwijs abstract te zijn maar kan door de titel ‘Untitled’ de ruimte behouden voor de eigen interpretatie. Doormiddel van herkenbare vormen binnen mijn werk hoop ik dat de aanschouwer ongeveer zal zien wat ik probeer te verbeelden.

Als mijn werk erg abstract is dan kies ik er wel voor om het een titel te geven. Omdat je bij een abstract werk na mijn mening een ‘subtiele hint’ nodig hebt, dan is er een handreiking nodig om er in een bepaalde richting over te denken. Als het werk heel abstract is en het ook nog ‘Untitled’ heet vind ik het te vaag. Het woord abstract is natuurlijk op verschillende manieren te interpreteren, ik zie een werk als abstract als het beeld geen herkenbare vormen meer bevat.

Als kunstenaar maak ik graag nieuwe beelden en laat ik mijn eigen creativiteit laat zien, hierdoor wil ik de creativiteit van de kijker als het waren ‘triggeren’. Kortom bij zeer abstracte werken kies ik voor een titel en bij werken die naar mijn mening visueel genoeg loslaten kies ik er voor om de kijker verder vrij te laten tijdens het interpreteren hiervan.

Bij het kiezen voor de titel; ‘Untitled’ heb ik mijn eigen redenen, wanneer ik deze titel wel of niet gebruik leid ik niet af van de periode waarin deze is ontstaan. Ik vind namelijk niet omdat het toen zo ontstaan is dat het ook zo moet blijven. Ik gebruik de titel op mijn eigen manier, niet volgens de rede: ‘het werk is abstract dus de titel ook’, ik vind dat je daar als kunstenaar vrij in moet zijn. Ik kies er trouwens vaker voor om het werk wel een titel te geven, de titels die ik geef zijn wel altijd kort en als het ware ‘simpel’ zoals een korte naam."

Een andere kunstenaar die zijn werken de titel; ‘Untitled’ geeft is kunstschilder Walter Swennen (Brussel, 1946). Swennen staat bekend om zijn radicale, experimentele en associatieve benadering van de schilderkunst. Voor Swennen, heeft een schilderij er geen behoefte aan 'emotioneel' of 'begrepen' te zijn: het primaire doel van de schilderkunst is, heel eenvoudig, het schilderen het gaat over de vorm en de kleur. Swennen was dichter voordat hij begon met schilderen, hij vindt dat schilderen dezelfde rol heeft als taal namelijk; vertalen. Rond 1980 is Swennen gestopt met het schrijven van gedichten en is hij gaan schilderen dit is nu zijn belangrijkste expressie middel. Tijdens het interview ‘Gesprekken met hedendaagse kunstenaars’ geeft Walter Swennen zijn mening over het gebruik van titels:

“Ik vind het sowieso een bizarre mode om titels te geven aan expo’s. Idem voor werken: ik wacht tot iemand over een bepaald werk spreekt en zo kom ik soms tot een titel. Ik zie dat trouwens niet als titels, maar als namen. Dat voegt niks toe aan het werk. Ik hou niet van dat spel van schilderij en titel, zoals je dat bij Magritte zag. Dat is mijn ding niet.”24

Walter Swennen

Beeldend kunstenaar Kees van der Wal (Oirschot,1967) geeft zijn werken de titel ‘zonder titel’ dit doet hij op een bewuste manier.

“Ik schilder een sfeer, niet een plek. Ik denk bijvoorbeeld nooit terwijl ik aan het werk ben, ik laat mij wel inspireren door de eilanden zoals Vlieland” De meeste mensen zien in de schilderijen nog altijd landschappen. Anderen associëren ze met muziek, vooral de werken die deel uitmaken van series. De horizontale lijnen die in alle schilderijen op verschillende hoogten terugkomen, doen denken aan verschillende toonhoogten in de muziek”
Kees van der Wal

Van der Wal komt uit een artistieke familie “Muziek en kunst waren aan de orde van de dag. Van klassiek tot modern. Mijn moeder zong en speelde piano, één van mijn zussen was klassiek geschoold zangeres en een andere zus heeft ging naar de kunstacademie in Tilburg”25

Het geven van de titel ‘Untitled’ binnen de kunst van nu heeft dus duidelijk uiteenlopende redenen, de een vind dat een beeld wat visueel genoeg verteld geen leidende titel moet krijgen om het werk nader te verklaren, de ander vindt dat er in geen geval een titel moet worden gegeven aan kunst.

Kunstenaar Kees van der Wal geeft hij aan geen titel te plaatsen bij zijn werk omdat hij een sfeer wilt neerzetten en geen plaats. Meerdere mensen die zijn werken aanschouwen denken daarbij aan muziek, Van der Wal geeft aan dat hij een muzikale achtergrond heeft en uit een muziekaal gezin komt.

De kunstenaars die in het bijzonder belangrijk zijn geweest binnen de ontwikkeling van de titel ‘Untitled’ zijn ooit begonnen met het schilderen van muziekstukken. De werken van Wassily Kandinsky en Piet Mondriaan hebben verschillende titels die herleiden aan de muziek zoals ‘Symphony’, ‘Compositie’ en uiteindelijk ‘Untitled’ . Ook het werk van Van der Wal doet aanschouwers denken aan muziekstukken en heeft de titel ‘geen titel’ een interessante overeenkomst tussen de werken van toen en nu.

23. Hilde van Canneyt, Gesprekken met hedendaagse kunstenaars, [url], 2015

24. Maarten Buser, Ernstig geschikt! jonge kunstenaars zonder verklarende bordjes, Mister Motley, [url], 2015

25. Kees van de Wal exposeert bij Gabrielle Rigtering, [url], 2015

Guido Lagerweij, 'Untitled#1', 2015, inkt op papier
Walter Swennen, 'Untitled (Portrait)', 2014, oil on wood
Kees van der Wal, '#105, zonder titel', 30 x 30 cm, acryl op paneel

Conclusie

Het geven van een titel aan een kunstwerk geeft nieuwe mogelijkheden om het werk te interpreteren en te bekritiseren. De titel is een onderdeel van de interpretatie van de aanschouwer, door het toevoegen van een titel zal het werk een andere betekenis krijgen. Het geven van een titel aan een kunstwerk betekend dat de aanschouwer al een zetje in een bepaalde richting krijg.

De kunstenaar besluit om zijn werk een titel te geven, of geen titel en heeft daar zijn redenen voor. Het kiezen voor de titel ‘Untitled’ is dan ook een veel gebruikte titel binnen de hedendaagse kunst. Het kiezen van deze titel heeft verschillende redenen, als: ‘het moet gaan om de kunst, je moet er gewoon naar kijken’ of : ‘een titel schept een verhaal waar mensen te veel aan gaan hangen’. Ondanks dat het gebruik van een titel beter zou zijn voor de verkoop, wordt er toch gekozen om het werk geen titel te geven.

Andere kunstenaars gebruiken hun titels als een waar onderdeel van hun kunstwerk, de titel maakt het werk compleet. Hierbinnen verteld de kunstenaar zijn mening of verhaal. De werken zouden zonder hun titel niet de zelfde toon zetten als met. In sommige gevallen is de titel het kunstwerk zelf ‘werken die een titel moeten krijgen, wat eigenlijk ondoenlijk is, dan kun je maar beter de titel op zich het werk laten zijn’.

Terug in de geschiedenis, waar het geven van een titel aan de beeldende kunst begon, heeft de titel maar een doel, de verkoop. De titel functioneerde als een letterlijke omschrijving van het werk zelf. Op deze manier kon het werk worden geïdentificeerd binnen de kunstcatalogi. Hierdoor zijn de titels van veel oude kunstwerken niet afkomstig van de kunstenaar zelf maar van de schrijvers binnen de kunstliteratuur. De titels gaven een objectieve omschrijving zonder mening of emotie.

Pas in de periode rond 1730, bij de opkomst van nieuwe presentatie vormen van de beeldende kunst, werden de kunstenaars wakker geschut op het gebied van titels. De kunstenaars gaven hun werk zelf een titel en zagen in dat deze meer kon zijn dan een letterlijke omschrijving van het werk. De titel kreeg hierdoor een betekenis en werd onderdeel van het werk, dit zorgde voor een nieuwe manier van kijken naar kunst en de opkomst van de kunstkritiek. Een titel van het werk van Claude Monet; ‘Impression, soleil levant’(1872) zorgde ervoor dat er een naam werd gegeven aan een nieuwe kunststroming, namelijk het impressionisme.

Er ontstonden veel verschillende vormen van betitelen, de Engelse kunsthistoricus John Welchman maakt globaal onderscheid tussen drie vormen van titels: ‘denotatietitels’, ‘emotionele, suggestieve titels’ en de ‘non’ titels.

De ontwikkeling van de ‘non’ titel speelde zich af in de periode tussen 1910-1913 tijdens de opkomst van de abstracte schilderkunst. Belangrijk in deze periode waren de kunstenaars Wassily Kandinsky en Piet Mondriaan. De invloed van muziek speelde een grote rol binnen de ontwikkeling van de abstracte schilderkunst. Kandinsky zag overeenkomsten tussen de schilderkunstbeeldelementen en muzikale elementen. Dit uitte zich in titels van meerdere schilderijen, zoals ‘improvisation’ of ‘composition’.

Ook Nederlands kunstschilder Piet Mondriaan liet zich inspireren door de muziek. Door de invloed van de moderne muziek ontwikkelde hij een nieuwe schilderstijl die hij samen met Theo van Doesburg ontwikkelde, namelijk De nieuwe Beelding oftewel het neoplasticisme. Het doel van het neoplasticisme is om de kunst als het ware te zuiveren van de elementen die daar volgens hen niet in thuishoorde. Bij de titels van Mondriaan is duidelijk te zien wanneer hij afziet van zijn zichtbare werkelijkheid en verwijzende titels. Dat was in 1913 waar hij de titels ‘Tableau No.2’en ‘Compositie No.VII’ aan zijn werk gaf.

Pas in de jaren veertig kwam de titel ‘Untitled’ op zijn hoogtepunt. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte een aantal Europese kunstenaars onder andere Mondriaan naar de Verenigde Staten. Zij gaven de artistieke wereld nieuwe impulsen. Dit was van grote invloed binnen de ontwikkeling van het Abstract Expressionisme. Binnen het Abstract expressionisme werd gebruik gemaakt van de titel ‘Untitled’. Actief gebruikers van deze titel zijn Mark Rothko en Willem de Kooning. De Kooning nam na zijn verblijf in de Verenigde Staten de titel mee naar Nederland waarna hij hier herhaaldelijk gebruik van bleef maken.

De titel binnen de beeldende kunst heeft een grote ontwikkeling doorstaan en heeft verschillende doelen gehad, van verkoop, het geven van een omschrijving, mening, gedachte tot het zo minmogelijk vertellen. Binnen de abstracte schilderkunst is de muziek een van de grootste invloeden geweest, ook voor de ontwikkeling van de titel. Doordat schilderwerken werden gekoppeld aan een muziekstijl of aan een specifiek nummer werd er gebruik gemaakt van de titels ‘Symphony’ en ‘Compostion’ of in het Nederlands: ‘Compositie’. Het zuiveren van kunstwerken en het weglaten van elementen binnen het neoplasticisme heeft ook invloed gehad op het gebruik van de titel van het kunstwerk. De titels binnen deze kunststroming werden als het ware op dezelfde manier gezuiverd. Echter alleen de woorden die nodig waren bleven over. Deze kunststroming is van grote invloed geweest binnen de ontwikkeling van het abstract expressionisme waarbij de titel ‘Untitled’ geïntroduceerd werd. Een titel die binnen de hedendaagse kunst veel wordt gebruikt.

Binnen de hedendaagse kunst wordt ook nu veel gebruik gemaakt van de titel ‘Untitled’ en ‘geen titel’. In verschillende kunstsectoren is deze titel terug te vinden. Er wordt echter zo vaak gebruikt van gemaakt dat het bijna lijkt alsof het geven van deze titel een ware trend is geworden. De jonge kunstenaars hebben ieder hun eigen redenen om deze titel te gebruiken. De een vind dat een beeld wat visueel genoeg verteld geen leidende titel moet krijgen om het werk nader te verklaren, de ander vindt dat er in geen geval een titel moet worden gegeven aan kunst. Ook zijn er kunstenaars die net als Kandinsky en Piet Mondriaan werken maken dat aan muziek wordt gekoppeld. Het geven van de titel ‘Untitled’ heeft uiteenlopende redenen en speelt in de hedendaagse kunst een grote rol.

Bronnen

1. Close Up, Edward Hopper, Avro het witte doek, 2012

2. Encuclo.nl, [url], September 2015

3. Marthe van de Grift, De maker van betekenis, Mistermotley 2014, P.7-8

4. Sparknotes,[url], september 2015

5. Harry Lücker, Geen titel of uitleg bij kunst, het gaat om het kijken, Dagblad de Limburger, 27 juni 2011, P.15-16

6. Gemeente Amsterdam, Zonder titel – Volten, [url], 2015

7. Erwin Wurm, I do not make jokes! Interview with Erwin Wurm, Design Museum, 2013

8. Arjen van Veelen, Dit interview verpest eigenlijk alles, Leids universitair weekblad, 14 februari 2008

9. Interview Gummbah, De wereld draait door, 14 oktober 2010

10. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

11. Luuc Kooijmans, Rachel Ruysch, Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland,[url]

12. Wikipedia, 2015, Lijst van schilderijen van Rachel Ruys,[url]

13. National Museum of woman in arts, Rachel Ruysch, [url]

14. Patrick Verhoeven, Kunstkritiek tijdens salon de Paris,[url], 2012

15. E-scriptio, schilderij Monet naamgever van het impressionisme, [url] , Feburari 2009

16. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

17. Carel Blotkamp, impressie: opkomende zon de geheime relatie tussen kunstwerken en hun titels, De Volkskrant, 2 Januari 1998, [url]

18. Art salon Holland, [url], Wassily Kandinsky, 2015

19. Lene Østermark-Johansen, Walter Pater and the Language of Sculpture, p. 170

20. Gemeente Museum Den Haag, Victory Boogiewoogie: Meesterwerk, [url] , 2014

21. Abstract expresionisme,[url], 2015

22. Abstract expresionisme,[url], 2015

23. Hilde van Canneyt, Gesprekken met hedendaagse kunstenaars, [url], 2015

24. Maarten Buser, Ernstig geschikt! jonge kunstenaars zonder verklarende bordjes, Mister Motley, [url], 2015

25. Kees van de Wal exposeert bij Gabrielle Rigtering, [url], 2015

Abstract

In my own work I make use of titles, I find it sometimes difficult to choose one. Adding a title to a work can change the way it communicates or makes it communicate in a way it was not meant. The adding of titles had always been a fascinating subject for me. How and why should I use a title? Why shouldn’t I just choose the title ‘ Untitled’? Should my work not speak for itself without a textual explanation and if I make use of words why should I visualize it? In short an endless discussion about the use of a title or no title.

Only a few centuries ago works of art had no conscious titles, from the beginning of the use of titles around 1648 until now artists developed many different ways to give a title to art. For example: emotional, evocative, enigmatic or even absurd titles that suggest a hidden meaning. But there is also the commonly used title: ‘Untitled’ a title who would rather be no title.

What happened with the development of titles within art that the title: ‘Untitled’ is commonly used nowadays? When was the origin of ‘Untitled’?

In my thesis I made a research about the use of titles in contemporary art. A selection of various artists from different time periods. In the research the artists give their own visions on the use of titles.

The second part of my thesis is a description about the history and the origin from the use of titles within art. When the artists came to the realization that giving a title to art could be more than just a description of the work itself.

During the development of abstract painting the title was also getting more abstract. In this period around 1913 the art was getting more and more minimal, until only the lines and colors remain to purify the work of all the unnecessary. Piet Mondriaan and Wassily Kandinsky were importent artists during this period they started with the titles: ‘Improvisation’, ’Composition’ and eventually : Untitled’.

The title ‘Untitled’ is an commonly used title in todays art, in the last part of my thesis artists tell about there choice for this title in 2015.