Janine Terlouw, 2015 / Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag / Afdeling: Grafisch Ontwerpen
Mijn ouders hebben sinds kort een open haard. Het is een knus en fijn gevoel om bij de haard te zitten en oneindig te kijken hoe het haardvuur danst. Ook tijdens gesprekken gaan mijn ogen al snel richting de haard. De vlammen verleiden mij tot het eindeloos staren. Het knispert en het klapt. Ik hoop dat mijn vader er nog wat nat hout op gooit, want nat hout zorgt voor hardere en onverwachte klappen. Ook bepaalde soorten hout doen het erg goed in het haardvuur. Het parket rond de haard is op sommige plekken al beschadigd, maar hoe erg is dat? Het haardvuur zorgt voor eindeloos vermaak.
Het regent hard en ik zit als een verzopen kat in een lege bus terug naar huis. Het is pikdonker er valt niets te beleven in de 20 minuten durende busreis. Automatisch scroll ik door talloze beelden op mijn tijdlijn. Mijn tijdlijn zorgt voor eindeloos vermaak.
Sociale media als brandend haardvuur
Inleiding
H1 We kijken graag
H2 Klik hier!
H3 Toekomst
Conclusie
Literatuurlijst
Abstract
Waar ik ook ga of sta – in een restaurant, de bioscoop of zelfs een openbaar toilet – overal zie ik mensen die een apparaatje in de hand houden, waarmee ze bijna alles kunnen doen wat ze thuis ook via de computer met internetverbinding kunnen doen. Dit apparaat, dat wij een smartphone noemen, is voor velen een obsessie geworden. Met dit apparaat staan we continu in verbinding met het internet en onze sociale media. Sociale media geven ons duizenden beelden per dag. Dit zijn beelden van je buurvrouw met haar hond, een selfie van je beste vriendin, een pasgeboren baby of ietwat gruwelijke beelden uit de oorlog in Syrië. Waar dit vroeger alleen in de openbare ruimte en op onze tv plaatsvond, vindt dit nu elk moment van de dag in je broekzak plaats. We staan ermee op, gaan er mee naar ons werk, nemen het mee naar het toilet en gaan er vervolgens weer mee naar bed.
We blijven maar staren naar ons digitale haardvuur. We blijven vaak naar dezelfde beelden kijken en bezoeken ze een of meerdere keren per dag. Wat is er zo spannend aan het haardvuur? Hoe komt het dat we maar blijven kijken naar het haardvuur? Ik ben benieuwd naar de wereld van sociale media, beeld en manipulatie.
In hoeverre worden we gemanipuleerd door beeld op sociale media?
Deze vraag zal ik aan de hand van deelvragen beantwoorden in de volgende hoofdstukken:
Allereerst wil ik weten waarom beeld zo aantrekkelijk is voor de mens. Waarom kijken we zo graag? Wat zien we op sociale media? Wat zorgt ervoor dat we blijven kijken? En welke effecten heeft dit op de mens?
In het tweede deel kijk ik welke manipulatie plaatsvindt binnen sociale media. Welke manipulatie speelt zich af op sociale media? Hoe worden wij gemanipuleerd?
Tenslotte ben ik benieuwd naar de ontwikkelingen in de technologie die een link hebben met sociale media en beeld. Hoe ziet de toekomst eruit wat betreft beeld en sociale media? Hoe reëel is het dat deze voorspellingen uitkomen?
Hoofdstuk 1
Misschien komt het jou ook bekend voor: staren naar je scherm en maar niet kunnen stoppen met scrollen door een eindeloze tijdlijn van beeld. Of je blijft maar terug gaan om te kijken. In dit hoofdstuk geef ik antwoord op de vragen: Waarom kijken we zo graag? En waar kijken we dan naar? Als laatste wil ik weten welke effecten dit op lange termijn heeft.
De ontwikkeling van het visuele brein begon bij onze verre voorouders, die leerden te overleven met behulp van het visueel waarnemen van hun omgeving. Visuele ontwikkeling was essentieel bij het communiceren en overleven van de mensen. Door de visuele waarneming konden zij niet alleen onze medemens, maar ook gevaar herkennen. Ze communiceerden door middel van gelaatsuitdrukkingen. Om te overleven hadden ze allereerst elkaar nodig. Het herkennen van gezichtsuitdrukkingen is daarom erg belangrijk.
Het menselijk brein is dus heel visueel ingesteld. Bijna 50% van de hersenen is gericht op visuele verwerking. 70% van je zintuiglijke receptoren zitten in de ogen. Uit onderzoek blijkt dat mensen maar 10% van wat ze lezen onthouden. Van wat ze horen onthouden ze 26% en van wat ze zien onthouden ze 30%.1
Uit een studie bleek dat 95% van de deelnemers beter in staat was om complexe medische informatie te begrijpen wanneer er zowel tekst als foto’s werden gebruikt bij de beschrijvingen, in tegenstelling tot degenen die enkel tekst voor zich hadden. Wij zijn in staat een visueel beeld in minder dan een tiende van een seconde te verwerken en te begrijpen.
Psycholoog Albert Mehrabian zegt dat 93% procent van de communicatie non-verbaal is. Hij stelt in zijn Silent Messages-onderzoek2 dat bij het uiten van gevoelens voornamelijk non-verbale elementen van communicatie een rol van belang spelen. Het lijkt erop dat mensen de neiging hebben om meer aandacht te besteden aan de toon van een stem en de visuele signalen die iemand uitzendt, dan aan gesproken woorden. De stem en de visuele signalen geven meer vertrouwen dan alleen gesproken woorden.
Waarom kijken we zo graag naar sociale media? Dat heeft met verschillende zaken te maken. Sociale media zijn overal toegankelijk en zijn gebruiksvriendelijk. Onze zintuigen worden geprikkeld door visueel aantrekkelijk materiaal. Daarnaast geven de sociale media ons een gevoel van anonimiteit, aangezien niemand ons kan zien. Laten we niet vergeten dat (bijna) iedereen3 makkelijk te bereiken is via dit platform. Sociale media geven ons al het ‘belangrijke’ nieuws in een tijdlijn weer en we hebben het gevoel dat we op de hoogte worden gehouden; daardoor voelen we ons overal bij betrokken. Mensen kiezen ervoor bepaalde media of technologieën te gebruiken omdat die systemen en hun inhoud overeenstemmen met hun gevoelens, verlangens, waarden of overtuigingen.4
We gaan ook vaak naar sociale media websites. Verschillende bronnen geven verschillende uitkomsten hierover. C. van Hoek5 zegt dat we 14 keer per dag naar Facebook gaan. In het boek iDentity van Larry D. Rosen staat een tabel waar Rosen aantoont dat 36% van de Net Generation (in leeftijd variërend van 11 tot 30 jaar) zijn of haar Facebook elke 15 minuten controleert.6 Het controleren van sociale media is natuurlijk iets anders dan de daadwerkelijke tijd die we er aan spenderen. Ook hier zijn verschillende onderzoeken naar gedaan met verschillende uitkomsten. Alle Amerikanen te zamen zouden in totaal 230,060 jaren op sociale media zitten per maand. Dat is gemiddeld 6,5 uur per week7 per Amerikaan.
Het is natuurlijk voor iedereen verschillend hoeveel tijd hij aan sociale media besteedt. Uit interesse heb ik daarom mijn eigen gegevens bijgehouden, zodat ik een goed beeld krijg van mijn internetgedrag. Voordat ik Facebook de-activeerde ging ik, als ik de computer een hele dag gebruikte, 40 keer per dag naar Facebook. Facebook stond vaak op de achtergrond open, ergens tussen mijn tabbladen. De chat was altijd actief. Voordat ik in slaap val, kijk ik vaak op mijn telefoon, scrollend door sociale media zoals Reddit of Instagram. Ik val letterlijk met mijn telefoon in slaap. Voordat ik mijn bed uitstap kijk ik ook vaak naar alle notificaties, en soms blijf ik in bed liggen om even ‘lekker wakker te worden’ met mijn telefoon. Ik kijk per dag gemiddeld 30 keer op mijn telefoon. Soms kort, soms lang.
Dagelijks hebben we de mogelijkheid meer dan duizenden beelden langs te gaan op sociale media. We zien beelden van onze omgeving en onze vrienden, we ontvangen reclames en zien het laatste nieuws. De sociale media geven alles weer op een tijdlijn. Wat betekent dat? Door welke beelden voelen we ons het meest aangetrokken?
“We live in a world of the mass producing and consuming of images which shape our lives and the public mind” - Bill Moyers8
Vroeger was er een beperkte keuze aan media waaruit je informatie en beeld kon halen. De krant was een van de eerste media waar beeld zichtbaar werd voor het grote publiek. De foto die op dat moment in de krant zichtbaar was, werd als waarheid gezien. Het iconische beeld werd opgeslagen in ons collectieve geheugen. Je was voor of tegen, links of rechts, het was letterlijk zwart wit.9
Een van de kenmerken van een iconisch beeld is dat het meerdere keren herhaald wordt. Het is de kracht van de herhaling en het feest van de herkenning. Een goed voorbeeld hier van is de poster van Shepard Fairey, die een illustratie afbeeldt van Obama en het woord “hope”. Het beeld werd zeer snel gezien als een iconisch beeld en het werd een van de meest herkenbare posters van de Obama campaign. Laura Barton, schrijver in The Guardian, legde de link meteen met het iconische beeld van Che Guevara, een beeld dat overal te zien is op t-shirts, koffiemokken en posters in studentenkamers. Je zou kunnen concluderen dat iconische beelden ons meer aanspreken dan normale beelden. En dat we composities van een iconisch beeld kunnen herkennen in een ander beeld.
Tegenwoordig zijn er zo veel beelden en worden onderwerpen van zoveel kanten belicht, dat het moeilijk is om je over een onderwerp één beeld te vormen. Iedereen heeft de keuze zijn of haar mening te delen op sociale media. Filmpjes en foto’s uit oorlogsgebieden worden gedeeld; zo ontstaat er een veel complexer beeld van die situatie. Er is niet meer een schrijver die je vertelt hoe het zit. Wij, als collectief, vertellen hoe het zit.
We voelen niet alleen tot iconische beelden aangetrokken. We voelen ons vreemd genoeg ook aangetrokken door afstotende beelden. Auto-ongelukken, achtervolgingen of een mogelijk ongeluk. Natuurrampen zijn ook erg populair. Paparazzi-foto’s, drama, verminking, misdaad, oorlog en gewonden. We voelen ons vies of schuldig als we naar deze nare beelden kijken, maar toch kunnen we er niet van wegkijken.
Waarom kijken we hier naar? Wat is er zo ‘fascinerend’ aan deze beelden? Een van de redenen is dat we gewoon heel nieuwsgierig zijn.10 We willen weten hoe het afloopt als een persoon hete pepers of een lepel kaneel eet, of een bepaalde ‘fail’ heeft. We vinden nieuwsgierigheid vaak minder fijn dan onaangename onzekerheid, iets niet weten. Dit heeft te maken met het gegeven dat we alerter worden als we in gevaar zijn en ons angstig voelen. Bij angst wordt naast adrenaline ook dopamine aangemaakt in onze hersenen. We worden alert en bereiden ons op die manier voor op gevecht of vlucht. Maar omdat beeld op het internet niet een echt gevaar voor ons is, worden we alleen maar nieuwsgieriger en kunnen we er niet van wegkijken.
Waar we vroeger langs verschillende televisieprogramma’s zapten, zappen we nu door onze status updates. Zappen is nu een stuk sneller geworden. In plaats van de krant te lezen met grote, inhoudelijke artikelen, lezen we nu het nieuws zo kort als een Twitter-bericht. We lezen een korte, of een deel van die korte tekst. We zappen langs visuele beelden. Zonder die compleet te bestuderen, hebben we al een idee van wat er gebeurt. Het lijkt wel alsof mensen snakken naar 'kort', alsof ze zo efficiënt mogelijk zo veel mogelijk informatie willen vergaren.
Vergelijk het met het eten van chips. Als er een schaal chips voor je staat op tafel en je neemt een chipje, zal het nooit bij een chipje blijven. De smaak van dat ene chipje was zo heftig, dat je na een aantal seconden weer meer wilt hebben. Dit komt door het vele zout dat zich op chips bevindt, zout is erg verslavend. Dit gebeurt ook als je door je tijdlijn heen scrolt. Beeld na beeld na beeld. Je kunt maar niet stoppen.
Het zout in chips is als dopamine in je hersenen. Dopamine is een stof die je plezier en genot laat voelen, en daarom motiveert het je om bepaald gedrag te vertonen en dingen te willen zoals voedsel, seks en drugs. Recent onderzoek toont ook aan dat dopamine er voor zorgt dat je dingen wilt hebben, verlangens hebt, bepaalde dingen wilt weten of zoeken. Het verhoogt het niveau van opwinding en maakt je gedrag doelgericht. Vanuit evolutionair standpunt is dit van cruciaal belang. Het dopamine-systeem houdt je gemotiveerd om te leren en te overleven. Het gaat dus niet alleen om lichamelijke behoeften zoals voedsel of seks, maar ook om abstracte concepten. Dopamine maakt je nieuwsgierig naar ideeën en laat je zoeken naar informatie.11
Net als chips ‘makkelijk’ eten is, zijn sociale media ook erg makkelijk. Met het internet en sociale media ervaar je onmiddellijk voldoening wat het zoeken betreft. Even een bericht sturen? Zo gedaan. Even informatie opzoeken? Ook zo gedaan. Nieuwsgierig naar wat je beste vriendin aan het doen is? Het ligt allemaal aan je voeten. Zo is het makkelijk om in een dopamine-spiraal te komen. Dopamine laat je zoeken, beloont je voor het zoeken en zal je vervolgens meer laten zoeken. Het wordt moeilijker om te stoppen met het bekijken van beelden, als je er eenmaal aan begonnen bent.
Hoe korter het bericht, hoe verslavender het werkt. Twitter is daar een goed voorbeeld van; je hebt maximaal 140 tekens in een bericht. Het dopamine-systeem is net niet tevreden bij het vergaren van korte berichten, zodat je alleen maar meer data zult consumeren om je brein te voeden. Ook het krijgen van notificaties geven een grote dopamine-kick, waar deze groter wordt als de notificatie voor ons onverwacht is.
Het is fantastisch om een smartphone te hebben. Je kunt zo, op elk moment van de dag, informatie vergaren. Je hoeft nooit meer naar een NS-bord te kijken, dit doe je gewoon wandelend naar het station toe. Super-efficiënt. Veel mensen weten niet dat hun toestel hen ook kan opzadelen met een verontrustend gevoel. Zij moeten gewoon hun smartphone checken. Er zijn ook mensen die gestrest raken wanneer ze hun mobiele telefoon niet bij de hand hebben. Dan bekruipt hen het knagende gevoel dat ze misschien iets missen… of alles missen. Een van de effecten is dus compulsief (dwangmatig) gedrag.
De dwangmatige angst iets te missen kan tot obsessieve gedachten leiden. MTV plakte een label op dit gevoel: FOMO, wat staat voor ‘fear of missing out.’ De medewerkers van het televisiekanaal stuurden een enquête naar een groot aantal jongeren. 58 Procent van de jongeren verklaarde dat wanneer zij hun sociale media niet kunnen bekijken, zij zich zorgen maken dat ze iets zullen missen.12
Eén procent van de Amerikanen leidt aan OCS (obsessief-compulsieve stoornis). OCS is een angststoornis die gekenmerkt wordt door ongewilde en herhaalde gedachten, ideeën en gevoelens (obsessies) die je laten denken dat je jezelf een bepaald gedrag moet aanmeten (compulsies). Een belangrijk eigenschap van de OCS is dat deze obsessies of compulsies het dagelijkse leven zwaar verstoren en verontrusting veroorzaken. Een procent lijkt weinig, maar 90 procent van de Amerikanen vertoont dezelfde verschijnselen. Het is niet zo ernstig dat het tot de OCS-stoornis behoort, maar wel heftig genoeg om deze als een e-stoornis te benoemen.13 We kunnen dus zeggen dat bijna iedereen die gebruik maakt van sociale media kanalen een e-stoornis heeft of diezelfde verschijnselen vertoont.
Verschillende onderzoekers, onder wie David Levy, een professor aan de Universiteit van Washington, hebben gesuggereerd dat velen een 'popcorn-brein' hebben: hersenen die zo gewend zijn aan de constante stimulatie van het multitasken met elektronische toestellen dat deze niet meer kunnen omgaan met het echte leven, dat veel minder stimulerend is. Zij die meer dan tien uur per dag online doorbrengen, hebben minder grijze materie in hun hersenen dan wie minder dan 2 uur per dag online doorbrengt.14 De grijze stof heeft als functie het verwerken van informatie, terwijl de witte stof de communicatie tussen de zenuwcellen verzorgt.15
Clifford Nass, een psycholoog aan de Standford Universiteit, laat zien hoe multitasken op het internet effect heeft op het lezen van gezichtsuitdrukkingen. Hij liet online multitaskers een aantal foto’s van gezichten zien, waarop emoties werden afgebeeld: zij vonden het moeilijk deze emoties te herkennen. Mensen die niet of minder vaak multitasken konden de emoties zonder moeite herkennen.16
Iemand met een e-stoornis of popcorn-brein zal regelmatig zijn telefoon bekijken, om te kijken of hij al nieuwe berichten binnen heeft. Als hij thuis is zal hij regelmatig zijn sociale media kanalen controleren - om van zijn obsessieve gedachten af te komen. Dit gedrag geeft hem echter maar tijdelijk verlichting. Hij zal na een korte tijd weer op Facebook moeten controleren of er geen nieuwe berichten zijn.
Naast een geestelijke effecten heeft overmatig smartphonegebruik ook effect op je lichaam. Laatst was ik op een feestje en praatte ik met iemand over het gebruik van onze telefoons. Plotseling zei degene met wie ik sprak: “Ik had een keer mijn telefoon in mijn hand, en toen voelde ik hem trillen in mijn broekzak”, waarna we erg hard moesten lachen om de bizarre situatie.
Spijtig genoeg heb ik soms ook de illusie dat mijn telefoon trilt in mijn broekzak. Deze trillingen hebben zelfs een naam: fantoomtrillingen. Michael Rothberg heeft onderzoek gedaan naar fantoomtrillingen en gekeken wie van de werknemers in zijn Medisch Centrum deze trillingen weleens gevoeld had. Zeventig procent van het personeel gaf aan dit weleens te hebben gevoeld. Het onderzoek toonde aan dat de frequentie waarmee iemand zijn of haar telefoon gebruikt van invloed is op het voelen van fantoomtrillingen: hoe vaker je je smartphone gebruikt, hoe vaker je fantoomtrillingen zal ondervinden.17
Soms pak je gewoon je telefoon, ontgrendelt deze, scrolt twee keer naar rechts en vervolgens weer naar links. Je vergrendelt hem weer, en stopt hem vervolgens weer in je broekzak. Dit gedrag heeft te maken met dissociatie.18 Het pakken van de telefoon is voor ons zo'n gewoonte geworden dat we onze telefoon onbewust en zonder doel pakken en erop kijken. Net als een bestuurder die op de automatische piloot op weg is naar huis en zich nauwelijks herinnert dat hij de route gereden heeft.
Evolutionair gezien blijkt het handig te zijn om visueel ingesteld te zijn, omdat je elkaar op die manier kunt herkennen en het de communicatie vereenvoudigt, maar we zo ook gevaren kunnen herkennen. De hersenen van een mens zijn dan ook voornamelijk gericht op het visuele waarnemen - een veel kleiner deel van de hersenen wordt gebruikt voor de andere zintuigen. Onze visuele zintuigen worden op sociale media geprikkeld en daarom gaan we vaak terug.
Het kijken naar korte informatie of gruwelijke beelden resulteert in het aanmaken van veel dopamine in je lichaam, waardoor beeld verslavend kan werken. We willen continu meer. Door het continu visueel ontvangen van beelden en korte informatie is ons brein geëvolueerd tot een popcorn-brein. Het is niet alleen een mentale verslaving; het overmatig gebruik van je smartphone kan leiden tot zogenaamde fantoomtrillingen in je lichaam. We kunnen concluderen dat onze smartphone en het gebruik van sociale media verslavend is.
Hoofdstuk 2
Het internet is een omgeving waarin de hele wereld tot je beschikking staat en waar mensen kennis met elkaar kunnen uitwisselen. Wat we soms vergeten is dat alles wat zich op het web bevindt gemanipuleerd kan zijn. Velen zien het internet als een virtuele spiegel van de werkelijkheid. Dit klopt niet altijd: vaak geeft de virtuele spiegel een gemanipuleerd beeld van de werkelijkheid.
Beelden en headlines knallen door je beeldscherm. Je wordt overdonderd door teksten als: “Look at this 5-year-old selling lemonade at the street, you won’t believe what happens next”, “Baby that just looks like Jay-Z”, et cetera. Je wilt er niet aan toegeven, maar het is zo intrigerend, dat je er wel op moet klikken. Je klikt en tien minuten later heb je spijt dat je hebt geklikt, omdat je je immers met andere taken bezig had moeten houden. Maar waarom kijken we ernaar als we weten dat het ons geen goed doet of als we toch alleen maar voor de gek worden gehouden?
Clickbait (de Engelse term voor in het oog springende koppen die de internetter verleiden om op een linkje te klikken) is niet iets van deze tijd, het bestaat al meer dan 100 jaar. We komen het fenomeen al tegen sinds de krant bestaat. Op deze afbeelding zien we een politiek cartoon uit 1888, genaamd “The Evil Spirits of the Modern Day Press”. In deze afbeelding zien we dezelfde “kwaden” die sociale media zogenaamd hebben uitgevonden de afgelopen 10 jaar. Er zijn duiveltjes afgebeeld met de teksten: “payed puffery”, wat gelijk staat aan betaalde content. We zien “bad images” die LOLcats zouden kunnen zijn. Ook zien we er "personal journalism," "scandal", "criminal news", "garbled news", en "boasting lies". Deze begrippen zien we, net iets anders geformuleerd, allemaal terug op onze dagelijkse tijdlijn.19
Deze misleiding noemde men in die tijd Yellow Journalism. Die term komt van een gele strip die gepubliceerd werd in de New York World, toen de kranten in de 90er jaren moesten overleven, en op deze manier meer verkochten. Nu noemen we dit clickbait. De sociale media proberen hiermee meer unieke bezoekers aan te trekken.
Waarom blijven we op deze links klikken en waarom is het zo moeilijk om er niet op te klikken? De titels spelen perfect in op de nieuwsgierigheid van de mens. Verschillende studies hebben aangetoond dat nieuwsgierigheid een cognitieve vorm is van het bewust worden van het feit dat je iets niet weet. En als weet dat je die achterstand hebt, ga je er zo veel mogelijk voor doen het wel te weten te komen.20
Een professor en een communicatie-medewerker van BI Norwegian Business School in Oslo, Noorwegen, deden een vergelijkend onderzoek op Twitter en een Noorse eBay naar declaratieve (verklarende) titels. Ze ondervonden dat titels die luidden als een vraag gemiddeld 150% meer aangeklikt werden dan bevestigende titels. Wanneer de titels luidden als een vraag en zij een naar de gebruiker verwijzend woord bevatten zoals “u”, wordt er zelfs 175% meer geklikt.21
De reden dat je je gedwongen voelt op clickbait te klikken is simpel: het prikkelt je nieuwsgierigheid en de nieuwsgierigheid wordt alleen maar sterker als iets wordt gesteld als een vraag, of als jij je er persoonlijk door aangesproken voelt. Maar nu we dit weten, maakt het ons nog niet resistent tegen clickbait. Clickbait zal altijd blijven bestaan. De keuze is alleen aan jou of je erop klikt of niet; je moet je bewust zijn van mogelijke manipulatie.
We hebben eerder gelezen dat ons lichaam tijdens het kijken naar beeld of het lezen van korte berichten dopamine aanmaakt en we daardoor meer verslaafd raken. Sociale media verleiden ons ertoe om naar korte berichten te kijken en door talloze beelden te zappen. Als jouw tijdlijn dagelijks vol staat met saaie en grauwe informatie, zou je stoppen met kijken. In plaats daarvan laat Facebook je de meest extreme gebeurtenissen in je sociale netwerk zien om deze eenvoudige reden: de meest extreme gebeurtenissen trekken de meeste aandacht. Dit is waarom je tijdlijn sinds een tijd geen echte tijdlijn meer is. Het is niet meer gebaseerd op tijd, maar op wat Facebook denkt wat jij het meest interessant zou kunnen vinden.
Mat Honan besloot om 2 dagen actief alles te liken wat er op zijn tijdlijn stond, om te zien hoe Facebook daarop zou reageren.22 Elke update van zijn vrienden, alles wat zijn vrienden ook hadden geliked, en zelfs dingen die hij niet echt leuk vond, gaf hij een like. Ook verschillende advertenties en merken gaf hij een like. Zijn tijdlijn kreeg binnen een uur al een verrassend andere vorm. Er waren geen mensen meer te bekennen in zijn tijdlijn, alleen nog maar grote hyper-populaire merken en populaire journalistiek. Na die twee dagen was zijn Facebook-tijdlijn een tempel van provocatie geworden. Na dag 1 zag hij dat de berichten die hij te zien kreeg al rechtser waren dan ooit tevoren. Na dag 2 kreeg hij zowel conservatief rechtse, als progressief linkse berichten te zien. Ook zijn vrienden kregen alles te zien wat hij die afgelopen twee dagen had geliked.
Er is een onderzoek geweest waarbij men een groep mensen in een buurt advertenties toonde die te maken hadden met geweld. Wat bleek: de mensen begonnen geweld te vertonen. Hetzelfde effect vindt plaats in sociale media. We maken onze eigen politieke en sociale ‘bubbel’ aan, die alleen maar groter zal worden. De dingen die we voorgeschoteld krijgen zijn gericht op onze persoonlijke interesses. We vallen door ‘rabbit holes’ van persoonlijke interesses totdat we verdwalen in het doolhof van de wrede Hartenkoningin, die van alles en iedereen de koppen wil afhakken.
Als jij kijkt naar jouw persoonlijke digitale haardvuur en denkt dat het niemand iets aangaat (je zit immers in je pyjama op de bank met een kop thee), dan heb je het mis. Het is niet meer zo dat de beheerders van de media de content bepalen en dat wij passieve ontvangers zijn. Wij creëren alles wat er op internet komt te staan, door te bloggen, te tweeten en onze statussen te delen. Wij bepalen ook wat we zien en wat we belangrijk vinden. Dat doen we niet alleen door te liken of te delen, maar juist door te klikken. Wij bepalen wat de aandacht krijgt, gebaseerd op waar we onze aandacht aan geven. Er zijn verschillende algoritmes die bepalen waar we meer van zullen zien, gebaseerd op de dingen die we aanklikken. Klikken is stemmen, klikken vormt onze hele cultuur.
Dit heeft niet alleen een drastisch effect op onze cultuur, maar ook op jezelf. Dat het lijkt alsof iedereen trouwt, kinderen krijgt en de meest fantastische vakanties heeft, komt alleen maar doordat we zo vaak aan deze beelden worden blootgesteld, en daardoor lijkt het alsof jij het meest ellendige leven van iedereen hebt. Maar zoals ik eerder al benoemde, is het leven in de virtuele spiegel niet het echte leven.
Hoe vaker we aan deze beelden worden blootgesteld, des te negatiever worden we over onszelf. Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door Britse en Amerikaanse wetenschappers. Het is het eerste onderzoek dat een verband legt tussen sociale media en een slecht zelfbeeld. De 881 studentes die voor het onderzoek werden ondervraagd, moesten antwoord geven op vragen over hun Facebook-gebruik, hun eetgewoontes en hun sportieve activiteiten.23 Er is zelfs een term voor: BBD of body dismorphic disorder. Dit is een aandoening die over het algemeen geen fysieke problemen veroorzaakt. Ze houdt echter wel verband met anorexia en boulimie en psychologisch kan de impact ervan heel zwaar zijn. Zowel mannen als vrouwen lijden aan deze stoornis. Het is natuurlijk volkomen normaal dat iemand zijn uiterlijk verzorgt, maar mensen die aan BDD lijden besteden hier abnormaal veel aandacht aan. Zij maken zich voortdurend zorgen om hun uiterlijk en de wijze waarop zij op een ander overkomen.24 De symptomen hiervan zijn onder andere: verontrust gevoel, obsessie met het uiterlijk, waangedachten en overtuigingen, gedachten aan zelfmoord, laag gevoel van eigenwaarde, verlegenheid, denken dat anderen spotten met het lichamelijke gebrek van die persoon, perfectionisme.
Het bovenstaande geschetste probleem heb ik gevisualiseerd in het project “Image as Evidence”. In deze opdracht heb ik een foto van mijzelf geüpload op Facebook. Ik was benieuwd naar de hoeveelheid likes die deze foto zou krijgen. Van de 200 vrienden die ik op Facebook heb, hebben maar 8 mensen mijn foto geliked. Na 24 uur vroeg ik alle mensen die mij niet hadden geliked, waarom ze mij niet hadden geliked. De uiteenlopende antwoorden als “Ik heb je foto niet gezien”, “Ik vind hem niet spectaculair genoeg”, “De foto is een beetje vaag” en “Je staat er raar op” heb ik op een persoonlijke en irrationele manier vertaald. Het eindresultaat is een 7 meter lange sjaal en staat symbool voor het stikken in je eigen negatieve gedachten.
Tijdens het werken aan dit project was ik vaak verbaasd over de reacties. “Ja, daar zit ik ook vaak mee. Ik ben soms bang iets te uploaden, omdat ik misschien geen, of niet genoeg likes krijg. Daarom laat ik het vaak maar zitten”, aldus een vriendin. De waarde van likes is zo hoog dat deze bepaalt wat wij op sociale media met elkaar delen. We geven een afgevlakt beeld van onszelf op internet, een beeld dat aan de norm voldoet. Een beeld dat we willen zien, en dat van ons verwacht wordt. Als we nep zien, gaan we nep doen.
Doordat ons gedrag op internet continu wordt opgeslagen en bekeken, kunnen sociale media heel specifiek gericht op ons adverteren. Sociale media lokken ons uit om naar meerdere beelden te kijken, door diverse beelden te laten zien. De beelden die ze laten zien spelen in op onze gevoelens en onze interesses. Dit komt doordat sociale media jouw gedrag op het internet monitoren. We leven allemaal apart in sociale media bubbels die zichzelf alleen maar versterken.
“Today, we don’t need propaganda machines to deceive us because we can make hypocritical and self-manipulating choices ourselves just by “liking” the pictures that show us what we want to see and ignoring those that are more awkward.”25
Het lijkt allemaal alsof het al te ver is gekomen en er geen weg terug is. Klopt. Het internet en jouw tijdlijn staan vol met misleidende titels en beelden, maar dat betekent niet dat je jezelf eraan moet overgeven. Als je Kim Kardashian een verschrikkelijk persoon vindt, en je wilt niet met haar lastig gevallen worden, stop dan met het klikken op links van media die te maken hebben met Kim Kardashian. Probeer jezelf af te sluiten voor dingen die je niet wilt zien. Bespaar dit jezelf en ook anderen. Als je weet dat meeste stemmen gelden, stem dan bewust.
Hoofdstuk 3
In de vorige hoofdstukken hebben we gezien hoe onze hersenen zich hebben ontwikkeld tot een popcorn-brein en hoe sociale media ons benaderen. Maar hoe zal zich dat in de toekomst ontwikkelen? De snelle technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat we op een betere en gemakkelijkere manier naar ons digitale haardvuur kunnen staren. Processoren worden sneller en onze beeldschermen worden groter. Wat zijn de technologische ontwikkelingen op dit gebied? Welke technische ontwikkelingen maken ons nog afhankelijker van beeld?
Recente ontwikkelingen op technologisch gebied zorgen ervoor dat beelden steeds meer binnen ons gezichtsveld komen te staan. Google Glass is daar een goed voorbeeld van. Het geeft informatie weer zoals op een smartphone, maar dan letterlijk binnen je gezichtsveld. Een gebruiker kan het toestel bedienen met zijn stem of een touchpad aan de zijkant van het toestel. Google Glass geeft informatie over het weer, hoe laat je de trein moet hebben, maar geeft je ook de mogelijkheid om e-mail, Twitter en andere sociale media applicaties te bekijken. Het is nog niet bekend wanneer dit product gelanceerd wordt voor een groter publiek.
Apple heeft kort geleden de Apple Watch aangekondigd. Het is een horloge, maar dan slimmer. Het is verbonden met je smartphone en geeft dezelfde notificaties als op je telefoon. Je kunt ze hier alleen iets sneller afwerken. Het neemt ook persoonlijke gegevens op, zoals je temperatuur of je hartslag. Apple kan hier mee persoonlijker targetten en op onze gevoelens inspelen. Hun slogan is: “Our most personal device yet.” Ook dit product is nog niet voor de markt beschikbaar.
Wat wel beschikbaar is, is de Samsung Galaxy S5. Het heeft een nieuwe functie toegevoegd: scrollen met je ogen. Ook deze technologie zorgt ervoor dat het kijken naar beelden makkelijker wordt. Je kunt scrollen door te knikken. De telefoon registreert waar jij naar kijkt. De sociale media zouden je hierdoor nog gerichter kunnen beïnvloeden en nog beter je gedrag in kaart kunnen brengen.
Grote bedrijven zouden deze gegevens kunnen gebruiken voor de ontwikkeling van nieuwe producten, een stapje verder in de toekomst. Waarbij het nieuwe product wordt ontworpen aan de hand van de lichamelijke gegevens die nu door middel van Apple Watch worden geregistreerd. Als zij iets willen ontwerpen wat echt voor ons lichaam is, moeten ze namelijk uitzoeken hoe ons lichaam reageert, wat het doet en waar de kansen kunnen liggen. Apple en Google denken hierbij drie stappen vooruit.
Deze technologieën worden in de toekomst allemaal toegepast op ons lichaam. Waar we nu apparaten bij ons dragen, dragen we het straks letterlijk op ons lichaam. Deze technologie zorgt ervoor dat we onafscheidelijk worden van beeld, omdat het beeld altijd aanwezig is binnen ons gezichtsveld. Het zal resulteren in het feit dat we nog verslaafder raken, en een nog kortere spanningsboog zullen hebben. Als je batterij van je smartphone leeg is en je een tergend lange treinreis moet overbruggen (45 minuten), zul je balen als een stekker. Wat als je niet meer op een scherm hoeft te kijken, omdat het beeld zich met je gezichtsveld mengt? En wat als de batterij nooit meer op gaat?
Klinkt allemaal als sciencefiction. Het lijkt misschien onwerkelijk, maar sciencefiction is vaak gebaseerd op de werkelijkheid. Veel van de vroegere sciencefiction-boeken, -films of -fantasieën zijn nu werkelijkheid geworden. Video-calls in 2001: A Space Odyssey, een film door Stanley Kubrick uit 1968 zijn nu Skype en FaceTime. George Orwell’s 1984 ‘survaillence state’ bestaat inmiddels in de vorm van de vele camera-apparatuur waarmee we in de gaten worden gehouden. Ook had Google Glass een voorganger.
Pixars film Wall-E geeft een absurd, maar naar mijn idee vrijwel accuraat beeld weer van de mens in de toekomst. Waar de mens alles bedient via het scherm voor zich en compleet is afgesloten van de buitenwereld. Om je heen kijken en praten met je medemens is niet meer nodig, want je ziet elkaar en de omgeving via dat scherm. De mensen in de film lijken het allemaal heel druk te hebben, maar ze worden gewoon beziggehouden door elkaar en de trends van dat moment. Doordat ze dag in dag uit op dezelfde stoel zitten en naar hetzelfde scherm kijken, zijn ze wel een beetje aangekomen. Maar wat maakt dat uit, we zien elkaars lichaam toch niet meer.
Veel bedrijven zijn bezig om de mens te verbeteren door middel van technologie. Wat als we ‘mens en technologie’ heel letterlijk nemen en de technologie daadwerkelijk in ons menselijk lichaam zit?
Een team van de Brown University dat werkt aan project BrainGate ontwikkelt momenteel chips die geïmplementeerd kunnen worden in iemands brein. De chip kan door middel van elektrodes signalen ontvangen van de hersenen en deze real-time laten coderen door een computer. Chipmaker Intel verwacht dat het in 2020 praktisch mogelijk is om producten door middel van een menselijk brein aan te sturen.26
Verschillende onderzoekers zijn bezig met experimenten om ons lichaam te laten functioneren als een smartphone. Zo heeft kunstenaar Anthony Antonellis vorig jaar een RFID-chip ontworpen die hij vervolgens in zijn arm liet implanteren om zijn werk van en naar zijn smartphone te kunnen transfereren. Daarnaast zijn onderzoekers bezig met experimenten zoals een speaker die gebruik maakt van beenmerg, een digitale in het oog geïmplanteerde camera en een display die getransplanteerd is in de huid.
We kunnen straks computers aansturen met onze hersenen; we hebben dan speciale brillen of lenzen die beelden mengen met de werkelijkheid. Misschien is het toekomstbeeld vergelijkbaar met het hedendaagse Times Square. In plaats van naar beeldschermen te kijken, kijken we in de toekomst allemaal naar een gemanipuleerde omgeving. Zoals onze omgeving nu volhangt met ‘statische’ advertenties voor het grote publiek, hangt die straks vol met advertenties die zich allemaal toespitsen op jouw persoonlijke interesses. De beelden bepalen wat je ziet en hoe je bent. Niemand zal meer hetzelfde zien, omdat alles op een persoonlijke manier gemanipuleerd wordt. De virtuele spiegel van de werkelijkheid zal mengen met de wereld zoals wij die nu ervaren en wordt de werkelijkheid.
Veranderingen op sociale media gaan geleidelijk aan. Kleine wijzigingen worden stuk voor stuk, beetje bij beetje toegevoegd of weggehaald, zoals bijvoorbeeld de tijdlijn van een tijd-gebaseerde lijst naar een populariteit-gebaseerde lijst is gegaan. Omdat de wijzigingen op die manier worden doorgevoerd, is de verandering voor de gebruiker beperkt zichtbaar. Daardoor vallen deze wijzigingen ons minder snel op of zijn deze wijzigingen niet erg genoeg om aan de bel te trekken. Er worden in het begin wel bezwaren geuit, maar we raken al snel gewend aan de nieuwe omgeving die is ontstaan.
Begin dit jaar waren veel Nederlanders fel tegen het feit dat Facebook WhatsApp zou overkopen. Ze zouden allemaal willen stoppen en overgaan op een ander chatprogramma. Hier blijkt uiteindelijk niets van waar te zijn. De ruim 8 miljoen gebruikers bleven allemaal bij hetzelfde medium hangen.27
Veel mensen hebben bezwaar tegen nieuwe producten als Google Glass of Apple Watch. Velen zijn tegen de grote hoeveelheden persoonlijke data die bedrijven hiermee registreren. Met name politieke partijen zijn kritisch over het gebruik van Google Glass in de auto, omdat het mogelijk de bestuurder te veel zou kunnen afleiden. In sommige casino’s is Google Glass verboden vanwege privacyoverwegingen en de mogelijkheid vals te spelen.28
Er worden wel grapjes over gemaakt. Hier zien we dat de mens doorheeft hoe belachelijk sommige technologie eigenlijk is. Zie de smartwatch van Tony Bacigalupo.29 Een ‘horloge’ zegt dat er altijd email is. Ook is laatst de NoPhone30 op de markt gekomen, een stuk plastic dat het formaat heeft van een telefoon, maar eigenlijk gewoon een stuk plastic is.
Door sciencefiction en recente technologieën krijgen we een beeld van wat er in de toekomst kan gebeuren. Maar ook al kunnen we wel een voorspelling doen, er is altijd een factor die nog onzeker is: de mens. Zal de mens op een moment toch zeggen: nu is het genoeg? Er zal zo nu en dan wel geprotesteerd worden door gebruikers, maar na verloop van tijd lijkt het allemaal weer te verflauwen. Soms bepalen overheden of iets wel of niet gebeurt, maar vaak hebben de besluiten alleen te maken met privacy.
Wat is dan de druppel? Omdat veranderingen in stapjes doorgevoerd worden, merken we deze niet zo op. Daardoor is er niet echt een druppel, want de emmer wordt steeds groter. Ons menselijk perspectief verandert bij iedere nieuwe mogelijkheid. Daardoor zie ik de emmer nog niet snel overlopen; de druppel die die grote emmer laat overlopen is nog lang niet in zicht.
Ons brein is de afgelopen jaren geëvolueerd tot een popcorn-brein. Sociale media geven de perfecte prikkels om dat popcorn-brein te voeden, door de eindeloze tijdlijn van beelden en korte berichten. Door de dopamine die we aanmaken in onze hersenen bij het zien van een uitdagend beeld, worden we nog meer geprikkeld. Omdat dat effect maar van korte duur is, zullen we nog meer verlangen hebben naar een ander en nieuwer beeld. Nog een beeld, nog een beeld, nog een beeld. Dit resulteert in het blijven staren naar een medium dat ons continu plezier geeft.
Door onze online kopieën van onszelf (profielen), het delen van onze interesses en ons kijk-gedrag, wordt onze hele omgeving online gecreëerd. Sociale media bouwen een omgeving om jou heen, een sociale bubbel. Door hetzelfde te zien en je hetzelfde te gedragen als de anderen zul je steeds meer in je eigen omgeving gaan leven. We graven ons een weg door het internet. We vallen door onze eigen ‘rabbit holes’. De konijnengaten zijn ons referentiekader en onze sociale media bouwen die doorgaans naar beneden, waardoor we uitkomen in het doolhof van de wrede hartenkoningin, die van alles en iedereen de koppen wil afhakken.
Het voelt alsof wij vrijwillig naar sociale media gaan, maar ondertussen hebben sociale media ons in een houdgreep. In plaats van dat wij de beelden consumeren, consumeren de beelden ons.
Toch creëren sociale media op die manier een omgeving waarin we ons prettig voelen. Ze geven ons het gevoel dat we altijd “thuis” kunnen komen en naar ons digitale haardvuur kunnen staren. Het haardvuur speelt in op onze gevoelens en daardoor hebben we, als we even wegkijken, het gevoel dat we iets missen. We moeten op de hoogte blijven van dit haardvuur en daarom dragen we het overal met ons mee.
De enige markt die we nog kunnen exploiteren is de markt van de menselijke attentie. En dat is wat sociale media aan het doen zijn. Dat is wat Douglas Rushkoff zegt. Ze proberen zo veel mogelijk van jouw tijd af te nemen. Sociale media creëren de illusie dat alles wat zich daar bevindt, belangrijker is dan waar je op dat moment mee bezig bent en waar je je oorspronkelijk mee bezig moest houden. Zodat zij nog het laatste kunnen profiteren van de huidige markt die al aan het instorten is.
Ontwikkelingen in sociale media en op technologisch gebied maken dat we nog verslaafder raken. We willen geen nee zeggen tegen onze vrienden op sociale media. We willen ook geen nee zeggen tegen technologische ontwikkelingen, omdat we te nieuwsgierig zijn en we er sneller en gemakkelijker door kunnen werken.
Als we de technologische ontwikkelingen accepteren en de technologie vaker gaan gebruiken, worden we er steeds afhankelijker van. De technologie zal in de toekomst steeds meer in ons lichaam worden verweven. Beelden komen steeds meer binnen ons gezichtsveld te staan. Door de hoeveelheid aan beelden die we dan gaan zien, wordt ons popcorn-brein nog meer gestimuleerd, wat resulteert in een nog kortere spanningsboog en het verlangen meer beelden te willen zien.
Bewust zijn van het feit dat we gemanipuleerd worden, maakt ons nog niet resistent tegen manipulatie. Maar ik denk dat als je weet dat je gemanipuleerd wordt, je je hiertegen kan verzetten en ook anderen kan laten inzien dat ze gemanipuleerd worden.
Ik vind dat iedereen in zijn eigen leven mag bepalen wat hij doet. Dus als jij eindeloos naar het digitale haardvuur wilt staren, moet je dat doen. Maar wees je bewust van je keuzes.
Rosen, L.D. (2013) iDentity: hoe ons digitaal gedrag ons leven bepaalt
Mehrabian, A. (1972) Silent Messages: Implicit Communication of Emotions and Attitudes
Rushkoff, D. (2013) Present Shock: When Everything Happens Now
Bill Moyers (1990) Consuming Images [link]
KRO Brandpunt (21-11-2014) Beeld dat beklijft [link]
PassivelySedentary (30-09-2011) Human Dystopia [link]
Sally Kohn (2014) Don't like clickbait? Don't click [link]
Tegenlicht Lab met Douglas Rushkoff (04-11-2014) De herovering van het nu [link]
Vsauce (8-10-2014) Why Are We Morbidly Curious? [link]
Adams, S. (09-01-2014) Is There New Proof You Will Read This Article? [link]
Cohen, E. (23-06-2011) Does life online give you 'popcorn brain'? [link]
Dutchcowboys (23-09-2013) 10 redenen waarom we blij worden van visualisaties [link]
Fox, E.A. (2014) Is "Never Offline" Good for Business, or Life? [link]
van Hoek, C. (28-03-2013) Smartphonegebruikers checken Facebook 14 keer per dag [link]
Honan, M. (11-08-2014) I Liked Everything I Saw on Facebook for Two Days. Here’s What It Did to Me [link]
Indica (12-11-2014) Implanteerbare technologieën: van science fiction tot werkelijkheid [link]
Jonathan Jones (02-12-2014) The touching hug photo from Ferguson protests is a blatant lie [link]
Koebler, J. (2014) “Wasting Time on the Internet” Is Now an Actual College Class [link]
Newitz, A. (25-02-14) A History of Clickbait: The First 100 Years [link]
NOS (26-10-2014) Ondanks alles, toch lekker blijven appen [link]
Popkin, H.A.S. We Spent 230,060 Years on Social Media in One Month [link]
Rijsenbrij, D. (geen datum) De mens in de kelder [link]
Soskey, G. (08-07-14) Why You Can't Resist Clicking on This Article: The Clickbait Conundrum [link]
Taylor, C. (29 april 2011). For Millennials, social media is not all fun and games [link]
Telegraaf (11-04-2014) Sociale media maken vrouwen onzeker [link]
The NoPhone Team. (14-10-2014) [link]
Weinschenk, S. (11-11-2012) Why We're All Addicted to Texts, Twitter and Google [link]
Tony Bacigalupo (@tonybgoode). (9-11-2014) “My favorite new smartwatch.” [link]
Abstract
Wherever I stand or go – a restaurant, the cinema or even a public toilet – there are people holding a device in which they can do almost anything they can do at home via the Internet. This device, which we call a smartphone, has become an obsession for many people. With this device we are in continuous connection to the Internet and our social media. Social media gives the option to look at thousands of images per day. These are pictures of your neighbor with her dog, a selfie of your best friend, a newborn baby or somewhat gruesome images from the war in Syria. Where it used to take place in public places and on our TV only, you carry it with you any time of the day in your pocket. We wake up with it, take it to work, and proceed to go to bed with it.
We keep staring at our digital fire. We often keep looking at the same images and visit it one or more times a day. What is so exciting about the fire? How is it that we continue to look at the fire? I'm curious about the world of social media, and manipulation through images. My research question is:
To what extent are we manipulated by image on social media?
“We live in a world of the mass producing and consuming of images which shape our lives and the public mind” - Bill Moyers1
Our brains are mainly focused on the visual perception. Our visual senses are stimulated by social media and thats why we go back often. Watching short information or images continuously, we create dopamine in your body, causing that image can be addictive. We keep on wanting more, image after image. By continuously looking at visual images and to get short amounts of texts our brain has evolved into a popcorn brain. And it is not just a mental addiction; the overuse of your smartphone can lead to phantom vibrations in your body. We can conclude that our smartphone and the use of social media is addictive.
Our behavior on the Internet is continuously monitored by social media and because of this they know what we like to see, and can advertise these images, so we will most likely click on them. Social media tests us by doing so. The images they show match with our feelings and our interests. We all live in separate social media bubbles that only strengthen themselves.
Science Fiction and recent technologies gives us an image of what might happen in the future. But even if we do make a prediction, there is always a factor that is still undetermined: people. There will occasionally be protested by users, but over time it seems to smooth out. Will we at one point say: Enough is enough?