De belangrijkste bijzaak ter wereld Voetbal als ritueel



Inleiding



Afgelopen zomer (2014) keek ik, zoals elke vier jaar, weer vol verwachting en spanning naar één van de grootste evenementen ter wereld; het WK voetbal. Ik houd van het spelletje, zowel om zelf te beoefenen als om het te aanschouwen. Op nationaal clubniveau heb ik een niet nader te noemen voorkeur, ik wil rivaliserende supporters tenslotte niet afschrikken, maar ik zou mijzelf niet betitelen als een diehard fan. Echter wanneer het Nederlands Elftal om de twee jaar strijdt om de Europese beker of het Wereldkampioenschap, vertoon ik trekjes die bij de meest doorgewinterde supporter niet zouden misstaan. En wellicht nog opmerkelijker; met mij velen anderen, waarvan een groot deel zich normaliter zelfs amper met voetbal bezig houdt. De WK-finale is door bijna een miljard mensen bekeken, hetgeen betekent dat dit de grootste simultane menselijke collectieve ervaring ooit is. Mannen en vrouwen die van hun leven nog geen voetbalwedstrijd hebben uitgekeken, supporten nagelbijtend en vuilbekkend voor ‘hun’ team, alsof ze nooit anders deden. Wat beweegt deze massa om zich plots in zulke grote getallen als dusdanig te gedragen?

Amper bekomen van de immense teleurstelling vanwege de uitschakeling van het Nederlands Elftal in de halve eindstrijd, begon ik mijzelf meer soortgelijke vragen te stellen omtrent dit culturele fenomeen. Waarom voelde ik me oprecht gelukkig en blij wanneer het Nederlands Elftal zijn wedstrijd winnend afsloot, maar ook intens ongelukkig als ‘we’ verloren? En wat zijn de oorzaken dat een sport waar tweeëntwintig volwassen mannen achter een bal aanrennen is uitgegroeid tot een massaal wereldwijd collectief spektakel, in een tijd waar individualisme de dans leidt.

In het onderzoek naar sociologische en psychologische aspecten van ‘het fan zijn’ dat volgde, stuitte ik op het fenomeen van het ritueel, hetgeen geresulteerd heeft in de onderzoeksvraag: Wat zorgt ervoor dat de internationale voetbalevenementen optreden als een ritueel voor de massaal deelnemende supporters en hoe uit zich dit? Om deze vraag te kunnen beantwoorden ben ik genoodzaakt het ritueel te onderzoeken, alvorens ik dit vergelijk met voetbal en haar aspecten.

De scriptie is opgebouwd uit drie hoofdstukken: Deel 1 beschrijft en onderzoekt het ritueel onder andere aan de hand van het naslagwerk The Elementary Forms of the Religious Life van de Franse socioloog Émile Durkheim. De belangrijkste soorten ritueel komen aan bod, de functie van het ritueel en de verandering die de massamedia teweeg hebben gebracht in de rituelen van de moderne maatschappij. Het tweede deel fungeert als introductie van het fenomeen voetbal en haar geschiedenis, en de significantie die het heeft in hedendaagse samenlevingen. Voor velen is voetbal namelijk veel meer dan enkel een spel, hetgeen in het derde deel wordt bewezen als ritueel en voetbal naast elkaar worden gelegd. Hier wordt uiteengezet waarom voetbalevenementen rituelen zijn voor de deelnemende supporters en gemeenschappen en hoe dit in visueel opzicht tot uiting komt. Voetbal als voorbeeld voor de drang naar collectiviteit en saamhorigheid in een wereld die gekenmerkt wordt door massale individualisering. De sociologische aspecten zijn de onderliggende elementen die het tot een ritueel maken, maar dit wordt ook visueel zichtbaar. Een significante rol is weggelegd voor de digitale massamedia die het ritueel vormgeven en aanzienlijk doen veranderen, zo zal blijken.
Tot slot zal ik in de conclusie het gehele onderzoek beknopt samenvatten, en beargumenteren waarom voetbal als ritueel kan worden gezien als de belangrijkste bijzaak ter wereld.

1. Ritueel

1.1 Het ritueel

Bij rituelen denken mensen vaak aan de kerk of aan religieuze zaken; aan speciale ceremonies die met een zekere plechtigheid voltrokken worden. Bovendien wordt ritueel doorgaans geassocieerd met traditie en daarmee ofwel in het verleden geplaatst, ofwel in ‘niet-moderne’ locaties buiten onze moderniteit. Dat is echter een beperkte opvatting van ritueel.

De woordenboeken leren ons dat een ritueel gedefineerd wordt als: Een reeks handelingen met een speciale betekenis, een vaste handeling die iets symboliseert, een vast geformaliseerd handelingspatroon en dat het een handeling is waarbij bepaalde sociale identiteiten verworven of bevestigd worden.1 Deze definities sluiten religie dus absoluut niet uit in combinatie met ritueel, maar noemt deze ook niet als vereiste. Onderzoek naar het ritueel is in eerste instantie wel begonnen als de studie van religieus gedrag, maar in de loop van de tijd heeft het zich langzamerhand uit deze context bevrijd en is het ritueel geaccepteerd als een algemeen menselijk gegeven, dat op zekere hoogte religieus gedrag verklaart.

Rituelen worden soms met veel pracht en praal omgeven, maar kunnen ook een meer alledaagse vorm hebben, zoals het verwelkomen van gasten, het ondertekenen van een overeenkomst of het zingen van lang zal ze leven op een verjaardag. Een ritueel is een herhalende handeling of gewoonte, maar niet elke herhalende handeling of gewoonte is een ritueel. Een blokje om voor het slapen gaan kan een vaste gewoonte zijn. Wanneer iemand denkt dat hij zonder dat blokje om niet goed zal slapen wordt het echter een geritualiseerde gewoonte. De ritualisering van een handeling is dus actief en betekenisvol, waar gewoontes passief en leeg van betekenis kunnen zijn.

1.2 Soorten rituelen

Het verschil in definiëren van ritueel suggereert dat er vele verschillende opvattingen bestaan over wat rituelen zijn en de vormen die zij aannemen. Over het algemeen wordt er van drie soorten ritueel uitgegaan; cyclische, crisis- en overgangsrituelen. Cyclische rituelen zijn gekoppeld aan de kalender. Het kan per jaar worden uitgevoerd, maar ook per maand, week of dag. Ongeacht de frequentie zijn het rituelen die gekoppeld zijn aan regelmatig terugkerende activiteiten. Herdenkingsrituelen van belangrijke gebeurtenissen en/of personen, zoals de dodenherdenking op 4 mei, vallen dus ook onder cyclische rituelen.
Crisisrituelen zijn er omtrent tegenspoed en wanneer men in een crisis verkeert. In situaties waarin de mens controle verliest of chaos heerst, in situaties van machteloosheid, biedt het ritueel structuur, houvast en zingeving.
Overgangsrituelen, ook wel rites de passage genoemd, betreffen rituelen die de overgang van de ene levensfase naar een volgende vertegenwoordigen of begeleiden. Er wordt afscheid genomen van het oude en de nieuwe situatie wordt gevierd, zoals bijvoorbeeld een huwelijk of een diploma-uitreiking.

1.3 Geen leven zonder rituelen

In de sociale wetenschappen heerst het algemeen gedeelde idee dat het moderne leven gekenmerkt wordt door het steeds verder uiteenvallen van traditionele verbanden zoals familie, dorp, buurt, stand en kerk. Deze instituties verliezen langzamerhand het vermogen mensen te binden en hen, in overeenstemming met de normen en waarden die erbinnen centraal staan, te vormen. Men is volgens deze opvatting meer individueel in het sociale leven komen te staan en wordt gedwongen zelf de weg te zoeken, zonder dat zij nog geleid worden door deze traditionele verbanden.

De Franse socioloog en antropoloog Émile Durkheim (1858-1917) benadrukte in 1912 dat ook geseculariseerde samenlevingen rituelen nodig hebben. Durkheim, die zich met betrekking tot rituelen in het bijzonder richtte op religie, verklaarde de behoefte aan rituelen vanuit hun functie: een ritueel bevordert de sociale samenhang. Rituelen verenigd mensen door het delen van ervaringen die leiden tot identificatie met de groep. Hij veronderstelde dat er nieuwe vormen van collectief enthousiasme opwekkende feestelijke bijeenkomsten konden ontstaan die de samenbindende werking van godsdienstige bijeenkomsten zouden overnemen.2

In navolging van Durkheim publiceerde Gerard Lukken in 1984 het boek Geen leven zonder rituelen, waarin hij wees op de crisis van het ritueel in onze samenleving en de onvervangbare plaats daarvan. In de periode die volgde veranderde de situatie grondig. In de jaren ’90 ontstond een vloedgolf aan nieuwe rituelen, zoals bijvoorbeeld de nationale feestdagen als Koninginnedag en de internationale voetbaltoernooien. Maar ook rituelen rondom de dood zoals bij de Bijlmerramp, werden gekenmerkt door een grote creativiteit. Dat men de rituelen heeft herontdekt gebeurde in zo’n omvang dat Lukken vijftien jaar na zijn boek Geen leven zonder rituelen kon spreken over Rituelen in overvloed. In het gelijknamige boek stelt Lukken dat een ritueel niet alleen gericht is op het ‘ik’ maar ook op de ander. Ook komt hij tot de conclusie dat de gedachte dat met de groei van de secularisatie het ritueel zou afnemen, een onjuiste is gebleken.3

1.4 Het scherm als bindend centrum

De ruimte is een wezenlijk en fundamenteel onderdeel van het ritueel. De onderlinge communicatie en rituele handelingen vinden plaats in de ruimte en worden erdoor bepaald. Deze ruimtelijke dimensie wordt echter steeds minder plaatsgebonden. De televisie en het internet maken alle rituelen toegankelijk, en lijfelijke deelname niet meer noodzakelijk. Via de televisie en het World Wide Web kan men deelnemen aan het ritueel op afstand, waardoor de massamedia soms de functie van het ritueel overnemen. De zegen Urbi et Orbi 4 van de paus in Rome, de uitvaart van André Hazes en de bruiloft van Prince Harry en Kate Middleton zijn maar enkele voorbeelden hiervan.

Naast een toenemende trend van naar binnen gekeerde rituelen thuis is er ook een trend om van verschillende rituelen een steeds groter publieksspektakel te maken. Via de televisie of het internet worden we met deze rituelen geconfronteerd. Bij de uitvaart van André Hazes zaten tribunes vol fans die Hazes helemaal niet persoonlijk kenden en misschien zelfs niet eens van zijn muziek hielden, maar ondertussen wel in collectief rouwvertoon met alle andere stadionbezoekers zaten mee te snikken. Publieke tranen sluiten aan bij de trend van de emotietelevisie en rituelen als publieksspektakel.5
Communicatiewetenschappers stellen dat de betreffende media niet alleen verslag doen van dergelijke rituelen, ze hebben ook de aard van het ritueel veranderd. Daarbij sturen ze de emoties die het publiek voelt. Een bekend voorbeeld is het inzoomen op de traan van Maxima, tijdens haar verbintenis met Willem-Alexander. Een ritueel is per definitie een performance, maar de regie van de performance is overgenomen door de logica van de televisiemakers.6 Volgens Dayan en Katz, de communicatiewetenschappers achter het concept ‘media event’, laten dergelijke gemedieerde rituelen een geidealiseerde versie van de maatschappij zien.7 Normaal gesproken verslaat het nieuws wat er daadwerkelijk gebeurt, maar het ‘sprookje’ wordt perfect in beeld gebracht. De kijker schaart zich achter de televisie of een ander scherm, waarmee de betreffende digitale media de positie kunnen innemen van het bindende centrum. We kijken naar de televisie en voelen ons verbonden met alle andere kijkers en deelnemers. Bij het huwelijk van Prince Harry en Kate Middleton vervulde de BBC de centrale rol, de ultieme autoriteit. De BBC vertelt wat anderen voelen en laat ons die gevoelens delen. De digitale massamedia hebben de functie van de kerk overgenomen als voorganger in rituelen.

2. Voetbal

2.1 Geschiedenis en ontwikkeling

Vandaag de dag is voetbal de populairste sport ter wereld. Verschillende factoren zijn hiervan de oorzaak. Sepp Blatter, de president van FIFA (Fédération Internationale de Football Association, het internationale bestuursorgaan van het moderne voetbal):

'Football is as old as the world (...) People have always played some form of football, from its very basic form of kicking a ball around to the game it is today.’ 8

Volgens de FIFA is de oudste vorm van voetbal terug te leiden naar China, twee tot drie eeuwen voor Christus. Bronnen afkomstig uit militaire handboeken van toen beschrijven een oefening genaamd Tsu Chu, waarin opponenten een leren bal gebruikten gevuld met veren en haren. Het doel was om de bal in een klein net, dat bevestigd was aan bamboe stokken, te krijgen terwijl ze zich ook moesten verdedigen tegen aanvallen. Varianten van het spel zijn ook gedocumenteerd in de Egyptische en Griekse samenleving, waaruit blijkt dat de sport een lange traditie en geschiedenis heeft. De oudste Europese aanwijzing voor het bestaan van voetbal stamt uit de 9e eeuw, en het oudste citaat komt uit de 12e eeuw van de bischop van Lincoln:

‘Four and twenty bonny boys, were playing at the ball. He kicked the ball with his right foot.’ 9

In de eeuwen hierna bleef het balspel zich ontwikkelen en stijgen in populariteit, vooral onder de arbeidersklasse, die het spel zagen als een kans om hun grieven te kanaliseren en te socialiseren met mensen van dezelfde achtergrond. In de 18e eeuw werd de sport zeer populair op de openbare scholen in het Verenigd Koninkrijk. Dit zorgde voor de introductie van specifieke regels voor het spel, die in 1848 werden opgesteld op een bijeenkomst in Cambridge, regels die vandaag de dag nog steeds gehanteerd worden. Vervolgens was Engeland in 1863 de eerste die een bestuursorgaan in de sport oprichtte, genaamd the Football Association (FA).
De Britten worden ook beschouwd als essentieel bij het verspreiden van het spel over de wereld. Ze hadden, door hun formele rijk en het immense informele rijk van de wereldwijde economische en culturele banden, een grote reikwijdte om de sport te verspreiden. Zo was de eerste wedstrijd ooit buiten de Europese grenzen in Argentinië in 1867, onder leiding van een aantal Engelsen die op dat moment in het buitenland werkten. Toch kunnen we de adoptie van het universeel geliefde tijdverdrijf niet volledig toeschrijven aan het geografische bereik en cultureel cachet van Groot-Brittannië en de Britse sport, laat staan dat het voetbal was dat zou aanslaan. Voetbal is namelijk ontstaan en verspreid in een tijd waarin veel andere sporten ook werden gecodificeerd: rugby, hockey, tennis en golf in Groot-Brittannië; American football, honkbal en basketbal in de Verenigde Staten; vechtsporten in Japan, en gymnastiek in Duitsland. Een van de redenen voor het aanslaan van voetbal is dat het zeer onwaarschijnlijk was dat, in een tijd van explosieve industrialisatie, de massasamenlevingen van de negentiende en twintigste eeuw een individuele sport zouden omarmen. Deze stonden verder van de meerderheid van deze groepen af, en de ruimte waarin ze worden gespeeld bieden niet de mogelijkheid van een enorm spektakel. Tennis en andere racketsporten zijn fysiek alleen geschikt voor een beperkt aantal toeschouwers rond hun velden, en de teamsport basketbal kampt met hetzelfde ‘probleem’. Een andere belangrijke factor van de aantrekkingskracht van voetbal onder teamsporten was de toegankelijkheid: het is eenvoudig, goedkoop en flexibel in termen van aantallen en ruimte, en het is gemakkelijk te leren.

In 1885 werden Engelse spelers voor het eerst betaald voor het beoefenen van voetbal, en in de opvolgende eeuw groeide de sport, mede door de industrialisatie, in een enorm tempo. De wereldvoetbalbond FIFA werd in 1904 opgericht, in 1920 werden in heel Europa professionele competities georganiseerd en in 1930 werd het eerste wereldkampioenschap gehouden in Uruguay. Een van de belangrijkste ontwikkelingen omtrent de populariteit onder de massa was in 1958 toen het WK voetbal voor het eerst op de televisie te zien was.

2.2 Voetbal anno nu

Mede door het uitzenden van voetbal is voetbal heden ten dage de meest populaire sport ter wereld. Landelijk gezien is voetbal enkel een sport in minderheid in Noord-Amerika, Australië en Zuid-Azië, waar respectievelijk honkbal, rugby en cricket groter zijn. Maar ook hier is het voetbal een stijgende kracht die jaarlijks aan populariteit wint. FIFA denkt dat er in de wereld ongeveer één miljard mensen redelijk formeel voetballen, maar niemand weet exact hoeveel mensen het spel spelen.
Naast het aantal spelende personen is de sport nog vele malen groter als er gekeken wordt naar de supportersaantallen en kijkers. Wekelijks zitten er wereldwijd miljoenen mensen aan de buis gekluisterd of in het stadion zelf om hun favoriete team aan te moedigen. Een van de oorzaken hiervan is dat in de afgelopen dertig jaar sport het snelst groeiende segment van de entertainmentindustrie is geweest, en voetbal de snelst groeiende sport.10 Dit is vooral te danken aan tv. In de vroege jaren ’90 bereikte het multichannel tijdperk Europa. Tv-magnaten als Rupert Murdoch en Silvio Berlusconi gebruikte een aantal van de nieuwe kanalen om voetbal te laten zien. Het werd toen al snel duidelijk dat zelfs de populaire soaps, die decennialang hele naties aan de buis kluisterden, niet konden tippen aan de kijkersaantallen die de grote voetbalwedstrijden bereiken. De mate van populariteit heeft er ook voor gezorgd dat er inmiddels miljarden omgaat in de wereld van het voetbal en spelers van club ruilen voor astronomische bedragen. In 2012 was de omzet van de Europese competities 19,8 miljard Euro en verdiende de FIFA, dat inmiddels uit meer leden bestaat dan de Verenigde Naties, rond de 4 miljard Euro aan het WK van 2014.
Een jaarlijks ijkpunt om de populariteit van voetbal te meten is de UEFA Champions League (CL) finale. Deze wedstrijd werd voorheen qua aantal kijkers altijd voorbijgestreefd door de finale van de American Football-competitie, tot in 2009 de CL ‘won’. Het duel tussen Manchester United en FC Barcelona van dat jaar werd aanschouwd door 206 miljoen mensen wereldwijd, terwijl de finale van het ‘Amerikaanse voetbal’ tussen Pittsburgh Steelers en Arizona Cardinals 162 miljoen kijkers trok. Dit was overigens ook voor de National Football League een record. Sinds 2009 is de CL-finale de populairste van de twee gebleven.
Bij internationale voetbaltoernooien als het Europees Kampioenschap en het Wereldkampioenschap stijgen de kijkersaantallen tot nog grotere hoogte met de finale als ultiem hoogtepunt. Keer op keer gaat deze finale de boeken in als het meest bekeken sportevenement ter wereld. 3.2 miljard mensen, wat neer komt op 46% van de wereldbevolking, hebben thuis minimaal één minuut thuis het WK van 2010 gekeken. De finale werd gezien door 909,6 miljoen mensen.11 Dit maakt het de grootste simultane menselijke collectieve ervaring ooit. Een feit dat een vroegere uitspraak van Kofi Anan kracht bij zet:

‘For 90 minutes at a time, people become one nation.’ 12

De vraag rijst of er een culturele praktijk globaler is dan voetbal. Vieringen van geboorte, dood en huwelijk zijn universeel en kunnen dus gezien worden als globaler. Het verschil is echter dat deze vieringen oneindig zijn in hun diversiteit, terwijl voetbal overal ter wereld gespeeld wordt volgens dezelfde regels. Zelfs geen enkele religie kan de geografische reikwijdte van voetbal evenaren.

2.3 Meer dan een spel

Voor veel mensen, gemeenschappen en naties is voetbal veel meer dan enkel een spel. De ervaring gaat voorbij aan het daadwerkelijk kijken van de wedstrijd.

‘Some people believe football is a matter of life and death… I assure you it is much, much more important than that.’ 13

Zoals Bill Shankly, de legendarische oud-manager van de Engelse club Liverpool, beweerde kort voor hij overleed in 1981, kan de significantie van het voetbal nooit worden onderschat. Voetbal kan invloed hebben op het leven op nationaal en internationaal vlak, revoluties inspireren en oorlogen veroorzaken, evenals het de mogelijkheid heeft om vrede te creëren en verschillen te beslechten.
De ‘voetbal oorlog’ tussen Honduras en El Salvador in 1969 is wellicht het meest bekende voorbeeld van de bredere implicaties van de sport. Tijdens de kwalificatie voor het wereldkampioenschap van 1970, raakten supporters slaags. Gevoegd bij al bestaande spanningen was dat aanleiding voor El Salvador om de aanval op het buurtland te openen. La gure del futbol, ook wel de oorlog van 100 uur genoemd, kostte drieduizend mensen het leven.

Er zijn talloze andere voorbeelden en anekdotes over ‘voetbal oorlogen’, blijvende rivaliteit en symbolische overwinningen die alleen hun betekenis krijgen wanneer ze geïnterpreteerd worden binnen de grotere politiek-culturele achtergrond. In dergelijke gevallen wordt het stadion vaak een podium voor supporters om bijvoorbeeld politieke standpunten ten gehore te brengen, maar ook vooral visueel te uiten. Zo is het stadion Camp Nou van FC Barcelona geregeld een podium om de strijd voor onafhankelijkheid van Catalonia kracht bij te zetten.

Maar naast het feit dat voetbal als katalysator voor revoluties en oorlogen kan fungeren, heeft het ook vooral de kracht om te binden en verschillen in bijvoorbeeld welvaart en etniciteit te slechten (figuur 1). Dit is goed te zien in het voetbalgekke Brazilië. In het Zuid-Amerikaanse land, waar elke wedstrijd op het afgelopen WK een nationale feestdag was, is voetbal een van de weinige elementen die het sentiment van Brazilië verenigt en de samenleving aan elkaar lijmt. Dat is ook de reden waarom het dramatisch is als het nationale team verliest. Het is dan namelijk niet enkel het voetbalteam dat verliest, het is je eigen identiteit als Braziliaan waaraan getwijfeld wordt. Om de populariteit van voetbal in Brazilië te schetsen: de drie meest voorkomende sociale instellingen in het leven van de gemiddelde Braziliaan, zijn zijn of haar religieuze tempel, de publieke gevangenis, en het voetbalveld.
Voetbal kan dusdanig meer betekenis krijgen dat het in 2001 werd genomineerd voor de Nobel Vredes Prijs door de Zweedse wetgever Lars Gustafsson, die suggereerde dat voetbal helpt bij het verbeteren van de internationale betrekkingen.

Waar velen roepen: ‘het is maar een spelletje’ kan voetbal worden beschouwd als meer dan dit alleen. De mate waarin voetbal sociale conflicten theatraliseerd en als steunpunt fungeert voor gemeenschappen en solidariteit, suggereert dat het echte sporen achterlaat die blijven na een enkele wedstrijd, verbindingen die circuleren in de wereld buiten het stadion. Met name het WK lijkt voor velen op te treden als een collectief ritueel.

3. Voetbal als ritueel

3.1 Voetbal als ritueel

Een voetbalwedstrijd zelf zit vol herhalende handelingen met een ritueel karakter. Bij internationale wedstrijden is er altijd hetzelfde verloop: de spelers komen tegelijkertijd uit de spelerstunnel en betreden het veld, ieder met een kind aan de hand. De volksliederen worden gespeeld en de spelers worden een voor een geïntroduceerd. Na de liederen schudden beiden teams elkaar de hand om vervolgens op een teamfoto te gaan, waar de aanvoerder een vaan bij zich draagt met de nationale kleuren. Vervolgens wordt er getost om welk team er op welke helft begint, waarna beide aanvoerders elkaar de hand schudden en elkaars vaan overhandigen. De scheidsrechter fluit en leidt de wedstrijd en wanneer nodig trekt hij een gele of rode kaart die een straf symboliseert. De 45 minuten per helft is de vaste omlijning van de tijd en na 90 minuten spelen eindigt de wedstrijd. Vervolgens ruilen vele spelers van shirt, wordt het publiek bedankt en gaat men terug naar de kleedkamer. En dit alles speelt zich af in de rituele ruimte; het stadion.
Naast dat de wedstrijd zelf als ritueel kan worden beschouwd treed voetbal vooral als cyclisch en collectief ritueel op voor de kijker, de supporters, de gemeenschap. Aan de hand van onder andere Durkheim's functionele benaderingen van rituelen kunnen we concluderen dat voetbal als ritueel optreedt. Voetbal, en dan met name de massale evenementen als het EK en WK, is in vele landen namelijk een van de weinige bijeenkomsten waarin de samenleving verenigt en de bevolking vol verschillen aan elkaar wordt gelijmd. Het bevorderd de sociale samenhang en verenigd mensen door het delen van ervaringen die leiden tot identificatie met de groep.

Een belangrijk ingrediënt van rituelen was wat Durkheim collective efferverscence noemde.14 Volgens de Franse socioloog is het een verhoogde emotionele opwinding die je ervaart wanneer je deelneemt aan rituelen van je groep. Dit kan elk soort ritueel zijn, feesten, rouwen, etcetera. De emoties kunnen dan ook positief en negatief zijn, hetgeen niet uitmaakt omdat het gaat om being entrained, ofwel het worden meegesleurd in de activiteiten en emoties van een groep. Dat betekent dat emotionele ups en downs van een individu vloeien met iedereen daar. Degenen die worden meegesleurd identificeren zich op deze manier meer met de groep. Een toernooi als het WK voetbal is een van de weinige bijeenkomsten in de moderne wereld die emoties als trots, verdriet, spanning, vreugde, passie en hoop teweeg brengt op een dusdanig grote schaal. Dergelijke emoties met elkaar beleven zorgt ervoor dat het toernooi optreed als een ritueel voor miljoenen mensen. Dit geld voor de wedstrijd zelf maar ook voor de gemeenschappelijke anticipatie in de dagen voorafgaand aan de wedstrijd en de collectieve verwerking van de uitslag na afloop. Van dit alles gaat een samenbindende werking uit waardoor men zich meer met de groep identificeert.

3.2 Individualisme versus collectivisme

De voetbalgemeenschap in de breedste zin van het woord is een voorbeeld van een imagined community, een verbeelde gemeenschap waarvan de leden elkaar nooit allemaal persoonlijk kunnen kennen, maar onderling wel een binding voelen. Mensen zijn groepsdieren, we zijn graag samen. Volgens massapsycholoog Jaap van Ginneken beantwoord een voetbalevenement als een WK aan een diepgaande behoefte om ons te identificeren met iets wat onszelf overstijgt.15 Waar vroeger de kerken deze functie hadden gaan we, met Nederland als voorbeeld, nu als alternatief op in een oranje massa. We leven in een tijd van massale individualisering, maar de mondiale voetbalevenementen wijzen ons op het feit dat er desondanks behoefte is naar ‘het samen zijn’.

Ondanks dat de gekte rondom een WK soms absurde trekjes bevat, heeft het fenomeen bovenal een positief effect op de maatschappij. Door de oranjegekte zijn de schuttingen tussen buren in een oogwenk geslecht, omdat mensen makkelijker bij elkaar binnen stappen en een praatje maken. Er wordt eerder gezocht naar gemeenschappelijke elementen dan naar dingen waarin van elkaar verschilt wordt. De (oranje) gekte draagt bij aan een tijdelijke vorm van harmonie in de samenleving. Het is een soort sociale vluchtheuvel geworden, een ontsnapping aan onze individualistische cultuur.16

Dit verklaart gedeeltelijk waarom er bij een WK plots veel meer voetbalfans zijn dan voorheen. Een ander fenomeen wat hier voor zorgt is wat psychologen basking in reflected glory noemen; we sluiten ons aan bij groepen waarvan we denken dat het succes van de groep zal afstralen op onszelf. Onderzoekers observeerden bijvoorbeeld de kleding van studenten aan zeven Amerikaanse universiteiten. Op maandagen na een overwinning van het football-team haalden opvallend meer leerlingen kleding met het logo of de naam van de universiteit uit de kast. Bovendien spraken ze in de nasleep van een overwinning vaker in de wij-vorm.17 Dat zie je ook bij het voetbal. ‘Wij hadden Sneijder eerder moeten laten invallen’ en ‘Wij hebben gewonnen’.
Volgens de sociale identiteitstheorie heeft elk mens gemiddeld honderd persoonlijkheden (Nederlander, Hagenaar, ontwerper, vader, voetbalfan, etcetera). We switchen voortdurend en gebruiken die deelpersoonlijkheden die ons in een bepaalde context het best bevallen. Tijdens het WK kwam het bijvoorbeeld vele Vlamingen in dat geval beter uit om Belg te zijn en kozen dus daarvoor. Dit terwijl dezelfde mensen enkele weken hiervoor nog met Vlaamse vlaggen zwaaiden omtrent de verkiezingen en politieke onrust met betrekking tot Wallonië en Vlamingen. Hetzelfde is te zien bij clubs en nationale teams. Gedurende het hele seizoen, met de wedstrijden tussen beiden als ultiem hoogtepunt, zijn supporters van bijvoorbeeld Ajax en Feyenoord elkaars grootste rivalen. Maar wanneer het Nederlandse elftal op een eindtoernooi de strijd aan gaat met andere landenteams staan deze rivaliserende supporters schouder aan schouder. In voetbal wordt dan ook weleens gesproken van 90 minuten nationalisme.
Een collectief ritueel als het WK geeft ook de gelegenheid dingen te doen die normaal niet kunnen of mogen. Vroeger vierden mensen carnaval, nadat ze een winter vol ontbering hadden overleefd. Tijdens zo’n carnaval mocht alles, kon alles en werden alle morele codes op hun kop gezet. Vandaag gebeurt dat nog zelden of nooit, er is nog weinig gelegenheid om uit de band te springen. Het WK is wel zo’n gelegenheid: uitbundig doen, je vreemd kleden en uiting geven aan een nationaal gevoel van ‘wij tegen zij’ is in deze tijd geoorloofd. Normaal gesproken rust daar een taboe op, maar wanneer de nationale ploeg speelt kan het opeens wel. Sterker nog, het móet bijna, stelt Thomas Quartier.18
Door al deze invloeden gebeurd er het een en ander in ons lichaam bij deelname aan het ritueel. Tijdens een voetbalwedstrijd piekt testosteron bij zowel mannen als vrouwen en hetzelfde geld voor het stresshormoon Cortisol en het gelukshormoon Serotonine.19 Omdat dit in een groep gebeurd versterkt het elkaar nog eens. Bij de diehard fans zijn de reacties heviger en duren ze langer omdat bij echte fans hun identiteit samen valt met de identiteit van supporter. Verlies betekent dat hun sociale status is aangetast. Dit kan gevolgen hebben die niets meer met voetbal te maken hebben, zoals na de finale tussen Brazilië en Uruguay in 1950. Brazilië verloor en na het horen van het slechte nieuws pleegden verschillende Braziliaanse huisvaders zelfmoord. Simone Kuper toonde aan dat ook in Europese landen voetbal een effect heeft op de zelfmoordcijfers, maar in positieve zin: het aantal zelfmoorden daalt als de nationale ploeg deelneemt aan een groot toernooi zoals het WK.20
Men vind het plezier, de saamhorigheid en alle andere emoties en elementen die bij het WK komen kijken van dusdanig groot belang dat ‘we’ FIFA een mandaat geven voor al hun daden. Iedereen die voetbal en/of het nieuws enigszins volgt is er namelijk van op de hoogte dat de FIFA vaak wordt geassocieerd met onder andere corruptie en inhumane werkomstandigheden voor lokale bouwers van stadions, en het is gebleken dat het organiseren van het WK voor landen als Zuid-Afrika en Brazilië voornamelijk negatieve effecten heeft. John Oliver sprak eens over The Sausage Principle: If you love something, never find out how it was made.21 In dit geval weten veel mensen wèl uit welke - onder andere negatieve- bestanddelen de WK-worst bestaat, maar desondanks doet vrijwel niemand hier iets aan en nemen we massaal deel aan het WK voetbal. We willen tenslotte niet dat dit fantastische bindende en feestelijke ritueel niet doorgaat…

3.3 Het uniforme carnaval en haar symbolen

Tijdens een evenement als het WK willen we, ondanks de sterke individualisatie, plots en masse op elkaar lijken. Dit komt door alle eerder genoemde factoren: het gevoel van identificatie en collectiviteit, het bij de groep willen horen en het tonen van loyaliteit aan het team. Deze elementen en factoren gebeuren voor de meesten onbewust, maar uiten zich duidelijk in visueel opzicht. We gaan gekleed in de kleur van de natie, dragen de nationale vlag bij ons, schminken ons en dragen maskers en attributen.
Het dragen van de kleuren van het team en/of de natie is de eenvoudigste, en misschien wel de belangrijkste manier hoe dit alles tot uiting komt. De nationale kleuren en symbolen worden ingezet als een uniform binnen het carnavaleske karakter van het sportspektakel. In het boek Why we are what we wear stelt Paul Fussell dat de ultieme taak van een uniform het verbinden van een individu met een bepaalde groep of gemeenschap is.22 Het uniforme supporten biedt de mogelijkheid voor deze ervaring van een gemeenschap en de uniformiteit van de toeschouwers vertegenwoordigd op deze manier het volk of de natie.

Het uniform kleden en gebruik maken van de symbolen gebeurd dus als gemeenschap. Toch blijft het een performatieve daad van een individu zelf, ingebed in het grotere geheel van het functionele ritueel. Vanaf een afstand vormt de massa in een stadion of een publieke ruimte een geheel. Dit beeld veranderd wanneer er wordt ingezoomd op de groep, dan blijkt dat de massa toeschouwers een veelheid van individuen is die zich zowel als individu en als collectief presenteren. Een tifo23 in een stadion laat dit op een letterlijke manier heel duidelijk zien. Elk individu houdt een gekleurd stuk papier boven het hoofd die individueel enkel een kleur zijn. Van een afstand toont dit echter een collectief beeld of tekst (figuur 2).

Thomas Quartair stelt dat rituelen vaak handelingen zijn die op het eerste gezicht nergens toe dienen:

‘Je in oranje hullen en de straat versieren, heeft geen nut (…) Maar dat we dat met z’n allen doen, heeft alles te maken met de hang naar collectiviteit in deze sterk geïndividualiseerde samenleving.’ 24

Nationale kleuren en de handelingen waarbij deze worden ingezet worden dus symbolisch en zijn heilig in de context van het voetbal. Een symbool is een betekenisdrager; het heeft enerzijds een vorm of representatie, en anderzijds een betekenis. Het woord ‘symbool’ heeft zijn oorsprong in het Griekse werkwoord symballoo dat ‘bijeenbrengen’ betekent.25 Victor Turner omschrijft een symbool als het grondprincipe van de rituele structuur.26 Durkheim’s definitie van het heilige en symbolen omvat alle dingen die een gemeenschap collectief als heilig beschouwd, en kan dus vele vormen aannemen.27 Het collectieve ontzag en eerbied die collectiviteiten (fans, gemeenschappen, naties) hebben in de richting van bepaalde teams, de heilige ruimte waarin de teams spelen en fans samenkomen, en de verschillende symbolen (logo’s, kleding, vlaggen), iconen (sterren, helden), hymnen (volksliederen, Wij houden van Oranje) en rituelen die ze hebben, zijn de belangrijkste heilige elementen van het ritueel voetbal.

De staten van collective effervescence zorgen er dus niet alleen voor dat individuen aan een gemeenschap gekoppeld worden, maar ook voor een sterk kader voor de creatie van symbolen en de belichaming van gedeelde betekenissen die de gemeenschap definiëren. De groepssymbolen die onderdeel zijn van het ritueel worden emotioneel geladen en worden zo ook effectief buiten het kader van het ritueel en vertegenwoordigen de groep. In het voetbal zijn dit de spelers, wapens, vlaggen, en vooral de kleuren en shirts. De shirts vertegenwoordigen de gemeenschap en de natie. Het zijn symbolen waarvan de waarde ook buiten de tijd en ruimte van het ritueel geldt. Dit kan gelden voor de dag voor of na een wedstrijd, maar ook voor een jaar na dato. Wanner je in het buitenland een voetbalshirt draagt laat je zien bij de gemeenschap te horen. Maar de shirts vertegenwoordigen vaak ook het overkoepelende geheel; het voetbal zelf. In het buitenland, met name in landen waar je de taal niet machtig bent, is er vaak weinig aanleiding tot een gesprek met wildvreemden, maar een voetbalshirt zorgt hier vrijwel altijd voor.
De nationale vlag is een ander symbool dat van grote waarde is. De vlag is normaliter vanzelfsprekend al een symbool voor de natie, maar een voetbaltoernooi zorgt voor versterking van de waarde. Dit stelt ook Michael Mutz na een studie rond het EK van 2012; het ervaren van positieve collectieve emoties tijdens het toernooi zorgt voor toename van patriottisme na het evenement.28 Men identificeert zich meer met de groep en dus met de natie.
Geschiedenis kan ook veel invloed hebben op het versterken van het nationalistische gevoel, waardoor de symbolen nog meer in waarde stijgen. Bij wedstrijden als tussen Rusland en voormalige Sovjet-Unie landen is het niet enkel meer land tegen land op het veld maar ook op maatschappelijk niveau. Dit vertaalt zich in het stadion in liederen en visuele elementen als spandoeken(figuur 3), en daarbuiten excelleert dit soms in fysieke botsingen.
De invloed van de politiek-culturele aspecten en achtergronden op wedstrijden zijn rond die van Israel wellicht het duidelijkst. Israëlische voetbalclubs voetballen mee in de Europese toernooien en het nationale team van Israel werkt zijn kwalificatiewedstrijden ook in Europa af in plaats van op het eigen continent. Vanwege politieke problemen heeft het team in vijf verschillende werelddelen gespeeld omtrent de kwalificatie voor de WK’s. Europa blijkt het enige continent waar de veiligheid van zowel spelers als supporters gegarandeerd kan worden (figuur 4).

Zoals Goldblatt verwoorde:

'When in full carnival mode, the crowd can even move from out of the wings and take a place on stage. The opportunity that this provides for the collective dramatization of identities and social relationships, both spontaneous and organized, is without parallel in the field of global popular culture.’ 29

3.3 Live: voetbal als media ritueel

Dat we überhaupt zo massaal kunnen deelnemen aan het ritueel komt voornamelijk door de massamedia. De massamedia en de voetbalevenementen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met name de tv-producenten leggen alle gebeurtenissen vast, en kaderen en isoleren hierbij veel. Tot op zekere hoogte hebben zij de macht het verhaal te kleuren. Bij het WK van 2002 in Japan en Korea brachten Japanse ambtenaren en digitale media producenten dit naar een nieuw niveau. Ze kozen ervoor om hun land visueel te lokaliseren ten opzichte van de rest van de wereld en slaagden erin om dit ‘buitenlandse’ sportevenement om te smelten tot een Japans cultureel fenomeen. De integratie van voetbal in alle aspecten van de Japanse cultuur hielp het toe-eigenen van het WK als een Japans evenement.30
Naast dat de organisatoren een goed beeld van hun land willen tonen en de FIFA het toernooi zo goed mogelijk wil laten zien, wordt het evenement grotendeels gevormd door economische belangen. Ook de publieke feesten worden gevangen door het economisch bestel, zo ook het WK. Er gaan miljarden in om en vrijwel elke sponsor of organisatie speelt in op het evenement. Op televisie, radio, internet en in de printmedia wordt op alles ingespeeld zodat het ritueel nog massaler wordt. Hierbij maken ze veelal gebruik van de symbolen die van waarde zijn voor de verschillende groepen. Alle eerder genoemde elementen van het ritueel die ons bewust en onbewust aantrekken om eraan deel te nemen worden door dit alles massaal versterkt, waardoor je niet meer om het collectieve ritueel (lees: collectieve hype) heen kunt.
Van Ginneken heeft het over stemmingsbesmetting in de economie.31 Gevoel speelt een aanzienlijke rol in economie, en dat ‘subjectieve gevoel’ staat niet op zichzelf maar is onderhevig aan sterke invloed van buitenaf. Dit is goed te begrijpen in analogie met applaus in het theater; het applaus dat soms moeizaam op gang komt maar vervolgens het hele publiek enthousiast krijgt. Al in de negentiende eeuw huurden theaterdirecteuren daarom ‘klapvee’ in, dat vanaf de voorste en achterste rijen het applaus op gang moest brengen. Om een groep van duizend mensen mee te krijgen in een wave, heb je maar drieëndertig enthousiastelingen nodig, beweert Van Ginneken. Zowel in de economie als in het theater verspreidt dat enthousiasme zich vervolgens als een virus. Door de televisie en het feit dat iedereen online is treedt nu ook buiten lijfelijke nabijheid die aanstekelijkheid op en verspreiden gevoelens explosief. Dit kan zorgen voor de collectieve hype, opgezweepte collectieve emoties, die zich razendsnel verspreiden. De beeldcultuur versterkt dat nog eens.
De belangrijkste verandering die door de massamedia heeft plaatsgevonden is dus de verschuiving van de ruimte. Voorheen waren de stadions de ruimte waarin het ritueel zich voltrok; waar mensen collectief aanbidden en verenigen rond alles wat zij als heilig ervaren in de sport en waar zij bij elkaar komen op regelmatige basis, en waar dit dus ook visueel tot uiting komt. Zoals eerder aangekaart (1.4) wordt de ruimte van rituelen echter steeds minder plaatsgebonden door de intrede van de massamedia. Wat er op het veld gebeurd is alles behalve onbelangrijk, maar de massale deelname aan het ritueel gebeurd nu elders, en dat neemt alleen maar toe met de verschillende platforms voor discussie. Nu kan eenieder ook op de eerste rij zitten van achter een scherm thuis, in een kroeg of een andere publieke ruimte.
Dit is een van de voornaamste redenen dat mondiale voetbalevenementen zich hebben kunnen ontwikkelen tot de grootste collectieve rituelen in de moderne wereld. Een rationele verklaring voor de wereldwijde gekte rond het WK in Brazilië is dan ook dat het nog nooit zo massaal werd uitgezonden. In Europa waren de zendtijden vaak prime time. Daar komt bij dat digitale media het enthousiasme-virus verspreiden met een ongekende snelheid. Met de wetenschap dat de wereld met je mee kijkt ontstaat het gevoel dat je zelf deelneemt aan het WK.
De vaste ruimte is dus niet meer het stadion waar de wedstrijd plaats vind, maar overal waar toegang is tot een scherm. De wedstrijd vind dus nu ook plaats op pleinen, in kroegen, in lokale stadions en thuis, en wordt daar ook als live ervaren. Zo is het door de televisiemedia dat de tijd-ruimte van het ritueel de voorheen vaste omlijning in de vorm van het stadion en de (lokale) speeltijd wordt overschreden.
Door de verschuiving van het ritueel naar een media ritueel is het (visuele) collectieve gedrag niet meer op de plek van het ritueel zelf en verschuift het zelfs naar online collectiviteit. In plaats van naar de wedstrijd zelf gaan kan er nu gekeken worden in talloze publieke ruimten, thuis en op werk. Het delen van de emoties en ervaringen is dan nog steeds fysiek en men neemt nog steeds lijfelijk deel aan het ritueel, zij het op verschillende plekken. Het delen van de ervaringen heeft zich de afgelopen jaren echter uitgebreid naar online. Het internet is een unieke combinatie van massaliteit en individualiteit, waar men graag laat zien wat er gedaan wordt. Je kunt nu alsnog collectiviteit ervaren, ook terwijl je de wedstrijd alleen kijkt. Het WK is tenslotte de grootste collectieve en simultane menselijke ervaring ter wereld; genoeg mensen om het mee te delen. De finale zorgde voor 280 miljoen interacties op Facebook door 88 miljoen mensen en bezorgde Twitter een nieuw record: 618.725 tweets per minuut. In totaal werd er 32.1 miljoen keer getwitterd over de finale.

De Nigeriaanse-Amerikaanse schrijver, fotograaf en kunsthistoricus Teju Cole bracht deze online verschuiving van de finale van het WK van 2014 prachtig inzichtelijk. Voor 90 minuten lang zagen miljoenen mensen dezelfde bezienswaardigheid en ervoeren ze dezelfde emoties. De persoonlijke betekenissen van tijd werd de tijd van het spel, aldus Cole:

‘We live in different time zones, out of sync but aware of each other. Then the game begins and we enter the same time: the time of the game.’ 32

In samenwerking met Jer Thorp en Mario Klingemann maakte hij The Time of the Game, een gesynchroniseerd globaal overzicht van de WK finale. Cole vroeg zijn duizenden volgers op Twitter om foto’s te sturen van hun scherm met de wedstrijd. Hij vroeg hen een bijschrift toe te voegen: waar kijk je en welke minuut van de wedstrijd het was, gevolgd met een hashtag #thetimeofthegame (figuur 5, 6). Er volgden honderden foto’s van over de hele wereld. Met dit project laat hij perfect de omvang van het ritueel zien. Het laat de populariteit en toegankelijkheid van voetbal zien, de collectieve ervaringen die mensen op verschillende niveaus delen, de transnationale ruimte, de democratie van het scherm, de camera en de social media, de gemeenschappelijke ruimte van technologie. De tijd creëert zijn eigen gevoel van gemeenschap. De fysieke publieke ruimte word een online publieke ruimte. En deze publieke ruimte wordt publieke tijd. In het grootste ritueel ter wereld staat dus het digitale scherm centraal.

4. De belangrijkste bijzaak ter wereld

4.1 Conclusie

In de loop van de tijd heeft het ritueel zich uit de religieuze context bevrijd en is het geaccepteerd als een algemeen menselijk gegeven, dat op zekere hoogte religieus gedrag verklaart. Het ritueel heeft een functie van structuur en betekenis en als gevolg hiervan kunnen identiteiten vorm krijgen. Émile Durkheim benadrukte dat ook geseculariseerde samenlevingen rituelen nodig hebben en veronderstelde dat er nieuwe vormen van collectief enthousiasme opwekkende feestelijke bijeenkomsten konden ontstaan die de samenbindende werking van godsdienstige bijeenkomsten zouden overnemen. De secularisatie heeft er dan ook niet voor gezorgd dat rituelen uitgestorven zijn - sterker nog - we leven in een tijd met rituelen in overvloed.

Een van de rituelen van de moderne wereld is die van de populairste sport ter wereld: voetbal. De omvang van het voetbal is zo groot dat geen enkele religie of culturele praktijk groter is en de geografische reikwijdte kan evenaren. Naast het feit dat voetbalwedstrijden zelf als ritueel kunnen worden beschouwd, kan aan de hand van de functionele benadering van het ritueel van met name Durkheim worden geconcludeerd dat de internationale voetbaltoernooien als cyclisch en collectief ritueel optreden voor de kijker, de supporters, de gemeenschap, zowel op nationaal als internationaal niveau.

Bij de evenementen als het EK en WK worden verscheidene positieve en negatieve emoties collectief ervaren en dit gevoel van collective effervescence zorgt voor het opzetten, onderhouden en versterken van de solidariteit, cohesie en sociale identificatie in groepen en gemeenschappen. Van de collective effervescence gaat een samenbindende werking uit waarbij men hun onderlinge verschillen overstijgt en zich meer met de groep identificeert. De voetbalevenementen beantwoorden een diepgaande behoefte om ons te identificeren met iets wat onszelf overstijgt. Het is een sociale vluchtheuvel geworden waar we kunnen ontsnappen aan onze individualistische cultuur.

Een andere belangrijke factor voor de aantrekkingskracht van het ritueel is het verschijnsel Basking in Reflected Glory: door zich te associeren met het voetbalteam krijgt men het gevoel zelf succesvol te zijn, hetgeen resulteert in het welbekende: wij hebben gewonnen. Daarnaast switcht men voortdurend van deelpersoonlijkheid en gebruiken deze die het beste bevalt in een bepaalde context. Tijdens een evenement als het WK zijn mensen daarom graag ‘voetbalfan’.

De eenvoudigste en belangrijkste manier om de gemeenschap en collectiviteit te ervaren is het uniform kleden. Hierbij worden nationale kleuren en symbolen ingezet binnen het carnavaleske karakter van het sportspektakel, veelal in de vorm van vlaggen, kleuren en shirts. Deze groepssymbolen krijgen hun waarde door de collective effervescence, dat niet alleen zorgt voor de binding van individuen tot een gemeenschap, maar zorgt ook voor een sterk kader voor de creatie van symbolen en de belichaming van gedeelde betekenissen die de gemeenschap definiëren. De groepssymbolen die onderdeel zijn van het ritueel worden emotioneel geladen en worden zo ook effectief buiten het kader van het ritueel en vertegenwoordigen de groep. Dit verklaart het massale gebruik van voornamelijk nationale vlaggen en kleuren. Waar dit op het eerste gezicht geen nut lijkt te hebben, heeft dit alles te maken met de symbolische waarde en het ervaren van collectiviteit. Dit wordt versterkt door de toename van patriottisme, dat wordt veroorzaakt door het ervaren van positieve collectieve emoties tijdens het ritueel, waardoor men zich meer met de groep en dus natie identificeert. Het collectieve ritueel geeft ook de gelegenheid om uit de band te springen, dingen te doen niet normaal niet kunnen en om nationalistische gevoelen te uiten, waardoor de gekte soms absurde vormen aanneemt.

De invloed van televisie, radio, internet en de printmedia is niet te onderschatten. Overal wordt door alle belanghebbenden ingespeeld op het voetbalevenement dat komen gaat of bezig is, waarbij voornamelijk gebruik wordt gemaakt van de groepssymbolen als de nationale kleur en vlag. Door de televisie en het feit dat iedereen online is treedt nu ook buiten lijfelijke nabijheid de aanstekelijkheid op en verspreiden gevoelens explosief. Dit alles wordt nog eens versterkt door de beeldcultuur. Het is vrijwel onmogelijk om aan deze collectieve hype te ontsnappen.

De digitale massamedia hebben ervoor gezorgd dat we massaal kunnen deelnemen en hebben als belangrijkste verandering de verschuiving van de ruimte van het ritueel teweeg gebracht. Waar het stadion de vaste plek van het ritueel was, is dat nu overal waar toegang is tot een scherm, een transnationale ruimte waar het vervolgens ook als live ervaren wordt. Het delen van de emoties en ervaringen gebeurd dan nog steeds collectief en is het alsnog een lijfelijke deelname van het ritueel. Het delen van de ervaringen heeft zich echter uitgebreid naar online, waardoor collectiviteit nu ook kan worden ervaren terwijl je fysiek alleen bent. Het scherm is het bindende centrum geworden. Als de wedstrijd begint treden de deelnemers toe tot dezelfde tijd. En waar je dus als fysiek collectief deel kunt nemen aan het ritueel kan dit nu ook in de gemeenschappelijke ruimte van de technologie. De fysieke publieke ruimte wordt hier een online publieke ruimte.

Het ritueel vind plaats op ongekend veel plekken tegelijk; het stadion zelf, publieke plekken overal ter wereld, thuis, online. Door deze ontwikkelingen en doordat de voetbalevenementen een aantrekkingskracht hebben op zoveel verschillende vlakken en het massaal ondersteund en versterkt wordt door de media, is de WK-Finale de grootste simultane menselijke ervaring ooit en daarbij het grootste ritueel ter wereld. De ervaring gaat voorbij aan het daadwerkelijke onderwerp: voetbal. Het is uniek dat zoveel mensen tijdelijk een heel duidelijke, gemeenschappelijk gedeelde identiteit hebben. Daarbij is het een feestelijk fenomeen, lijkt het leeg en zonder consequenties en zal het je leven niet drastisch veranderen, maar toch zorgt het ervoor dat grenzen vervagen, verschillen worden geslecht, samenlevingen worden verenigd en dit alles wordt veelal geuit door en masse uniform gekleed te gaan. Achter die eenheidsworst zit een behoefte die in de samenleving niet of nauwelijks vervuld wordt, en het gaat daarbij dus niet zozeer om het voetbal zelf. Voetbal als belangrijkste bijzaak ter wereld.

Eindnoten



1. www.encylco.nl

2. Durkheim, E. (1912/1995) – The Elementary Forms of the Religious Life, New York: The Free Press

3. Lukken, G. (1999) - Rituelen in overvloed, Baarn: Gooi & Sticht

4. De traditionele zegen die de paus met Kerstmis en Pasen en bij bijzondere gelegenheden uitspreekt vanaf het balkon van de Sint-Pieter in Rome.

5. Van der Zeijden, A. (2010) - Rituelen in het dagelijks leven, in: TussenRuimte nr. 2, p. 9-14

6. Duits, L. (2011) - Mediahysterie rond huwelijk William en Kate schuld van secularisering, www.thepostonline.nl

7. Dayan, D. & Katz, E. (1994) - Media Events: The Live Broadcasting of History, Harvard University Press

8. Goldblatt, D. (2006) - The Ball is Round, New York: The Penguin Group, p. 12

9. Bischop van Lincoln (12e eeuw) - Precieze details onbekend

10. Kuper, S. & Szymanski, S. (2014) - Soccernomics, New York: Nation Books, p. 410

11. KantarSport (2011) - 2010 FIFA World Cup South Africa Television Audience Report, p. 7

12. Giulianotti, R. & Robertson, R. (2009) - Globalization and Football, p. 157

13. Shankly, B in - The Ball is Round, geciteerd door Goldblatt, 2006, p. 12

14. Durkheim, E. (1912/1995) – The Elementary Forms of the Religious Life, New York: The Free Press

15. Nourhussen, S. (2008) - Nederlander snakt naar een feestje, trouw.nl

16. van Zomeren, M. (2014) - Individualistisch Nederland in één kleur, www.mensensamenleving.infonu.nl

17. Cialdini, R. (1976) - Basking in Reflected GLory: Three (football) Field Studies

18. Nourhussen, S. (2008) - Nederlander snakt naar een feestje, trouw.nl

19. Wetzel, K. & Wyner, D. (2005) - Intercollegiate soccer

20. Kuper, S. & Szymanski, S. (2014) - Soccernomics, New York: Nation Books, p.267

21. Oliver, J. - FIFA and the World Cup, Youtube

22. Fussell, P. (2002) Why we Are What we Wear. Boston: Houghton Mifflin.

23. Tifo: het aftroeven van je tegenstander door de trots te laten blijken op eigen club, stad of streek.

24. Nourhussen, S (2008) - Nederlander snakt naar een feestje, trouw.nl

25. www.wikipedia.org

26. Turner, V. (1969) – The Ritual Process: Structure and Anti-Structure, (secundaire bron C. Bell)

27. Durkheim, E. (1912/1995) – The Elementary Forms of the Religious Life, New York: The Free Press

28. Mutz, M. (2013) - Patrioten für drei Wochen

29. Goldblatt, D. (2006) - The Ball is Round, New York: The Penguin Group, p. 903

30. Darling-Wolf, D. - Surviving Soccer fever, in Visual Communication Quarterly no. 12, p. 185

31. Van Ginneken, J. (2012) - Het enthousiasme virus, Amsterdam: Business Contact

32. Cole, T. (2014) - Twitterbericht

Dankwoord



Een soort van rituele daad die verbondenheid uitdrukt en tegelijkertijd creëert is het uitspreken van dankwoorden. De voorgeschreven vorm aan het eind van een scriptie betekent niet dat de dank minder welgemeend is. Marjan Brandsma wil ik bedanken voor de scriptie begeleiding en ook Dirk Vis voor het bekritiseren en lezen van stukken tekst.